Geen diploma, wel succes. Hoe doe je dat?
Mark Zuckerberg, Oprah Winfrey en Joop van den Ende – om er een paar te noemen – laten zien dat je ook zonder afgerond hoger onderwijs succesvol kunt zijn. Dichterbij zijn ze er ook, studenten die ooit aan een opleiding op de HR begonnen, ‘m niet afmaakten maar inmiddels – volgens hun eigen maatstaven – succesvol zijn. Profielen sprak met de ‘gesjeesde’ studenten Bob, Aman en Jesse. Echt spijt van hun afgebroken studies hebben ze niet.
Bob Smit: ‘Je kunt maar een ding tegelijk goed doen’
Toen Bob op de Willem de Kooning Academie (WdKA) de opdracht kreeg een maquette te maken van een ingerichte expositieruimte, besloot hij de expositie meteen ook ‘voor het echie’ in te richten. Via een bevriende vastgoedman kreeg hij gratis de beschikking over een antikraakpand en van het een kwam het ander. ‘Ik had meteen zo’n beetje de grootste galerie van Rotterdam en kreeg de smaak te pakken.’ Maar na een jaar was er een geïnteresseerde voor het pand en moest Bob eruit. ‘Tenzij ik 2000 euro huur per maand ging betalen.’
Dat laatste deed de beginnende galeriehouder, maar het bezorgde hem uiteindelijk wel een faillissement. Ondertussen had Bob, vanwege de drukte met zijn galerie, zijn studie gestaakt en zocht hij naar een mogelijkheid om zonder pand kunstenaars te vertegenwoordigen.
‘Door een stand te huren op kunstbeurzen zou ik kunstenaars een mooi podium kunnen geven maar organisatoren van die beurzen wezen mij af. Ze vonden mij denk ik niet aardig. Daarom ben ik in 2011 maar zelf een kunstbeurs gestart: naar de Fenixloods kwamen in vier dagen zestig galeriehouders en 12 duizend bezoekers. Ik was 28 jaar, bedacht iets en het werd een succes; het was het tofste wat ik in mijn leven heb meegemaakt.’
Geen vetpot
Er volgden meer kunstbeurzen, met meer galeriehouders en bezoekers, maar financieel was het meestal geen vetpot. Zeker niet de laatste beurs, toen Bob noodgedwongen naar het WTC moest uitwijken en hij te maken kreeg met allerlei regels waar hij op zijn locaties op Zuid geen ‘last’ van had. ‘We moesten stadswachten en verkeersregelaars inhuren, iets wat ons tevoren niet was verteld. Het kostte allemaal veel geld en het heeft ons uiteindelijk genekt.’
Inmiddels kende Bob veel galeriehouders, kunstverzamelaars en festivalorganisatoren, een netwerk dat hem een van zijn huidige klussen, voor het North Sea Jazz Festival, bezorgde.
‘Dat festival wilde een wat luxere uitstraling van de beeldende kunst die het liet zien. Ik ben nu de tentoonstellingsmaker van het festival en om die reden bezoek ik allerlei kunstgaleries. Dat doe ik nu acht jaar.’Daarnaast adviseert hij kunstenaars hoe ze hun kunst aan de man moeten brengen, is hij parttime huisschilder en heeft hij ook het (kunst)schilderen weer opgepakt.
Zakelijk aspect gemist
Huisschilder en kunstschilder was hij ook vlak voor zijn komst naar de Willem de Kooning Academie, tien jaar geleden. ‘Ik verkocht eigen werk in Woonmall Alexandrium maar ik wilde meer technieken leren. Op de WdKA was je echter vooral aan het lullen over kunst, het was mij te theoretisch.’
Terugkijkend miste Bob ook het zakelijke aspect van kunstenaar zijn. ‘Je wordt niet voorbereid op het maken van offertes en een begroting. Ook werd je niet gestimuleerd om te netwerken. De meeste docenten zeiden: Je moet galeriehouders niet zelf benaderen, zij benaderen jou wel.’
