Handschriftonderzoek doet student de das om
Gepubliceerd: 14 July 2015 • Leestijd: 1 minuten en 22 seconden • Uitspraak Dit artikel is meer dan een jaar oud.De straf liegt er niet om. De student in deze zaak mag een jaar lang geen tentamens afleggen en loopt dus flinke studievertraging op.
De examencommissie van de Rotterdam Business School acht bewezen dat de student zijn tentamen Spaans 4 heeft laten afleggen door een ander. De student, die onvoldoendes haalde binnen alle vier niveaus Spaans, legde nu een foutloos tentamen af, op één opgave na. In die opgave waren de goede werkwoordvervoegingen doorgestreept en vervangen door een vervoeging die gebruikelijk is in Latijns-Amerika maar niet in het curriculum van RBS is opgenomen. Dat wekte argwaan.
De examencommissie nodigde de student vervolgens uit voor een hoorzitting. Daarin werd hem gevraagd een schrijfproeve af te leggen. Deze werd samen met het verdachte tentamen voor een handschriftvergelijking voorgelegd aan het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau en dat concludeerde dat deze twee handschriften niet van een en dezelfde persoon kunnen zijn.
De student veegt de vloer aan met het oordeel van de examencommissie. Hij heeft dat tentamen zelf gemaakt en bijles gekregen van mensen met een Latijns-Amerikaanse achtergrond wat de opmerkelijke werkwoordvervoegingen verklaart. Als er onrechtmatigheden zijn bij een tentamen moet er een proces-verbaal worden opgemaakt, en dat is niet gebeurd. Bovendien heeft de student zich gelegitimeerd en een paraaf gezet op de presentielijst. Het bewijs dat wordt gebruikt – namelijk het handschriftonderzoek – is volgens de student onrechtmatig verkregen. Hij heeft voorafgaand aan het verhoor geen ‘cautie’ gekregen (mededeling dat hij niet verplicht is om te antwoorden) en is niet gewezen op de mogelijkheid van juridisch advies. Ook wijst hij erop dat handschriftvergelijking geen exacte wetenschap is. Hij zet zijn argumenten kracht bij door jurisprudentie over de cautie aan te halen.
Maar die vlieger gaat volgens de examencommissie niet op, omdat de cautie verplicht is in het strafrecht en het bestuursrecht, terwijl voor de Hogeschool Rotterdam het privaatrecht geldt. Verder is de student nadrukkelijk gevraagd of hij wilde meewerken aan de schrijfproeve. Het college van beroep voor de examens komt op basis van het handschriftonderzoek en het oordeel van de examinator hoe dan ook tot de conclusie dat de student zich tijdens het tentamen heeft laten ‘vertegenwoordigen’. Zijn beroep is daarom ‘ongegrond’.
Esmé van der Molen
“De student die onvoldoendes haalde binnen alle vier niveaus legde nu een spaans 4 tentamen foutloos af.”
maar maar..bij onvoldoende voor spaans 1 kun je toch al niet naar spaans 2 ?
Dat weet ik niet precies. Misschien bedoelt de verweerder hier dat de student altijd een hertentamen nodig had.
Hoe doen ze dit eigenlijk met digitale toetsen / multiple choice toetsen? Lijkt lucratief voor kwaadwillenden? Is er geen ID-check meer?
¡Ay ay ay, estudiante con malas intenciones!
(Of zoiets.)
Jawel, studenten moeten zich identificeren.
Hoewel ik het verhaal van de student niet geloof vind ik het bewijsmateriaal gewoon kul. Zeker omdat er een positieve identificatie tegenover staat. Het gaat er ook niet om wat geloofwaardig is, want ja, zijn er met dat argument veen duizenden vrouwen als heks verbrand op de brandstapel?
Het lijkt er op dat de HR een identificatiemethode toepast die niet deugt.
Ik vind het bewijs van de HR nog al zwak. Als je docent je niet mag kan hij zich dit makkelijk inbeelden.
Ik ben het helemaal eens met “Student”, dit zogenoemde bewijs is bij verre niet genoeg om iemand shuldig te noemen. Bij zaken waar daadwerkelijk leerlingen hun tentamen door een ander lieten maken, kwam de hr daar achter door de identificatie die natuurlijk niet klopte met de aanwezige persoon. Het enige bewijs hier is een handschriftvergelijking die makkelijk door verschillende factoren een vals negatief kan geven.
Het was toch onschuldig tot schuld bewezen is? Waarom krijg ik hier dan het idee dat deze student zijn “schuld” al vaststond voordat er ook maar iemand naar de zaak had gekeken?
@8. “Het enige bewijs hier is een handschriftvergelijking die makkelijk door verschillende factoren een vals negatief kan geven.”
De vergelijking is gedaan door het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau. Dat lijkt me toch geen bureau van koekenbakkers. Het NFO heeft ongetwijfeld rekening gehouden met die ‘factoren’, welke dat ook mogen zijn.
@9 ik heb zelf ook twee (misschien zelfs meer) handschriften die ik kan gebruiken. Kunnen ze dat ook zien bij het NFO?