Van Rotterdam naar Antwerpen: het is even omschakelen als het op communicatie aankomt. Ja, ook hier spreken ze Nederlands. Maar de zinsopbouw, manier van uitdrukken en, niet onbelangrijk, het volume van praten, zijn een ander verhaal.
Een ‘hallo’ van mijn kant is genoeg voor de gemiddelde Antwerpenaar om te begrijpen dat ik niet van hier kom. Over de taalbarrière valt veel te vertellen, maar er is een specifiek onderdeel dat me in zijn greep heeft: het woord proficiat. Of beter gezegd: ‘proficiat hè’.
Een paar maanden geleden viel het me voor het eerst op. Ik was op een lezing van een illustrator, en kocht na afloop haar boek. Ze ondertekende het, gaf het boek en zei: ‘Nou, proficiat hè!’ Opgewekt zei ik: ‘Ja, bedankt hè!’ Toen ik wegliep was ik echter een beetje in de war. Waarom proficiat? Proficiat dat jij begrijpt dat ik een virtuoze illustrator ben? Proficiat dat je genoeg geld hebt voor mijn boek? Let it go, besloot ik, en dacht er verder niet meer over na.
Enkele dagen later liep ik ietwat verdrietig de les binnen. Talent voor het verbergen van emoties heb ik niet echt en daardoor raakte ik met mijn leraar en medestudenten aan de praat. Ik vertelde hen dat ik sinds mijn komst naar Antwerpen al vijf keer was veranderd van (teken)stijl en dat ik deze identiteitscrisis knap lastig vond.
En jawel, daar kwam het weer. ‘Proficiat hè, wat goed dat je die strijd aan durft te gaan’, sprak mijn leraar me toe. Ja, daar zeg je me wat, dacht ik. ‘Nou bedankt hè’, was mijn antwoord weer. Blijkbaar was een identiteitscrisis hier iets positiefs.
Het proficiatverschijnsel heeft zich nog meerdere keren herhaald op momenten waarop in Rotterdam beslist geen felicitaties waren gegeven.
Er zijn in een gemiddelde week genoeg situaties die gewoon niet heel leuk zijn. Moeten samenwerken met een irritant persoon, een presentatie uit je duim zuigen omdat je je niet hebt voorbereid of te weinig geld hebben voor een kop koffie van 60 cent. Elkaar wat vaker feliciteren voor het feit dat je ‘de strijd aangaat’ vind ik een hartstikke goed idee.
Het doet me een beetje denken aan het proosten met willekeurig eten waar ik zelf een groot voorstander van ben. Samen vermoeid aan een kantinetafeltje zitten, twee slappe boterhammen pindakaas tegen elkaar duwen, en roepen ‘proost hè!’ Het werkt gewoon ontzettend stimulerend, ook als de insteek ironisch is.
Dus mensen: proost en proficiat hè! Dat je maar even lekker in de war mag zijn en je morgen wél een lekkere lunch hebt voorbereid.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Heb je uiteindelijk niet gewoon aan iemand gevraagd wat ze nou precies bedoelen met ‘proficiat hè’? Da’s geen schande, met vragen kom je verder dan gissen 😉 Verder leuk geschreven, dat dan weer wel!
Goed statement! Ik ga ‘m vanaf vandaag gebruiken. Ik ben ook benieuwd wat de Belgische connotatie van proficiat is!