Bob geeft studenten daarnaast het advies om gewoon je studie af te maken: het is anders zonde van het geld.
Een verkeerde instelling, vindt Bob, die zelf veel te danken zegt te hebben aan het netwerken. ‘Huidige studenten zou ik willen zeggen: Ga naar netwerkborrels en openingen van exposities. En maak tijdens je studie ook dingen voor een lage prijs, dat is goed voor je portfolio én het kan je later ‘echte’ opdrachten opleveren.’
Bob geeft studenten daarnaast het advies om gewoon je studie af te maken: het is anders zonde van het geld. Spijt dat hij zelf gestopt is heeft hij overigens niet. ‘Ik geloofde toen in mijn project en vind dat je maar één ding tegelijk goed kunt doen. En ik heb heel snel heel veel geleerd.’ Als hij zelf een studie had willen afmaken, is dat niet autonome kunst. ‘Eigenlijk had ik leisure management moeten doen, dat past meer bij het werk dat ik deed en doe.’
Aman Chan: ‘Niet gewend om met anderen te praten over het stoppen met mijn studie’
‘Het werk dat ik nu doe heeft enigszins met tma (trademanagement gericht op Azië) te maken’, lacht Aman over de opleiding aan de HR die hij vijftien jaar geleden vroegtijdig afbrak.
Aman is importeur van exclusieve dranken zoals sake, uit Japan. Bij importeren heb je onder andere te maken met incoterms, de rechten en plichten van koper en verkoper bij internationaal transport van goederen, vertelt hij. ‘Dat kwam bij tma aan bod maar moet ik nu weer opzoeken; Google is mijn beste vriend…’
Na de havo startte Aman in 2002 als zeventienjarige aan de kleine opleiding tma, toen nog gehuisvest in een pand aan de ’s Gravendijkwal. De opleiding beviel hem wel maar toen zijn moeder ernstig ziek werd, was hij er met z’n hoofd niet meer echt bij. ‘Studeren was op dat moment niet mijn ding. Ik wist niet hoe ik met de situatie om moest gaan. Mijn studiebegeleider zei dat ik het op mijn eigen tempo moest doen maar daardoor lag ik na drie jaar ver achter. Ik zou er zes of zeven jaar over gaan doen en twijfelde: wil ik dat wel?’
Van uitzendkracht naar bedrijfsleider
Nee dus. Aman stopte en kreeg een contract aangeboden bij het horeca-uitzendbureau waar hij al een bijbaantje had. ‘Daar kon ik me wél goed concentreren. Door m’n werk kreeg ik ook meer zelfvertrouwen. En ik leerde dingen door goed naar de leidinggevenden te kijken.’
Bij het uitzendbureau groeide Aman door tot kwaliteitsmanager: hij leerde nieuw personeel hoe je vriendelijk bent tegen gasten, dat je ABN moet praten en hoe je met borden moet lopen. Na bijna zes jaar werd Aman gevraagd bedrijfsleider te worden van een nieuw sushi-restaurant. Personeel aannemen, de inkoop doen. ‘Een buitenkans, vond ik. Op een gegeven moment werd ik ook deels eigenaar.’
‘Denk eerst goed na wat je zelf écht wilt in het leven. Waar word je gelukkig van?’
Het bezorgde hem een drukke baan die hem na een tijdje ging tegenstaan. ‘Ik had geen rust, zelfs op m’n vrije dag niet. Ik ben uit het bedrijf gestapt en heb een tijdje gewerkt als freelancer.’ Hij adviseert horecabedrijven over gastvrijheid en traint hun personeel. Momenteel is hij managing director van een startend importbedrijf dat de exclusieve rechten heeft van het merk Champagne Carbon, de officiële champagnesponsor van de Formule 1.
Waar word je gelukkig van?
‘Ik netwerk heel veel en probeer overal binnen te komen waar ik binnen wil komen. Op dit moment probeer ik ervoor te zorgen dat onze champagnes overal in het land in winkels te verkrijgen zijn.’
