Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
28 maart 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Clubeigenaar Aziz Yagoub

Gepubliceerd: 21 February 2012 • Leestijd: 5 minuten en 12 seconden • Het Grote Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Aziz Yagoub (31) organiseert al jaren dancefeesten als Revolt en Kutavond, draait zelf af en toe onder dj-naam l’Azizi, en is de eigenaar van twee Rotterdamse clubs: Perron en Toffler.

Je feesten en clubs staan in het teken van elektronische dance muziek. Maar het begon allemaal met een karaokefeestje …
‘Klopt, de Vergulde Glimlach. Dat deed ik met vijf vrienden een jaar of tien geleden als flauwe grap. Maar het was zo succesvol dat we het zijn blijven doen. Op een gegeven moment vier à vijf keer per jaar, op verschillende plekken. Dan stonden we de ene keer bijvoorbeeld op de stadscamping en de keer daarna op het strandje aan de Maas. En altijd de locatie helemaal aangekleed naar het thema dat we bij die avond bedachten. Zeulden we bijvoorbeeld driehonderd vierkante meter gras de zaak in of bedekten alles met aluminiumfolie. De eerste keer hadden we ook een bingo, maar er niet aan gedacht dat iemand die ook moest presenteren. Dus toen moest ik dat opeens doen. Stond ik op het podium te blèren met mijn grote mond. Tussendoor een beetje plaatjes draaien. Maar de bezoekers vonden het geweldig; de zaal ging helemaal los, elke keer weer.’

En toen kreeg je de smaak te pakken?
‘Je had in die tijd in Rotterdam nog heel veel publiek, ook van buiten de stad. Het maakte daarom helemaal niet uit wat er werd georganiseerd, er kwamen altijd wel mensen op af. Ik probeerde een heel ‘hippe boy’ te zijn door af te geven op die ‘commerciële kutmuziek’. Ik vond dat het anders moest, beter. Al toen ik een jaar of zeventien was, luisterde ik door m’n goedkope Pentium II speakertjes naar electro. Kraftwerk, Soulwax, Daft Punk, dat waren echt helden. Dus begon ik te denken hoe tof het zou zijn als ik zulke gasten kon boeken. Ik ging eigenlijk feesten organiseren die ik zelf graag zou bezoeken. Ik vond cashen ook minder belangrijk dan dat mensen het naar hun zin hadden. Een feest is een succes als het publiek met de handjes in de lucht staat. De hele avond. Niet als mensen in de hoek staan te Twitteren. Later heb ik daar iets meer scheiding in weten aan te brengen. Feesten waar ik echt trots op was, en meer commerciële feesten om de kosten te dekken.’

Zoals Kutavond?
‘Ja, maar de filosofie achter die feesten was ook wel om te choqueren. Op de flyer van de eerste Kutavond stond ook een grote kut. Een echte kut. Waar het om ging, was dat we het uitgaan op een andere manier wilden verkopen. Een grote dj is geen garantie voor succes, het feest moest weer om het feest gaan. En dat liep als een trein!’

Anita Meyer is nog een keer boos geworden vanwege de naam …
‘Die naam had ik eigenlijk gekozen vanwege de locatie, Gay Palace. Ik ben toch een Marokkaan uit Zuid, dus ik dacht: voordat iedereen me belachelijk gaat maken, doe ik dat zelf wel. En we hebben toen inderdaad een keer Anita Meyer geboekt die, nadat ze de naam van het feest had gehoord, dacht ze dat het op haar sloeg. Daar ontstond een hele media-rel uit. Werd ik opeens gebeld door RTL Boulevard en de Revu. Maar ze is wel gewoon gekomen en ze vond het geweldig. Ze zou eigenlijk één liedje zingen, maar dat zijn er uiteindelijk vijftien geworden.’

Je was een aantal jaar geleden slecht te spreken over het nachtleven in Rotterdam. Waarom?
‘In korte tijd sloten veel clubs. Nighttown, Las Palmas en de Calypso waren allemaal verdwenen. Minder clubs betekent minder evenementen, minder evenementen betekent minder bezoekers. Dat is makkelijke wiskunde, maar de gemeente heeft vervolgens de doodsklap uitgedeeld.’

