Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
18 april 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

COM-experiment: ‘Als je de lat hoog legt, gedragen ze zich ernaar’

Gepubliceerd: 29 February 2016 • Leestijd: 6 minuten en 38 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Het 60-punten experiment bij COM mag een half jaar na de invoering op z’n minst een voorzichtig succes worden genoemd. Profielen vroeg aan docenten waar dat succes vandaan komt.

plofkip

De kritische blik van de medezeggenschapsraad (cmr) richting het experiment met de communities van COM leidde enkele weken geleden tot een pittige reactie van een docent. En dat zorgde weer voor een ingezonden brief van diezelfde cmr. Reden genoeg, vond Profielen, om eens aan docenten te vragen hoe het gaat. Wat is er allemaal anders in het eerste jaar bij COM vergeleken met een jaar geleden? Studenten halen inderdaad meer studiepunten maar gaat het ook écht goed bij COM?

Ja, is het antwoord als je puur naar de cijfers kijkt. Studenten van de vier communities haalden in de eerste tien weken gemiddeld 88 procent van hun punten (een cijfer van 5,5 of hoger), terwijl dat percentage een jaar geleden nog op 62 procent lag. Bij small business steeg het percentage zelfs van 47 naar 93 procent.

Eigenaarschap
En ja, verder gaat het ook goed, mag best de conclusie zijn. Natuurlijk kunnen dingen nog beter en moeten verbeteringen nog worden gefinetuned maar docenten blijken zeer te spreken over de 60-punten bsa, de onderwijsperiodes van vijf weken en over het projectonderwijs. Helemaal verwonderlijk is dat niet want de docenten hebben de nieuwe onderwijsvorm voor een groot deel zelf vormgegeven. ‘Iedereen voelt eigenaarschap, want iedereen heeft er aan meegewerkt’, vertelt Caroline Vrij van de community global marketing & sales. ‘Het curriculum is echt van het team’, voegt Ernst Phaff (creative marketing & sales) eraan toe.

Het is een extra reden om er echt voor te gaan en het zorgt ook voor een enthousiaste sfeer. Phaff: ‘Er is energie, dat zie je bij de studenten én de docenten.’ Ezgi Grossklaus-Ergun (marketing of social business) bevestigt dat: ‘We willen heel veel en dagen onszelf uit. En dit vernieuwingsproces geeft veel voldoening.’

De inzet en het enthousiasme van de docenten zullen een bijdrage leveren aan het groter aantal studiepunten en aan de manier waarop de huidige eerstejaars hun studie ervaren. Maar vooral ook de inhoudelijke veranderingen blijken van invloed te zijn, merken de docenten.

Aan de bak
Na vier weken twee tentamens is heel anders dan een stuk of zeven tentamens na elke acht weken. En dan zijn die tentamens ook nog eens veel beperkter te herkansen dan voorheen. Janine Slootmaekers (entrepreneurship, voorheen small business & retailmanagement): ‘Terwijl er vorig jaar nog sprake was van uitstelgedrag moeten ze nu aan de bak. En ze zijn ook aan de bak!’ Zo simpel blijkt het bij veel studenten gewoon te zijn, ziet ook Edwin Duijst, die zelf net van school komt en voor het eerst voor de klas staat bij sportmarketing & management. Duijst: ‘Als je de lat hoog legt, gaan ze zich ernaar gedragen.’

Daarnaast hebben de twee vakken waar tentamens over worden afgenomen een heel duidelijke link met het ingevoerde projectonderwijs. De vakken ondersteunen het project bij een bedrijf. Rogier Cazemier (hoofddocent entrepreneurship): ‘Het project staat centraal, de kennis is ondersteunend. In de oude situatie realiseerden de studenten zich onvoldoende dat de kennis die ze verwierven ook inzetbaar is.’ Nu hebben ze de kennis direct nodig bij het project. Cazemier: ‘Studenten hebben beter in de gaten dat de kennis, en de hulp die ze aan mij vragen, nodig is voor het resultaat van hun project en dus relevant omdat ze ook voor dat project een goed resultaat moeten halen. Het gaat bijvoorbeeld over hoe je enquêtevragen maakt, en die enquête wordt dan meteen in het project gebruikt.’

Duurste docenten
Voordeel is ook dat de docent in veel gevallen meteen de begeleider van het project is. ‘Dat begeleiden gebeurde tot vorig jaar door hogerejaars maar nu dus door docenten, ook de duurste docenten. Daar hebben we in geïnvesteerd’, vertelt Cazemier die ‘zijn’ eerstejaars acht uur per week ziet. ‘Twee middagen. Dan geef ik eerst een uurtje college, bijvoorbeeld over enquêtevragen en daarna gaan ze er twee uur zelf mee aan de slag en loop ik langs de groepen studenten om vragen te beantwoorden. In het laatste uur presenteren de studenten hun enquêtevragen.’

Cazemier vertelt dat hij bij studenten altijd al zoekt naar de ‘hendel’ om ze aan het werk te krijgen. En zoekt naar een bepaalde band. Nu hij zijn studenten acht uur per week ziet, heeft dat nog meer resultaat, is zijn ervaring.

Het zorgt voor een binding die ook binnen de klas sterker is dan voorheen, onder andere door het uitgangspunt dat elke klas een eigen lokaal heeft. Maarten Uwland (sportmarketing & management): ‘Het idee is dat een docent op bezoek komt bij de klas. Per week zijn er ook steeds twee studenten die verantwoordelijk zijn voor het lokaal, en die de docent begroeten en eventueel apparatuur regelen die de docent bij zijn college wil gebruiken. Het blijkt een plek te zijn waar studenten graag zijn. Als je als docent even wat langer in zo’n lokaal blijft, blijven zij ook wat langer. Om nog vragen te stellen of gewoon om even informeel bij elkaar te zijn.’

