Het natuurcentrum (met een bezoekerscentrum waar onder andere scholieren natuurlessen kunnen krijgen) komt in het recent aangelegde natuurgebied Hooge Nesse. Het is afgelopen jaren vormgegeven en uitgetekend in de SUS-ateliers, de plek op RDM Campus waar bouwkundestudenten aan duurzame projecten werken. Dat gebeurt in een minor, met afstudeerders en ook met stagiairs. Op dit moment zijn dat er vijftien, dertien mbo’ers en de twee genoemde hbo’ers. En komend studiejaar buigt zich weer een volgende lichting studenten over de bouw van het centrum.

Het komt er echt

‘Er is wel een aannemer die het project leidt, maar verder wordt alles gedaan door studenten’, vertelt Samantha die het mooi vindt om tijdens haar stage aan iets duurzaams te werken dat er bovendien – binnen ongeveer anderhalf jaar – ook echt gaat komen. ‘Zelf ben ik bezig met de draagconstructie van de kas die een deel van het gebouw gaat worden.’

Met behulp van tekeningen die al door eerdere groepen studenten zijn gemaakt, kijkt Mathias naar de maten van het glas van de kas en naar de waterdichtheid van de constructie. Mathias: ‘Ik ben soms met details bezig waaraan je constant iets verandert. Daarbij moet ik er rekening mee houden dat het vaste deel van het gebouw zwaarder is dan de kas en daardoor sneller verzakt. Dat heeft invloed op de manier waarop regenwater wordt afgevoerd. Het zou bijvoorbeeld tot lekkage kunnen leiden.’

Wilgentakmuren

Een van de in het oog springende duurzame aspecten van de nieuwbouw zijn de wilgentakmuren. Er zijn inmiddels een paar proefmuurtjes gemaakt waarbij de wilgentakken in elkaar zijn gevlochten of opgestapeld zijn in een smalle bak. Ze staan nu buiten om te kijken hoe ze het doen bij de verschillende weersomstandigheden. Verder wordt er met zonnepanelen energie opgewekt en zal de fundering van het bezoekerscentrum bestaan uit al eerder gebruikte stalen liggers en Stelcon platen.

Samantha en Mathias vinden het een spannend project, omdat hun eigen planning en werktempo gevolgen heeft voor het hele proces én omdat ze mbo-studenten moeten aansturen. Samantha: ‘Dat aansturen is een competentie waaraan je tijdens je stage moet werken, alleen heb je hier niet met bouwvakkers maar met andere studenten te maken.’ Dat is best moeilijk, ervaart ze. ‘Je moet toch een beetje de baas spelen over anderen die ook student zijn. Wat betreft het maken van bouwtekeningen doen zij hetzelfde als wij; misschien dat wij iets dieper nadenken over bepaalde punten.’

De samenwerking met de mbo’ers verliep overigens niet meteen van een leien dakje. Mathias: ‘Na een week of vijf kregen we pas door wat hun kwaliteiten zijn, en pas toen wisten we dus hoe we ze kunnen inzetten.’

Jos van Nierop