‘Ik doe al zo’n twaalf jaar onderzoek naar wolkenkrabbers en ik ben er nog steeds niet klaar mee’
Gerard Peet is docent stedenbouw en planologie en geeft een keuzevak over de geschiedenis van wolkenkrabbers. ‘Mijn doel is om uiteindelijk van iedere stad met wolkenkrabbers in de wereld te laten zien welke de eerste was.’
‘Waar mijn fascinatie voor wolkenkrabbers vandaan komt? Het overkomt je. Ik heb ooit een boek over pinguïns geschreven. Ik stelde dezelfde vraag aan mensen die iets deden met pinguïns, zoals striptekenaar Toon van Driel. Over het algemeen kwamen ze niet verder dan ‘nou ja, ze zijn grappig’. Bij de meesten merkte ik dat het ze overkomt en dat ze er niet voor hebben gekozen. Dat heb ik ook met wolkenkrabbers.
‘Natuurlijk, de eerste keer dat ik door New York liep was ik helemaal overweldigd door die dingen, maar dat zorgt er niet voor dat ik er les over wil geven. Misschien is het wel zo dat vanaf het moment dat ik er les over ging geven en ik er meer over te weten kwam, het steeds fascinerender werd. Soms stellen studenten vragen waardoor je aan het denken gezet wordt en dat inspireert telkens om dingen op te zoeken.
Een van de meeste verrassende conclusies van mijn onderzoek is dat de lift ervoor gezorgd heeft dat de economie van de wolkenkrabber werd omgekeerd.
‘Een van de meeste verrassende conclusies van mijn onderzoek is dat de lift ervoor gezorgd heeft dat de economie van de wolkenkrabber werd omgekeerd. Terwijl in de literatuur de opkomst van de wolkenkrabber bijna altijd wordt gekoppeld aan de stalen constructies die mogelijk werden. Daardoor zouden de wolkenkrabbers steeds hoger worden.
‘Vóór de lift waren de bovenste verdiepingen veruit het goedkoopst want niemand wilde zo ver traplopen. De bovenste verdiepingen brachten niet genoeg op om er steeds weer verdiepingen aan toe te voegen. Met andere woorden: het was vanaf een bepaald moment economisch niet interessant genoeg meer om steeds hoger te bouwen. Vanaf het moment dat er een lift kwam, draaide dit om. Dan zijn opeens de bovenste verdiepingen het duurst en kan het dus wel uit om steeds hoger te bouwen.
‘Toen ik me jaren geleden ging verdiepen in de geschiedenis van de wolkenkrabber merkte ik dat alles ontzettend op Amerika is gericht. Nu is het wel zo dat daar in het begin veruit de meeste en hoogste wolkenkrabbers werden gebouwd, maar buiten Amerika gebeurde ook heel veel. Deze gebouwen krijgen amper aandacht in de boeken, en staan letterlijk in de schaduw van de Amerikaanse wolkenkrabbers.
‘Toch intrigeerden deze gebouwen mij en tijdens de lessen merkte ik dat de studenten ook geïnteresseerd waren. Het is voor mij de aanleiding geweest om uitgebreider onderzoek te doen naar de wolkenkrabbers buiten de Verenigde Staten. Zo verzamel ik extra lesstof en al die lessen bij elkaar moeten ooit een boek gaan vormen.
‘Dankzij mijn onderzoek werd ik een paar jaar geleden gevraagd een artikel te schrijven voor het Amerikaanse blad CBTUH Journal. CBTUH (Council on Tall Buildings and Urban Habitat, red.) is een internationale organisatie die zich bezighoudt met hoge gebouwen en duurzaam stadsontwerp. Het artikel moest antwoord geven op de vraag wat wereldwijd de eerste echte wolkenkrabber was. Een leuke opdracht, dus ik ging ermee aan de slag.
‘Ik ben allereerst op zoek gegaan naar het moment waarop het woord skyscraper voor het eerst werd gebruikt in kranten en tijdschriften. Ik ontdekte dat het aanvankelijk werd gebruikt voor paarden met heel lange benen, voor hoge hoeden, het bovenste stuk van de masten van zeilschepen, en bij cricket en honkbal wanneer een verkeerd geslagen bal recht omhoog de lucht in schiet. Eigenlijk werd voor alles wat maar hoog was de term skyscraper gebruikt, pas later komt er een moment dat het woord voor het eerst gebruikt wordt voor gebouwen.
‘Van al die gebouwen waarvoor het woord skyscraper werd gebruikt, had ik een lijstje gemaakt om te kijken wat de gemeenschappelijke eigenschappen waren. Zo kwam ik tot de definitie van de oorspronkelijke wolkenkrabber: een gebouw van meer dan 35 meter hoog met minimaal acht verdiepingen. De volgende vraag was of er vóór die tijd ook al gebouwen waren die aan die definitie voldeden. En die waren er. Weliswaar niet veel, maar ze waren er wel.
In de Romeinse tijd had je al de Insula Felicula, dit gebouw had twaalf verdiepingen en stond in Rome. Het was bijzonder genoeg voor de reisgidsen uit die tijd om te benoemen.
‘In de Romeinse tijd had je al de Insula Felicula, dit gebouw had twaalf verdiepingen en stond in Rome. Het was bijzonder genoeg voor de reisgidsen uit die tijd om te benoemen. Dan praat je over de derde, vierde eeuw. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen. Daarom wordt de titel van mijn boek: Een aanvullende geschiedenis van wolkenkrabbers. De Amerikaanse geschiedenis kun je niet ontkennen, maar er is meer dan dat.
‘Het artikel leidde tot een uitnodiging van CBTUH Journal om te helpen bij een congres dat ze eind dit jaar in Chicago houden. Het verraste me nogal dat ik werd gevraagd, maar ik vind het wel heel erg leuk en eervol. Ik heb papers beoordeeld die werden ingestuurd en zit straks in een panel met allerlei mensen die een grote inspiratie voor me zijn. Zelf heb ik ook een paper ingediend en ik ben uitgenodigd om daarover een lezing geven. Ik vind het mooi dat een onderzoek van Hogeschool Rotterdam op deze wijze internationaal de aandacht trekt.
‘Tijdens mijn lezing laat ik zien wat de eerste wolkenkrabber van elk werelddeel is. De titel is Born from awe omdat de definitie van wolkenkrabbers telkens verandert naarmate ze hoger worden. Ik zocht daarom naar een woord dat het gevoel omschrijft dat mensen krijgen als ze een wolkenkrabber zien. Awe betekent verwondering, bewondering, ontzag. Dat raakt dit gevoel het best.
‘Volgens mij doe ik nu al zo’n twaalf jaar onderzoek naar wolkenkrabbers en ik ben er nog steeds niet klaar mee. Ik heb nog teveel ideeën voor de toekomst. Mijn doel is om uiteindelijk van iedere stad met wolkenkrabbers in de wereld te laten zien wat de eerste was. Het lijkt me leuk om daar een mooie tentoonstelling van te maken met mooie fotografie.
‘En natuurlijk moet het boek af, maar een goed boek heeft tijd nodig. Het wordt steeds rijper in je hoofd en je gaat nieuwe verbanden zien. Van mij mag het best een hogeschoolboek worden, maar daar moet ik nog even over praten met de mensen die hier over gaan.’
Tekst en foto: Wietse Pottjewijd
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top