Om te beginnen: alcohol hoort nou eenmaal bij het studentenleven, dat is helder. Al in de introductieweek wordt er een grote cantus gehouden voor de eerstejaars waarbij het bier rijkelijk vloeit en worden er in de kroeg tientallen zuipspelletjes gespeeld: beerpong, bussen, mexxen, slap cup, kingsen en ga zo maar door.

In  de kroeg gelden ook enkele regels die je tijdens het borrelen moet handhaven. Ik ga niet alle regels verklappen, maar een ding kan ik je wel aanraden: drink nooit met je rechterhand. Dan kan je immers een ander geen hand geven, toch?

Maar goed, je hebt altijd rare linkse gekkies die het nodig vinden om bijvoorbeeld te demonstreren bij een cantus die de campus in Nijmegen organiseerde. Trimbosmedewerker Lex Lemmers opperde dat gezelligheid ‘ook op andere manieren kan’ en ‘de focus niet op drinken hoeft te worden gelegd’. Zijn idee was dat de universiteit tijdens de introductieweek kan focussen op eten en drinken in de context van duurzaamheid en gezondheid.

Mag ik even lachen? Hoe denk je dat zo’n introweek eruit komt te zien? Met zijn allen lekker aan de salades en smoothies? Of je het leuk vindt of niet, alcohol is een gezelligheidsfactor. Dat stamt al uit de middeleeuwen en zal niet snel veranderen.

En het leuke is: je hoeft niet eens te drinken. Als je uit principe of om medische redenen geen alcohol consumeert, ga je lekker aan de ice tea of de cola! Iemand die ik ken drinkt al jaren geen alcohol meer, maar borrelt gewoon mee, net als iedereen. Je moet je allerminst laten beïnvloeden door groepsdruk. Uitspraken als ‘je moeder belde net, er moet meer gezopen worden’ zijn puur voor de grap.

De grootste misvatting is dat je ‘er niet bij hoort’ als je niet drinkt. Tuurlijk, als iedereen een biertje neemt, ben je geneigd dat óók te doen, maar het hoeft niet, je bent er vrij in. Sterker nog: mensen hebben stiekem juist respect voor degenen die zich niet laten opjagen door anderen.

Volg ons op Instagram