Voor de acties van de dolle mina’s en de provo’s was ik te jong en tijdens de demonstraties tegen de kruisraketten zat ik midden in de baby’s. Maar nu is er een grote onderwijsstaking en ik heb meegedaan. Hopelijk krijgt het onderwijs meer geld van minister Slob.
Ik besluit er helemaal voor te gaan en meld me bij de vakbond aan als vrijwilliger. De collega’s verklaren me voor gek. Ons team bezwijkt bijna onder de werkdruk. Wie heeft er nu tijd om te staken? En heb ik wel gezien wat voor weer het wordt?
Desondanks reis ik vroeg in de ochtend naar Den Haag en sluit me aan bij een groep ervaren kaderleden die, gewapend met laarzen en warme vakbondsdassen, klaarstaat om de stakingsbijeenkomst te leiden. Ik blijk ingedeeld bij de ordedienst. Dat zal wel lukken: lesgeven in het hbo is ook een soort ordedienst. We trekken oranje hesjes aan en lopen naar het Malieveld dat koud en modderig ligt te wachten op de dingen die komen gaan.
Op het podium speelt een steengoed schoolbandje. Even lijkt het een feestje en staan we allemaal te swingen. Tegen twaalven stroomt het veld vol. We roepen de mensen toe naar het midden te lopen. Dolf Jansen verschijnt op het podium. Hij kondigt verschillende sprekers aan die helaas geen van alle te verstaan zijn.
Ondertussen laat mijn buurman op zijn telefoon een interview met minister Slob zien. De minister toont weinig medeleven. Staak maar raak, is zijn boodschap, er komt toch geen geld. Mijn buurman stopt zijn telefoon weer weg. ‘Ik ga vast naar huis. Ik heb nog zoveel nakijkwerk.’
Een halfuur later loopt het Malieveld langzaam leeg. Ik lever mijn hesje in en ga op weg naar de trein. Daar tref ik, tot mijn verrassing, mijn vriendin Charlotte, een middelbareschooldocent. We praten over de staking. Dan vraag ik hoe het met haar gaat. Haar gezicht betrekt. ‘Ik zit al drie weken thuis met een burn-out. Hoe moet het nu met mijn eindexamenleerlingen?’ Daar heb ik geen antwoord op. Opeens voel ik geen spoor van feestelijkheid meer.
Kom op, minister Slob: doe wat!
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Volgens mij kunnen leraren beter actie gaan voeren tegen hun besturen. Er gaat heel veel geld naar onderwijs, maar het wordt door besturen verdeeld en die hebben nu eenmaal niet zo veel met het primaire proces. Een mooi flitsend gebouw is belangrijker. Bekend is inmiddels dat schoolconglomeraten voor tientallen miljoenen aan reserves hebben en dat dit bedrag elk jaar steeds groter wordt (tot nu toe). “Je kunt er geen structurele uitgaven mee doen” heet het dan. Maar tenzij die schoolbesturen gezegend zijn geweest met een rijke sponsor of een mooi legaat hebben ontvangen, zijn die reserves toch ook opgebouwd uit structurele inkomsten?
Lieve Bart, wat heeft jou zó cynisch gemaakt?! Onze bestuurders hebben ook een hart…precies dát hart waar jij nu op trapt… 🙁
In blog 129 las ik:
“Op de een of andere manier vind ik het feit dat mensen afstuderen belangrijker dan hoe lang ze erover doen. Ik gun jonge mensen in de moderne, jachtige tijd, met plezier wat meer tijd om hun diploma te halen. Ook al betaalt de hogeschool daar een hoge prijs voor: bijna 40% van onze studenten heeft in de bekostigingsgegevens de status van ‘onbekostigd’. Ik stel voor dat criticasters die erg snel het woord ‘rendementsdenken’ in de mond nemen dit eens goed op zich laten inwerken…”
Ga eens langs bij het CvB, hopelijk kan je met ze meedenken! Ze hebben er speciaal een inloopspreekuur voor ingesteld en kunnen jouw hulp wellicht hard gebruiken als je mooie ideeën hebt om ons onderwijs te verbeteren.
Als je eerst met mij wil praten, mag dat ook…ik ben dan wel geen CMR-lid meer maar ach…bloed kruipt waar het niet gaan kan…
lieve groet,
Simone
Enne…Maartje: Wat. Super. Dat. Je. Erbij. Was!!!
Een keer koffie doen? Ik zou het leuk vinden om medezeggenschapsnieuwtjes met je uit te wisselen én om je te vragen hoe het gaat ‘daar’ met jullie in het economisch domein!