Nogal wat mensen nodigden de cmr (centrale medezeggenschapsraad) en/of haar voorzitter zeer recent uit in gesprek te gaan over verschillende vernieuwende onderwijsprojecten. Ook de cmr is enthousiast over diverse initiatieven om aantrekkelijker, effectiever, minder uitval genererende concepten te ontwikkelen. De cmr juicht dit toe. We moeten met z’n allen inderdaad de handen aan de ploeg slaan om toenemende uitval van studenten van allerlei pluimage een halt toe te roepen of nog beter: het uitval-tij te keren.

Zodra in deze concepten elementen voorkomen waarbij hogeschoolbrede afspraken in het geding zijn, moet de cmr ook beoordelen in hoeverre de gehele hogeschool door het aanpassen van de afspraken geraakt wordt. Het betreft hier in het bijzonder de Hogeschoolgids en de OER (onderwijs- en examenregeling).

Nog niet zo lang geleden is het college van bestuur (cvb) erin geslaagd de cmr te laten instemmen met het afschaffen van de meeste compensatiemogelijkheden. Nu liggen er voorstellen om de compensatiemogelijkheden weer uit te breiden. De cmr zal moeten wegen of kortgeleden een verkeerd besluit is genomen. Of zijn er soms veranderde onderwijskundige inzichten die dit mogelijk zwalken van de cmr kunnen verantwoorden? Zo is ook de bsa-norm verhoogd naar 48 ec. Heeft dat significante resultaten gehad? Zijn er inzichten die aannemelijk maken dat 52 beter is, of 54, of 60 ec? Sinds jaar en dag werkt de hogeschool met het uitgangspunt dat bij elke toets één herkansingsmogelijkheid hoort. Is dat een slecht principe? Is dat geen redelijk recht voor studenten?

Welnu, beter onderwijs teneinde minder studenten uit de boot te laten vallen is fantastisch. Dat zouden meer mensen moeten willen! De vraag of bestaande regels, vastgelegd in de OER, hiervoor wel of niet op de schop moeten, is het dilemma waar de cmr zich over moet buigen.

De cmr heeft input ontvangen van diverse bronnen variërend van een voorzitter van een opleidingscommissie, imr-voorzitters (instituutsmedezeggenschapsraden), instituutsdirecteuren tot bevlogen docenten. Ook op Yammer is meermalen aandacht gevraagd. Zelfs dienstenmedewerkers mengen zich in de discussie. Niet met iedereen is persoonlijk gesproken, maar neem gerust aan: de cmr is in beroering, van het eerste tot het laatste studentlid en personeelslid.

De cmr is in deze kwestie in een open dialoog met het college van bestuur en voert zeker geen loopgravenoorlog zoals een collega onlangs ergens, ik meen op Yammer, smalend beweerde. Overigens zijn voor een loopgravenoorlog minstens twee partijen nodig die zich ingraven. Maandag 22 juni is de dag dat de cmr hoopt met het college van bestuur tot een goede uitwisseling van argumenten te komen. De leden zullen dan bepalen welk standpunt ze innemen ten opzichte van diverse voorstellen om de OER aan te passen en uiteindelijk zal hierover, naar ik aanneem in een goede verstandhouding, een weloverwogen besluit genomen worden.

Fons van Maldeghem
Voorzitter centrale medezeggenschapsraad