De Hogeschool Rotterdam besloot eind vorig jaar de toelatingseisen voor internationale masteropleidingen te verscherpen. Het gaat daarbij met name om de beheersing van de Engelse taal.

Niet meewerken aan vermoeden van illegaliteit

Aanleiding was de constatering dat een aantal studenten die de taal niet goed machtig waren, kort na de start van de opleiding uit beeld raakten en geen contact meer opnam. De HR had het vermoeden dat de betreffende studenten hun verblijfsvergunning misbruikten om in of via Nederland in de illegaliteit te verdwijnen. Daar wil de hogeschool niet aan meewerken.

Tweede Kamerleden Van Toorenburg en Van de Molen van het CDA wilden van de regering weten of er inderdaad sprake is van studenten die op deze manier uit beeld raken, en om hoeveel studenten het dan gaat.

‘Nauwelijks signalen’

Van Engelshoven en staatssecretaris Broekers-Knol (justitie en veiligheid) noemen in hun antwoorden op de vragen geen aantal. Ze stellen wel dat er ‘nauwelijks signalen zijn dat internationale studenten moedwillig misbruik maken van de toelatingsregeling (…) en in de illegaliteit verdwijnen’. Van Engelshoven en Broekers-Knol zien dan ook geen reden er extra inzet op te plegen.

De regering heeft daarbij ook geen reden om aan te nemen dat het probleem zich in andere EU-landen voordoet, wordt duidelijk uit een van de antwoorden op de vragen. Er zijn geen onderzoeken over bekend en ook het Europese samenwerkingsverband van IND-organisaties maakt geen melding van het eventuele probleem.

Land uit eigen beweging verlaten

Internationale studenten krijgen voor hun verblijf in Nederland een verblijfsvergunning die weer wordt ingetrokken als de student al dan niet voortijdig de opleiding beëindigt. Het is aan de onderwijsinstellingen om de personen bij de IND af te melden en de gewezen student moet uit eigen beweging het land verlaten.

Tekst: Jos van Nierop