Is Aman succesvol? Hij vindt zelf van wel. ‘Maar het is maar net wat je zelf belangrijk vindt. Als iemand een prima salaris heeft en tijd voor zijn gezin en hij vindt dát belangrijk, dan ben je in mijn ogen ook succesvol.’
Dit ligt in lijn met het advies van Aman voor studenten die twijfelen over hun studiekeuze of over het wel of niet doorgaan met hun opleiding. ‘Denk eerst goed na wat je zelf écht wilt in het leven. Waar word je gelukkig van? Wat is je droom? Probeer daar vervolgens voor te gaan. En als je erg twijfelt, praat er dan met anderen over.’
Aman liet dat laatste na toen hij met zijn studie stopte. ‘Ik was niet gewend om met anderen over zoiets te praten. Maar van de onzekere jongen van toen ben ik door te werken en veel in de praktijk te leren veel zekerder geworden.’
Jesse van Doren: ‘Je netwerk uitbreiden is erg belangrijk’
Z’n propedeuse haalde hij in een jaar en in z’n tweede jaar ging het ook best goed. Toch besloot Jesse vier jaar geleden met zijn opleiding small business te stoppen. Zijn eigen business, waarmee hij spelenderwijs begon op z’n elfde, was op z’n achttiende niet meer zo ‘small’.
‘Het was steeds moeilijker te combineren. ’s Avonds en tussen de lessen door zat ik mail van m’n bedrijven weg te werken. Ik stopte met de opleiding nadat ik een keer tijdens een les eerder klaar was met een opdracht en op m’n werkmail wilde reageren maar dat mocht niet. Dat was de druppel. Mijn ouders, die allebei leraar zijn, vonden het niet leuk dat ik stopte maar uiteindelijk begrepen ze het wel.’
Growth hacking
Jesse hield zich in eerste instantie bezig met zoekmachineoptimalisatie, maar van het een kwam het ander. Marketingvraagstukken kwamen op zijn pad, het bouwen van websites en vooral van alles dat met technologie en innovatie te maken heeft.
En met marketing én technologie kom je al snel bij growth hacking: marketing die leidt tot snelle groei omdat je lopende campagnes met behulp van data continu test en bijstuurt.
Jesse zat bovenop dit soort ontwikkelingen en kon het werk al tijdens zijn opleiding niet meer in z’n eentje behappen. ‘Ik kreeg echt superveel aanvragen van bedrijven waarvan ik er veel moest wegzetten bij anderen.’ Inmiddels mag de gesjeesde student zich met zijn drie bedrijven en zijn vele spreekbeurten tijdens evenementen gerust succesvol noemen.
‘Ze dachten: Als Jesse stopt, stop ik ook. Maar het verschil is dat zij geen plan B hadden.’
Is dat ook nog een beetje dankzij die anderhalf jaar hbo? ‘Over marketing wist ik eigenlijk alles al maar op het gebied van recht heb ik tijdens mijn opleiding zeker iets geleerd. Verder heb ik geleerd om met verschillende mensen te kunnen samenwerken.’
Saillant is de studieopdracht over internationaal ondernemen die hem een extra zetje gaf om met de opleiding te stoppen. Jesse: ‘Ik moest een buitenlandse ondernemer interviewen over zijn succesverhaal. Ik kwam bij iemand in het Midden-Oosten terecht en dat contact leidde tot een opdracht voor een van mijn bedrijven.’
Blijven netwerken
De ondernemer is blijvend bezig de juiste mensen te leren kennen. ‘Je netwerk uitbreiden is belangrijk!’, stelt Jesse die zelf evenementen organiseert en lezingen die hij geeft ‘gebruikt’ om potentiele klanten te ontmoeten.
Veel van Jesse’s leeftijdsgenoten en voormalige studiegenoten studeren nog of zijn net afgestudeerd en werken in loondienst. Een enkeling volgde het voorbeeld van Jesse door met de opleiding te stoppen, een besluit dat hij niet per se toejuicht. ‘Ze dachten: Als Jesse stopt, stop ik ook. Maar het verschil is dat zij geen plan B hadden.’