Je hebt samen met Ted Langenbach al eens gepleit voor een subsidiestop. Is dat de oplossing?
‘Ik heb niets tegen subsidie. Voor musea en beginnende kunstenaars is het heel goed, maar dance is commercieel. Als er een identiteitsprobleem is, moet dat zichzelf oplossen. Dan gaat het even een paar jaar slecht, maar daarna volgt er een reset en gaat het weer beter. Nu is het zo geweest dat dezelfde mensen die het al jaren verneukt hadden, gespekt werden met gemeenschapsgeld. De uitbaters liepen daarom geen risico meer. Dat betekent dat er geen reden was om te innoveren, het geld kwam toch wel binnen. Je kreeg clubs waar je tien à vijftien euro moest betalen voor een dj die er iedere week staat, met een knipperend lichtje, en meer niet.’

Toch heeft Langenbach onlangs 25.000 euro subsidie aangenomen voor danceclub Now & Wow.
‘Ja, en daar ben ik heel boos over. En teleurgesteld. Hij is vreemdgegaan. Ted is een vriend van me, ik heb heel veel van hem geleerd, en wat hij voor de stad heeft gedaan is onevenaarbaar. Ook was de subsidie een beetje een goedmaker van de gemeente. Hij heeft een paar jaar geleden namelijk onder dwang, met de dreiging van faillissement van dance- en poppodium Watt, iets getekend wat hem later 150.000 euro van zijn privégeld heeft gekost. Maar daardoor heb ik er niet meer begrip voor dat hij die subsidie aanneemt, geen gram. Misschien is het mijn Marokkaanse achtergrond, maar ik vind dat je je aan je principes moet houden. Als je na vijftien jaar kritiek een kluif krijgt toegeworpen, moet je niet opeens stoppen met blaffen.’

Je hebt in 2010 een alternatief voor de Dance Parade aan de gemeente voorgesteld: Rotterdam Electric City. Hoe zag je dat voor je?
‘Ik vond dat de gemeente een alternatief moest aanbieden voor het verdwijnen van de Dance Parade. Aboutaleb had vooral moeite met de veiligheid van een grootschalig festival, vanwege openbare dronkenschap en drugsgebruik, dus ik had een creatieve oplossing bedacht. Rotterdam Electric City had een grootstedelijk festival moeten worden, op verschillende locaties, met de verantwoordelijkheid bij de verschillende exploitaties. Het had Rotterdam weer internationaal op de kaart kunnen zetten. Maar de gemeente wilde op de inhoudelijke stoel gaan zitten. Ik was zo ziek van alle beslissingen die genomen werden. Bij dat soort instanties gaat er tachtig liter koffie in, maar er komt helemaal niets vruchtbaars uit. Ik was het beu om mijn tijd eraan te verdoen. Toen dacht ik: “Jullie bekijken het maar, ik doe het wel op mijn eigen manier.”‘

Dus opende je Perron en Toffler?
‘Ja, ik wilde laten zien dat het ook zonder subsidie kan. Ik ging in die tijd ook veel op reis, en zag dat het in clubs in het buitenland vaak om de club zelf gaat. Die hadden een ziel, een bepaald imago. Rotterdam schreeuwde daar om, want hier hadden we alleen nog maar verhuurschuren. Op een gegeven moment gingen alle verhuurlocaties feesten geven voor bepaalde etnische minderheden. Een Turks feest hier, een Marokkaans feest ergens anders. Niks mis mee, maar die clubs hadden dus geen programma waar je in het weekend blind heen kon gaan zodat je wist wat je te wachten stond. Met Perron wilde ik daarom continu gaan programmeren. Elke avond vernieuwende elektronische muziek, waar house, techno en minimal inhoudelijk verantwoord zijn. Toffler hebben we eind 2011 geopend op de locatie waar voorheen de Catwalk zat, een klein clubje dat dicht ging. Daar wordt vooral de wat warmere, vrouwvriendelijke techhouse gedraaid. Meer op soul en jazz geïnspireerde dance.’

Hoe ziet de toekomst er voor Rotterdam uit?
‘Als we deze lijn vasthouden: supergoed. Wat mij betreft komt er nog een grote club in het centrum bij, voor de diversiteit. Dat stimuleert de innovatie alleen maar meer.’

Iets voor jou?
‘Nee, in Rotterdam ben ik even klaar. Maar de kans is groot dat ik nog een club ga openen in Arnhem, een tweede Perron, ook vlakbij het spoor. Mijn ambitie ligt in het buitenland. Ik ben nu onderzoek aan het doen in Miami. Ons programma heeft daar nog geen voet aan de grond, maar ik geloof dat dat over aan paar jaar gaat gebeuren. En ik wil daar als vroege pionier bij zijn.’

Aaron van Wirdum

Recente artikelen

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top