Op dit moment wordt het praktijkgericht onderzoek centraal en binnen één instituut georganiseerd: het instituut voor onderzoek en innovatie (IOI). Het huidige college van bestuur vindt dat de relatie tussen onderwijs en onderzoek moet worden versterkt, en daarmee de betrokkenheid van lectoren en hoofddocenten bij het onderwijs. Dat dat moest gebeuren was al bekend vanaf het moment dat het Focus-beleid in januari werd gepresenteerd. Het ‘hoe’ was nog niet duidelijk. Vandaag werd ‘Focus: de eindrapportage’ gepubliceerd en daarin staat dat het einde van het onderzoeksinstituut nabij is.

Kenniscentra worden gekoppeld aan instituten
Om de relatie met het bacheloronderwijs te versterken gaat elk kenniscentrum intensief samenwerken met één of meerdere instituten. Daarbij ligt de volgende verdeling voor de hand:

• Creating 010: WdKA en CMI
• Het kenniscentrum dat zal bestaan uit de samenvoeging van Mainport Innovation en Sustainable Solutions: IGO, EAS en RMU
• Zorginnovatie: IvG
• Talentontwikkeling: IvL en ISO
• Innovatief Ondernemerschap: IBK, COM, RBS en IFM

College stuurt kenniscentra en bedrijfsbureau aan
De portefeuillehouder in het college van bestuur van de betreffende instituten zal de kenniscentra aansturen. De directeuren van deze instituten worden ‘in een zwaarwegende adviesrol betrokken bij de vaststelling van het vierjarige strategische programma en de jaarlijkse werkplannen van de kenniscentra’, zo is te lezen in de eindrapportage.

De huidige backoffice van het IOI wordt omgevormd tot het bedrijfsbureau voor de kenniscentra. Het college van bestuur zal ook dit bedrijfsbureau gaan aansturen.

Lectoren en hoofddocenten in curriculum- en beroepenveldcommissie
Daarnaast regelt elke opleiding de participatie van een lector of hoofddocent in de curriculum- en beroepenveldcommissie. Dat zorgt ervoor dat de aandacht voor onderzoek in de opleidingen wordt gegarandeerd.

Morgen publiceert Profielen reacties op dit nieuws.

Dorine van Namen