‘Je bent op een veel diepere manier met de Matthäus-Passion bezig als je zo’n stuk zingt’
Harald Miedema is lector arbeid en gezondheid bij Kenniscentrum Zorginnovatie. Hij heeft hard gerepeteerd om uit volle borst de Matthaüs-Passion te zingen: ‘Tijdens de uitvoering leef ik ontzettend mee en op sommige momenten krijg ik echt kippenvel.’
‘Dit jaar zing ik met Toonkunstkoor Amsterdam de Matthäus-Passion (het lijdens- en sterfverhaal van Jezus, red.) in het Concertgebouw in Amsterdam. Ik heb ooit eerder meegezongen met het jongenskoor in De Oosterpoort in Groningen. Dat was nog voordat ik de baard in de keel kreeg. Inmiddels is mijn stem wat lager en zit ik in de baritongroep. We hebben nu twee uitvoeringen gehad en beide keren gingen erg goed. Op Goede Vrijdag is de grote finale.
‘Met een vriend zong ik al in het Toonkunstkoor Leiden, maar vanwege hun repertoire zouden we daar nooit zoiets als de Matthäus-Passion kunnen doen. Daarom besloten we om ook bij het Amsterdamse koor te gaan. Sinds 1899 voert dit koor traditiegetrouw jaarlijks op Goede Vrijdag de Matthäus-Passion op in het Concertgebouw; een unieke plek met een bijzondere akoestiek. Ik had nooit gedacht dat ik de mogelijkheid zou hebben daar op te treden.
‘Het is een enorme uitdaging om in zo’n koor met topmuzikanten en topsolisten te komen. Je moet op auditie zingen voor de dirigent en als hij het goed genoeg vindt, mag je door. Daarna kijk je of je mee kunt met het niveau van de rest. Dat betekent hard oefenen. In de weekenden repeteerde ik vaak zo’n drie tot vier uur en dan pakte ik er soms ook nog een doordeweekse avond bij. Daarnaast hadden we met beide koren een avond per week repetitie. Dat was best intensief.
‘Tijdens de uitvoering leef ik ontzettend mee en op sommige momenten krijg ik echt kippenvel. De Matthaüs heeft heel grote contrasten met luide, felle stukken die worden afgewisseld met koren die soms heel zacht en gevoelig zijn. We staan met een koor van tachtig man en als iedereen dan heel zacht zingt, is dat indrukwekkend.
‘De manier waarop Bach het verhaal in de muziek heeft verwerkt, is bijzonder. Hij componeerde het ver voor de tijd van de opera, maar het lijkt er qua dramatiek en uitbeelding wel wat op. Veel andere muziekstukken zijn achtstemmig met een kinderkoor en vaak staan de melodielijnen vrij recht boven elkaar. Maar bij de Mathhaüs-Passion golven de stemmen door elkaar. Af en toe komen de verschillende zangstemmen bij elkaar waardoor sommige woorden nadruk krijgen.
‘Wat ik leuk vind, is dat je op een veel diepere manier met het verhaal bezig bent als je zo’n stuk zingt. Daardoor ga je ook de betekenis van de teksten beter begrijpen. Het is een heel meeslepend verhaal, of je nou wel of niet gelooft. De dirigent zegt altijd: “Het maakt niet uit waarin je gelooft, maar zorg dat je tijdens de uitvoering een diepere laag bereikt. Dan krijgt het meer inhoud.”
‘Na het slotkoor wordt het even helemaal stil. De zaal is dan ook stil. De vorige keer zag ik dat het de dirigent emotioneerde en dat had ik zelf ook een beetje. Het is heel mooi, zo mooi dat je er bijna met tranen in je ogen staat. Dat gevoel werkt naderhand nog een hele tijd na. Het is niet alleen een muzikale, maar zeker ook een spirituele ervaring.’
Tekst en foto: Wietse Pottjewijd
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top