Het welzijns- en opbouwwerk, de verslavingszorg en de jeugdzorg veranderen snel onder invloed van bezuinigingen en reorganisaties. Er wordt steeds meer van burgers zelf verwacht. Dat maakt het vak van sociaal werkers steeds moeilijker en vraagt om een nieuw opleidingsaanbod, stelt de verkenningscommissie hoger sociaal-agogisch onderwijs (hsao) in een gisteren gepubliceerd rapport.

Drie domeinen
Sociaal werkers moeten straks over een stevigere basis beschikken. De commissie adviseert daarom dat de acht hbo-bachelorstudies die nu de kern vormen van het hsao, voor de helft dezelfde kennis en vaardigheden gaan aanbieden. Ze moeten hun studenten bovendien breder opleiden en zich daarbij richten op drie basisprofielen.

Ten eerste op het profiel “integraal”, oftewel het algemeen maatschappelijk werk. Ten tweede op het profiel “(langdurige) zorg”, dat vooral grenst aan de gezondheidszorg. En ten slotte op het profiel “jeugddomein”, dat raakt aan het domein onderwijs.

De acht opleidingen waar het om gaat zijn creatieve therapie, culturele en maatschappelijke vorming, godsdienst pastoraal werk, maatschappelijk werk en dienstverlening, pedagogiek, sociaal pedagogische hulpverlening, social work en toegepaste psychologie.

Hogeschool Rotterdam
De sociale opleidingen van de Hogeschool Rotterdam hebben afgelopen maanden naar een vergelijkbare conclusie toegewerkt, vertelt directeur Jeroen Oversier van het Instituut voor Sociale Opleidingen (ISO) in een reactie op het rapport.

‘In februari hebben we de resultaten van ons eigen onderzoek naar de toekomst van het sociaal onderwijs besproken. Afgelopen weekend las ik het rapport en het is erg herkenbaar.

‘Op basis van onze eigen conclusies en het rapport van de verkenningscommissie gaan we de komende maanden onderzoeken wat de consequenties zijn voor het onderwijs van ons instituut.’

HOP, Hein Cuppen / Profielen