Jesse zal anderen dan ook niet snel adviseren om hun opleiding niet af te maken. ‘Als je bijvoorbeeld dokter wilt worden, is het afronden van je studie logisch. Verder hangt het van je basiskennis af. Ik wist al veel over onder andere marketing omdat ik er in mijn vrije tijd mee bezig was. Als dat niet het geval is, kan een opleiding zoals small business een houvast zijn.’
Recruiters: ‘Altijd benieuwd naar verhaal achter het niet afmaken van opleiding’
Drop-outs Bob, Aman en Jesse leerden en leren vooral door te doen, en benadrukken alle drie het belang van netwerken. Mounia Houari bevestigt het belang daarvan. Ze is oud-human resource management-student van de HR (afgestudeerd!) en heeft inmiddels vele jaren ervaring als recruiter.
‘Het is belangrijk om op de radar te blijven. De gemeente Rotterdam en de Kamer van Koophandel organiseren regelmatig meetings. Als je daarnaartoe gaat, hebben mensen die je online kennen je ook een keer gezien.’ Online netwerken is eveneens belangrijk, meent Houari. ‘Als je regelmatig iets post op je LinkedIn-pagina, krijgen mensen een beeld van je. Ik merk ook dat de beste medewerkers binnenkomen via collega’s die al bij het bedrijf werken. Zo van “Ik ken hem al tien jaar en hij is goed in dat en dat…”.’
Ergens goed in zijn is uiteraard een aanbeveling maar voor niet-afgestudeerden vindt Bjorn Boek, interim HR business partner én hrm-docent op de HR, dat niet genoeg. ‘Je moet je afvragen hoe uniek je bent. Als je ondernemer bent, maakt het mogelijk niet zoveel uit maar bij gelijke geschiktheid kies ik toch voor een afgestudeerde. In het bedrijfsleven word je uiteindelijk ook ingehaald (wat betreft promotiemogelijkheden en salarisverhogingen, red.) door mensen met een diploma’, is zijn ervaring.
Niet bij voorbaat kansloos
Voor Houari ligt dat anders. Personen zonder afgeronde opleiding zijn voor de recruiter niet bij voorbaat kansloos voor een mooie functie. ‘Ik werf vooral it’ers en kijk eigenlijk nooit naar opleiding. Iemand moet vooral in de cultuur van een bedrijf passen, snel kunnen leren en mee kunnen veranderen. Het is belangrijk om vooral naar de competenties te kijken. Als iemand zijn opleiding niet heeft afgemaakt, ben ik altijd wel benieuwd naar het verhaal daarachter. Het kan zijn dat je de middelen niet had om te studeren, of omdat er op dat moment iets belangrijkers gebeurde in je leven.’
Boek was rond de eeuwwisseling nog aan het studeren voor z’n opleiding personeel & arbeid (de oude naam van human resource management) toen hij een baan aannam. Aanvankelijk besloot hij z’n opleiding aan de HR niet af te maken. Maar daar kwam hij van terug. ‘Ik merkte dat mensen met een papiertje meer bereikten, dus heb ik m’n opleiding toch, in deeltijd, afgemaakt.’
Boek vindt overigens niet elke niet-afgemaakte opleiding hetzelfde. ‘Als je na de havo het hbo niet afrondt, heb je geen beroepsopleiding afgemaakt. Als je vanuit het mbo naar het hbo gaat uiteraard wel. Ik vind het ook nogal verschil maken of je maar twee jaar hebt gestudeerd of vier jaar en bijna klaar bent.‘ Maar een diploma heeft altijd de voorkeur. Boek: ‘Het laat ook zien dat je dingen kunt afronden, dat je een doorzetter bent.’
Tekst: Jos van Nierop
Fotografie: Wouter Le Duc
Super leuk artikel Jesse! Erg inspiratievol.