Waarom heb je voor Valencia gekozen?

Ali: ‘Toen ik ging informeren bij het international office waren er drie plekken beschikbaar bij technische universiteiten in het buitenland. Ik kon naar Ierland, Duitsland en Spanje. Ik wist meteen dat ik naar Spanje wilde. Het klimaat daar spreekt mij aan. Ik hou ervan als het leven zich lekker buiten afspeelt.
Vervolgens meldde ik me aan voor het European Semester Project. Dat is een internationaal designprogramma voor techneuten, wetenschappers en marketeers in opleiding. Ik was superblij dat ik werd ingeloot, maar wist totaal niet wat ik kon verwachten. In tien jaar tijd was ik de eerste student van mijn opleiding die daarheen ging. Dat was leuk, maar ik moest wel alles zelf uitzoeken. Ik ben negen maanden bezig geweest om het allemaal voor elkaar te krijgen.’

Wat deed je precies in het European Semester Project?

‘Ik werd met vier andere studenten in een groepje geplaatst. De een deed business, de ander design en weer een ander kwam van een creatieve opleiding. We moesten samen een product bedenken. Dat werd een smartwekker. De wekker is gekoppeld aan een app die bijhoudt hoelang je doucht en hoeveel water en energie je verbruikt. Ook kan je inplannen wanneer je gebruik wilt maken van de badkamer en hoef je dus niet te wachten als je ‘s ochtends haast hebt. Handig voor studentenhuizen en andere grote huishoudens. We hebben het hele concept uitgewerkt en kregen er een 8,6 voor.’

Hoe ging het contact met de locals?

‘Qua studie ging dat heel goed. We kregen een lokaal bedrijf toegewezen, Disco Design, dat ons begeleidde. Daarnaast is Valencia een echte studentenstad waar je haast vanzelf contact maakt. Er worden ontzettend veel activiteiten georganiseerd, zoals een wedstrijdje paella-eten dat ik overigens niet heb gewonnen. Mijn Spaans was niet zo goed, maar door het sociale contact is het wel een stuk beter geworden. Ik heb gemerkt hoe handig het is als je de grote talen beheerst en om die reden ben ik nu een cursus Spaans aan het volgen.’

Wat was de grootste cultuurshock?

‘Ik woonde in een soort achterstandsbuurt in een van de oudste wijken van de stad. Ikzelf vond het niet zo’n grote cultuurshock, maar sommige studenten vonden het een heftige plek omdat er drugs werden gedeald en het er een beetje getto-achtig uitzag. Eigenlijk was het helemaal niet zo heftig. Mensen kunnen anders overkomen dan ze zijn. Als je gewoon met ze praat, zie je al snel dat ze heel normaal zijn. Je weet dat ze telefoontjes stelen en drugs dealen, maar uiteindelijk doen ze dat alleen om rond te komen.
Andersom was het voor mij wel weer wennen toen ik terugkwam in Nederland. Het is niet zo efficiënt om de siësta over te nemen in onze productieve cultuur.’

Wat viel je het meest op?

‘De levendige sfeer overdag en ’s avonds, er is altijd wat te doen. En de natuur. Het mooiste vond ik om in het weekend de trein richting de bergen te pakken. Binnen een halfuur ben je in een totaal andere omgeving en kan je zo acht uur wandelen. Dat mis ik nu wel. Ik ben erdoor veranderd, want ik probeer nu ook elk weekend iets actiefs te ondernemen. De natuur hier is misschien wat minder spectaculair dan in Spanje, maar de Biesbosch is ook leuk.’

Zou je andere studenten aanraden om in het buitenland te gaan studeren?

‘Jazeker. Het is een manier om jezelf te ontwikkelen en te leren kennen, en in principe heeft iedereen de mogelijkheid om dit te doen. Grijp die aan zou ik zeggen. Bedenk vooral niet allerlei moeilijke redenen om het niet te doen: sport, vrienden, familie of dat je ontwikkeling hier een halfjaartje stilstaat. Dat halfjaartje kan je wel missen en ik denk dat je twee stappen vooruitzet door zo’n ervaring.

Tekst: Wietse Pottjewijd
Foto: Ali Hosseini