De GGD is naar aanleiding van de tbc-besmetting begonnen met een contactonderzoek.

‘In eerste instantie worden de mensen onderzocht die veel contact hebben met de student zoals familieleden, klasgenoten en docenten’, stelt de Hogeschool Rotterdam. De 26 klasgenoten en docenten van de besmette student worden morgen, dinsdag 3 maart, op de locatie Kralingse Zoom onderzocht. Begin volgende maand verwacht de GGD de uitslagen van dit onderzoek. Aan de hand van de uitslagen bepaalt de GGD dan of er uitbreiding van het onderzoek nodig is.

Staartje wordt staart
Een andere tbc-besmetting, van een jaar geleden, blijkt daarnaast een staartje te hebben gekregen; bij een oud-student van de Rotterdam Academy, locatie Pieter de Hoochweg, is onlangs tuberculose (tbc) vastgesteld. Het gaat bij deze persoon om een niet-besmettelijke vorm van tbc. Dit tbc-geval heeft geen verband met de besmetting op de Kralingse Zoom, blijkt uit onderzoek van de RIVM (het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

Omdat de bacterie van dit ziektegeval dezelfde is als die begin 2014 bij een andere student van de Rotterdam Academy werd gevonden, volgt nu een uitgebreid onderzoek bij alle studenten en medewerkers die in de periode van 1 september 2013 tot en met 1 januari 2014 aanwezig waren op de Rotterdam Academy. Dit om er zeker van te zijn dat de bacterie van destijds (dus begin 2014) niet meer mensen heeft besmet. In totaal zijn dit ongeveer 740 personen. Daarnaast worden zo’n 200 oud-studenten door de GGD opgeroepen om het onderzoek bij de GGD in hun woonplaats te laten doen.

Het onderzoek vindt plaats op maandag 23 en dinsdag 24 maart op de locatie Pieter de Hoochweg. De uitslag van dat onderzoek verwacht de GGD begin april. Volgens de GGD is er nu en was er de afgelopen periode op de locatie Pieter de Hoochweg geen besmettingsgevaar.

Mantouxtest
Het onderzoek bestaat uit een Mantouxtest waarbij een medewerker van de GGD een kleine hoeveelheid vloeistof in de huid van de onderarm spuit. De test wordt drie dagen later beoordeeld door de GGD-medewerker. Het lichaam reageert, in de vorm van een bultje waar de vloeistof is ingespoten, als het eerder in contact is geweest met de tuberculosebacterie of met bacteriën die erop lijken.

Geïnfecteerd
Uit het onderzoek van een jaar geleden bleek één klasgenoot van de toen besmette student ziekteverschijnselen te hebben (niet-besmettelijke tbc) en acht klasgenoten en een docent hadden een tuberculose-infectie (besmetting). Zij waren drager van de bacterie, maar niet ziek en niet besmettelijk. Deze negen zijn preventief behandeld met medicijnen om te voorkomen dat ze ziek zouden worden. De klasgenoot met ziekteverschijnselen is behandeld met een medicijnkuur, deze persoon was niet besmettelijk.

Te beperkt?
Daarop besloot de GGD het onderzoek op de locatie Pieter de Hoochweg niet verder uit te breiden omdat de kans op besmetting van mensen die weinig direct contact hebben gehad met de bron, klein was. Is het onderzoek toen, achteraf gezien, te beperkt geweest?

‘Tbc-onderzoek gebeurt in Nederland via het zogenaamde ringprincipe’, legt Nathalie de Rechter uit. Zij is communicatieadviseur van de GGD. ‘In de eerste ring zitten mensen die het meeste contact met de patiënt hebben gehad, meestal de huisgenoten. In de tweede ring worden mensen onderzocht die minder contact met de patiënt hebben gehad. De derde ring bestaat uit mogelijke incidentele contacten, zoals bijvoorbeeld een supermarktbezoeker of een treinreiziger. Op grond van de gevonden infecties in de eerste en tweede ring bepaalt de GGD of het nodig is de mogelijke incidentele contacten te onderzoeken.

‘De mensen die vorig jaar veel contact hadden met de student, namelijk de klasgenoten en de betrokken docenten, zijn onderzocht. Hoe vaker iemand contact heeft met een persoon met besmettelijke tbc, hoe groter de kans is op een infectie met tbc. Het contactonderzoek van vorig jaar bevestigde dit; onder de klasgenoten werden enkele infecties gevonden en onder de docenten, die minder intensief contact hadden met de student dan de klasgenoten, werd slechts één infectie gevonden. De GGD zag op basis van deze uitkomst geen aanleiding om het onderzoek verder uit te breiden naar studenten en medewerkers met een naar verwachting veel kleinere kans op besmetting.

‘Een dergelijke uitbreiding als nu bij de hogeschool komt in Rotterdam niet vaak voor. Soms wordt bij zo’n groot contactonderzoek toch een aantal infecties gevonden, maar het is ook al voorgekomen dat bij vele honderden onderzochte personen geen infecties werden vastgesteld. In het laatste geval heeft de tweede patiënt van de locatie Pieter de Hoochweg gewoon heel veel pech gehad dat hij of zij besmet is geraakt en vervolgens ook nog eens de ziekte ontwikkelde.

‘Waarschijnlijk is de oud-student ergens in het gebouw besmet. De kans op besmetting in dit soort situaties is dus in het algemeen klein tot erg klein. Maar soms staat iemand net ‘op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats’, naast iemand die aan het hoesten is en achteraf tbc blijkt te hebben. Zo kan iemand toch besmet raken.’