De studieplanning is gemaakt, de mailtjes om docenten te herinneren aan mijn voorzieningen staan uit, het project voor de lesvrije week is bepaald, de stage is afgezegd en de piekersessies over wat er allemaal wel niet mis kan gaan tijdens de tentamenweek zijn in volle gang.
Nog twee keer naar school voor college en dan mag ik al het geleerde van de afgelopen periode weer gaan demonstreren in vernuftige antwoorden op breinbrekende tentamenvragen. En eigenlijk vind ik dat helemaal niet erg.
Dat ik een studiebol ben, is absoluut geen geheim en daarom zal het ook niet als een verrassing komen dat ik het leuk vind om presentaties te geven, essays te schrijven, dossiers in elkaar te zetten en projecten uit te voeren. Vorig jaar heb ik enorm genoten van de laatste periode, toen we een tijdschrift moesten maken en een essayopdracht kregen over de definitie van adolescentieliteratuur. Op bezoek gaan bij een mbo-school? Kom maar op met die luisterrijke inzichten. Een presentatie geven over een gehouden onderzoek? Laat mij maar lekker opscheppen over wat ik heb geleerd. Dossieropdrachten inleveren? Ik leef me uit met stijlprofielen en afbeeldingen in Word. Tentamens maken? Yes, ik heb onwijs mijn best gedaan de collegestof erin te stampen en er iets van te leren en dat zullen die docenten weten ook! Ik schaam me er niet voor dat ik nog nooit een hertentamen heb hoeven maken en ik schaam me er evenmin voor dat ik al eens een tien heb gehaald. Niets fijner dan het besef dat mijn resultaten mijn positieve studiekeuze bevestigen.
Ik schaam me er niet voor dat ik nog nooit een hertentamen heb hoeven maken.
Maar tentamens maken met een functiebeperking… dat is heel wat minder leuk. Eigenlijk vooral zenuwslopend. Heel precies uitkienen wanneer de taxi moet komen, want ik mag natuurlijk niet te laat komen, en ik wil me ook niet door mijn tentamen heen moeten haasten omdat de chauffeur staat te wachten. Zoeken naar het lokaal voor de dyslectische docenten en me dan een beetje buiten de boot voelen vallen omdat ik geen dyslexie heb zoals zij, maar slechtziend ben. En de gedachte: ik maak als student Nederlands een tentamen in het dyslexielokaal, dat zouden ze eens moeten weten. Sowieso, een docent met dyslexie… lijkt mij persoonlijk nog lastiger dan een docent met een audiovisuele beperking.
O, en dan moet ik het nog hebben over de loodzware laptop die ik moet ophalen en afleveren en die nooit volledig opgeladen zijn, de docenten die vergeten een usb-stick mee te geven zodat ik mijn tentamen niet kan opslaan (PANIEK!) en de voortdurende angst dat ik het verkeerd heb opgeslagen op de stick. En wat dacht je van het maken van een tentamen in het reguliere lokaal? Dat betekent: zoeken naar een plaats vanwaar medestudenten niet op mijn beeldscherm kunnen spieken. Tja.
Toch gaat het elke keer prima, op wat sporadische strubbelingen na zoals hierboven beschreven. En elke keer is er een soort blijdschap: het is me gelukt, ik heb het toch maar weer achter de rug. Blijdschap die nog versterkt wordt bij het zien van een mooi cijfer, zeker als ik daar niet zo zeker van was. Ja, ik zal vast weleens een tentamen opnieuw moeten doen, maar tot nu toe had ik steeds een ruime voldoende als ik me onzeker voelde over mijn prestaties, dus dat lijkt me een goed teken.
Mijn studie geeft me energie.
Die blijdschap komt ook nog ergens anders vandaan: ik heb het überhaupt kunnen doen. In periode drie van vorig schooljaar moest ik verstek laten gaan bij een tentamen omdat het toen fysiek zo slecht ging dat ik die dag een spoedonderzoek moest ondergaan. Dat tentamen heb ik later in mogen halen, met de docent in een apart kamertje zittend, zonder daarmee de herkansing te verspelen. Ook nu ben ik wel eens zo moe, zwak of ziek dat ik denk: zal ik het doen? Zal ik mijn studiebegeleider vragen om een ander toetsmoment? Maar ik doe het niet: omdat het nog nooit écht nodig is geweest en ook omdat ik energie krijg van het maken van tentamens. Ja, dat lees je goed, ik krijg er energie van. Ik heb een keer een tentamen literatuurgeschiedenis gemaakt terwijl ik een vorm van buikgriep had en tijdens het enthousiast typen van argumentaties over Eline Vere en Max Havelaar ging ik me gewoon steeds beter voelen. Eigenlijk geen verrassing: mijn studie geeft me energie, op welke manier dan ook. Dus waarom zou het dan niet ook een beetje geneeskrachtig werken?
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top