In zijn blog ‘Overleven in het Antropoceen’ zegt Okke de Jong dat we ‘studenten nog kritischer moeten leren denken’. Ik ben het ermee eens dat kritisch leren denken een centraal element van ons onderwijs moet zijn. Het belang ervan is nauwelijks te overschatten.
We moeten er alleen niet te snel van uitgaan dat het tekort aan kritisch vermogen vooral bij studenten ligt. Dat vermogen is ook afhankelijk van de omstandigheden.
Een belangrijke voorwaarde om kritisch te kunnen nadenken is dat je er in grote lijnen op moet kunnen vertrouwen dat de informatie die je krijgt juist is. En dát is waar het in onze tijd vaak misgaat.
Want we weten niet meer welke informatie betrouwbaar en feitelijk is als de mensen die ooit enig gezag hadden zélf onduidelijk – of soms ronduit leugenachtig – zijn. Ik denk dan aan voormalig minister Halbe Zijlstra die destijds keihard loog over zijn aanwezigheid op de datsja van Poetin. En wanneer complottheorieën zoals Qanon een groot bereik krijgen, wordt het ook lastiger om onderscheid te kunnen maken tussen waarheid en onwaarheid.
Zo kunnen we in een spiegelpaleis van feiten, leugens en bullshit belanden. Het is dan moeilijk om op een gezonde manier kritisch te kunnen zijn, omdat er geen gezamenlijk idee meer is van wat we goed en slecht, of waar en onwaar vinden.
Terug naar onze studenten die kritisch moeten leren denken. Hoe schatten zij in dat die persoon voor de klas de waarheid spreekt, of dat in ieder geval zorgvuldig probeert? Hoe weten zij dat hun docent hen het goede wil leren?
Ik noem hier vijf kenmerken waaraan je dit kunt zien. Bij elk kenmerk geef ik kort aan welk gedrag erbij hoort en ook wat iemand doet die dit kenmerk niet heeft.
Betrouwbare docenten zijn intellectueel welwillend. Zo’n docent is erop gericht dat jij je ontwikkelt en beter leert denken. Zo’n docent wordt niet alleen maar enthousiast als je hun denkbeelden overneemt, maar laat ruimte voor jouw eigen denkproces.
Ze zijn intellectueel transparant. delen graag hun eigen perspectief open en eerlijk, zodat jij weet waar zij staan en ook wat voor hen nog niet helemaal duidelijk is. Zij doen dit niet om te laten zien hoe slim ze wel niet zijn.
Ze zijn helder in hun communicatie, erop gericht hun verhaal duidelijk over te brengen. Als een student het niet begrijpt, proberen zij het op een andere manier uit te leggen. Een docent die dit niet probeert, staat zelf waarschijnlijk niet achter zijn eigen verhaal.
Ze zijn sensitief voor hun publiek, geïnteresseerd in het perspectief en de behoeften van hun studenten en proberen daar op aan te sluiten. Een docent die dit niet doet is vooral met zijn eigen mening bezig.
Ze geven intellectuele begeleiding, ze zijn geduldig en nemen de tijd om een student te volgen in zijn of haar leerproces en begrijpen de obstakels die de student daarin tegenkomt. Een docent die dit niet doet wordt ongeduldig als een student niet snel tot de juiste oplossing van een vraagstuk komt.
Ik ben benieuwd of studenten deze punten in hun docenten herkennen.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Hier boven staat ‘Een belangrijke voorwaarde om kritisch te kunnen nadenken is dat je er in grote lijnen op moet kunnen vertrouwen dat de informatie die je krijgt juist is. En dát is waar het in onze tijd vaak misgaat.’
Als je je regelmatig afvraagt OF de informatie juist/waar is, dat kan je ook kritisch denken noemen, of wel: neem niet alles domweg aan!
Hoi Corstin,
Mooi stuk en het lijkt mij inderdaad handig dat studenten kritisch leren denken. Een docent is daar zeker een belangrijk onderdeel in. Bij mijn opleiding merk ik de vijf kenmerken in de docenten die je hierboven hebt neergezet. Alleen lijkt het mij ook belangrijk dat er meer aandacht wordt besteed aan in oplossingen denken. Aan alles kan je snel nadelen zien, maar wie komt er met ”het” juiste idee? 🙂
Groetjes,
Thomas
Mooi voorbeeld van hoe kritisch denken dus wel lukt als je de beoordelingscriteria kent van de informatie die je krijgt. Het gesprek over het met elkaar vaststellen van die criteria is dus heel waardevol.
Top! Dankjewel.
@ hedda van raalte: “Als je je regelmatig afvraagt OF de informatie juist/waar is, dat kan je ook kritisch denken noemen, of wel: neem niet alles domweg aan!”
Je afvragen of de informatie die je krijgt wel juist / waar is, is inderdaad al een vorm van kritisch denken. Zelfs als dat niet meteen leidt tot een antwoord op die vraag. Maar op een gegeven moment moet je toch iets aannemen als (voorlopige) waarheid. Het punt dat ik wilde maken is dat het in onze tijd best moeilijk is geworden om te bepalen van welke informatie je het beste op aan kunt. Hoe kritisch je ook probeert te denken.
@ Thomas: “Alleen lijkt het mij ook belangrijk dat er meer aandacht wordt besteed aan in oplossingen denken. Aan alles kan je snel nadelen zien, maar wie komt er met ”het” juiste idee?”
Ja goeie! Ik denk dat het ook nodig is dat je leert hoe en wanneer je een beslissing neemt. Je kunt niet eeuwig blijven nadenken. Er moet ook gehandeld worden. Voor mij is het nog wel een vraag hoe je tot een goede beslissing (of oplossing) komt. En hoe bepaal je of dat de ‘beste’ beslissing is of “het” juiste idee?
Het kunnen bedenken van een oplossing kan daarom volgens mij niet los gezien worden van het denkproces dat je naar die oplossing bracht.
Anders is een oplossing gewoon een proefballonnetje en daar hebben we geen gebrek aan in deze tijd.
Super, Corstin!!! (en Hedda, en Thomas, en Afke, en Marie-José).
Wat we m.i. dus nodig hebben is een goed compas! Vanuit welke Waarden spreek je als docent (of decaan, of medewerker, of manager, of directeur, of bestuurder…)?!
Ik las ergens THINK Before You Speak:
Is it:
True?
Helpful?
Inspiring?
Necessary?
Kind?
Daar zal dan weer wel vanalles op af te dingen zijn… 😉 Maar ik vind het een behulpzame acronym!
Bedachtzame groetjes, veel sterkte gewenst allemaal in deze vreemde tijden (waarin onze mening wellicht meer beïnvloed wordt door algoritmes in onze eigen bubble dan we onszelf durven bekennen…)
xxx Simone