Klacht van: student
Over: derde lezer scriptie
Uitspraak: gegrond

Van de begeleider mag de student de scriptie gaan verdedigen, de tweede lezer is het daar niet mee eens, maar onderbouwt zijn kritiek niet. Vervolgens vraagt de begeleider zich tijdens het gesprek hardop af, vertelt de student tijdens de zitting van het college van beroep, of de tweede lezer de scriptie überhaupt heeft gelezen. De twee beoordelaars komen er niet uit.

Begeleider wijzigt zijn oordeel

Nadat de begeleider hem dat adviseert, vraagt de student om een derde lezer. Er volgt een gesprek tussen de begeleider, de tweede lezer en de afstudeercoördinator met als uitkomst dat de begeleider het plotseling eens blijkt te zijn met de tweede lezer. Conclusie: allebei vinden ze de scriptie niet goed genoeg om te verdedigen en een derde lezer is daarom niet nodig.

Het verdient volgens de examencommissie geen schoonheidsprijs, maar als de scriptie nog niet verdedigd kan worden, dan is dat zo. Totdat de zaak dient bij het college van beroep. Het college vindt dat de gang van zaken de rechtszekerheid aantast, omdat zowel de tweede lezer als de begeleider heeft nagelaten zijn beslissing begrijpelijk en adequaat te motiveren.

Derde lezer had er moeten komen

Omdat de begeleider de student ook nog eens adviseerde te vragen om een derde lezer en de examencommissie erkent dat het niet de schoonheidsprijs verdient, is het college van beroep het met de student eens. De examencommissie had het verzoek om een derde lezer positief moeten beantwoorden.

Tijdens de zitting wordt er voor de student een regeling getroffen: er komt een nieuwe begeleider en een nieuwe tweede lezer. Twee maanden na dat tweetal is aangewezen, wordt de student geacht zijn scriptie te hebben ingeleverd.

Tekst: Jos van Nierop
Beeld: Aileen Melief