Randen van de dag
Studenten blijven echter studenten, dus het idee van de opleiding om ’s morgens om half negen vrijblijvend te beginnen om een kwartier later echt van start te gaan, heeft het niet gehaald. Het aanvangstijdstip is nu half tien. Uwland: ‘Wij zijn nu goed aan het kijken wat we aan de randen van de dag kunnen roosteren zodat ze niet meteen om 14.40 uur weggaan, wat in enkele klassen gebeurt. Voor het volgend jaar denken we aan buddy’s, ouderejaars die er op dat moment zijn om vragen te beantwoorden.’

Los van het feit dat een deel van de studenten meteen om 14.40 uur is vertrokken, zijn de eerste tentamenresultaten gewoon goed. Mede door het ‘klasgevoel’. Uwland: ‘Er zijn veel minder onvoldoendes en er is bij de studenten een positieve strijd om de hoogste cijfers te halen. En aan de onderkant zijn er studenten die graag bij de groep willen blijven horen, zij gaan mee in de slipstream.’

Uwland is zeker niet de enige die ziet dat er meer klasgevoel is dan voorgaande jaren. Caroline Vrij (global marketing & sales): ‘Onlangs moesten groepjes studenten pitchen, en uiteindelijk moest het beste team van een klas tegen die van andere klassen. Studenten bleven echt wachten op hun klasgenoten die in de finale stonden.’

Naar Berlijn
Ook zijn de verschillende communities al de bloedgroepen aan het worden waar studenten bewust voor hebben gekozen, merkt Steffie Theuns (onderwijsmanager van zowel marketing of social business als van creative marketing & sales). Met studenten die ook met elkaar aan de slag willen. Theuns: ‘Bij creative was er na drie weken al een groepje studenten dat had verzonnen om voor onze zogenoemde belevingsweek naar Berlijn te gaan. Ze wilden met z’n allen, en iedereen was het ermee eens.’

Gaat alles dan goed? Nee, natuurlijk niet. Edwin Duijst: ‘Omdat het project centraal staat, is de afstemming tussen docenten heel belangrijk. Dat moeten we nog beter doen en dat krijgen we ook terug van studenten.’ En, het nieuwe eerste jaar van COM heet niet voor niets een experiment, maakt Angelique van Gelder (global) duidelijk. ‘Je experimenteert ook met werkvormen. Wij hadden in de klas iets gedaan met ‘Ren je rot’. De studenten vonden dat meer iets voor groep 6…’

Te makkelijk?
Tot slot rijst ook de vraag of het de studenten niet te makkelijk wordt gemaakt. Met colleges en tentamens die toch iets minder uitgaan van kennis omdat het ‘slechts’ gaat om de kennis die gerelateerd is aan het project. Van Gelder denkt van niet. ‘We bespreken bijvoorbeeld vier in plaats van acht modellen, maar gaan wel meer de diepte in.’

Uwland van sportmarketing geeft aan dat er vooral meer op inzicht wordt getoetst, hoewel hij toegeeft dat hij met z’n collega’s soms wel vraagtekens zet bij de vele achten die worden gehaald. ‘We zijn soms een beetje bang voor die positieve resultaten maar ik denk niet dat de tentamens te makkelijk zijn. Volgens mij betekent het dat de nieuwe onderwijsvorm gewoon werkt. En daar mogen we best van genieten.’

Is het een blijvend succes? Zijn studenten en docenten volgend jaar nog steeds zo enthousiast? Ja, denken de docenten aan wie het wordt gevraagd. Steffie Theuns: ‘Ik merk wel dat ik sommige collega’s nu een beetje moet afremmen. Je ziet dat ze heel gedreven met hun werk bezig zijn. Dan denk ik: je mag tijdens je vakantie ook vakantie vieren, en het even honderd procent loslaten…’

Jos van Nierop

‘Jammer dat tweede jaar niet onder de regeling valt’
Ook de instituutsmedezeggenschapsraad (imr) van COM is te spreken over het nieuwe onderwijs. Vaker dan voorheen wordt gekeken of de genomen maatregelen ertoe bijdragen dat de studenten het beste uit zichzelf halen, constateert imr-voorzitter Kim Niersman bijvoorbeeld. ‘En docenten zijn zelf ook meer betrokken bij de afwegingen die worden gemaakt als het gaat om de werkbaarheid van het nieuwe curriculum. De imr juicht de toegenomen eigen verantwoordelijkheid van de docenten toe.’
De studentengeleding van de imr spreekt over ‘vrijwel alleen maar positieve reacties’ van eerstejaarsstudenten. ‘Het project is uitdagend en relevant, en studenten ervaren cohesie binnen de klas.’ De studentengeleding heeft ‘natuurlijk’ ook wel wat op- en aanmerkingen gehoord. ‘Het gaat dan om wat er precies geleerd moet worden voor het tentamen. Dit vond vooral plaats in het begin van het schooljaar.’
Een van de studentleden in de imr, een tweedejaars, zegt het wel ‘erg jammer’ te vinden dat zijn leerjaar niet onder de nieuwe regeling valt. ‘In mijn jaar merk je toch dat er niet zo veel motivatie in de studenten zit, wat jammer is voor studenten die wel gemotiveerd zijn. Het werkt als het ware demotiverend. Wanneer je de houding van de eerstejaars ziet, merk je pas goed wat het verschil is.’

Recente artikelen

Reacties

Laat een reactie achter

One Response to COM-experiment: ‘Als je de lat hoog legt, gedragen ze zich ernaar’

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top