Blog Menno: Taal maakt nog meer kapot dan geweld
Blog van MennoGepubliceerd: 4 days ago
Weet jij wat er bedoeld wordt met de zin ‘Hogeschool Rotterdam heeft een sterke P&C- en begrotingscyclus waarbij de instituten in de zogenaamde bilorondes het gesprek voeren met het CvB over voortgang van gemaakte afspraken’? Ik niet. Moet je je voorstellen dat je als student in de medezeggenschap hier iets zinnigs over moet zeggen.
Nog geen veertig jaar geleden was de gemiddelde hogeschool even groot als een basisschool. Als student kende je de directeur. Had je een probleem, dan klopte je toch even aan? Inmiddels heeft de Hogeschool Rotterdam meer dan veertigduizend studenten.
Naarmate een hogeschool groter wordt, verandert de relatie tussen student en directeur. Er ontstaan steeds meer managementlagen tussen de directeur en het onderwijs. De directeur staat niet meer in contact met de student, maar voert beleid aan de hand van abstracte cijfers.
Ik ben niet tegen de groei van de hogeschool. Maar de medezeggenschap is niet meegegroeid. Sinds de jaren 1980 is de vorm van de medezeggenschap nauwelijks veranderd.
Ik zit in mijn imr-tijd (instituutsmedezeggenschapsraad) aan tafel met negen andere raadsleden en de instituutsdirecteur en zijn adviseurs. De medewerkers in de raad vuurden de ene na de andere kritische vraag af. De directeur reageerde met eindeloze oneliners. ‘Dat ga ik even navragen’, ‘Dat is de verantwoordelijkheid van het college van bestuur’, ‘Dit hebben we eerder inderdaad geprobeerd.’ Ik keek de andere studenten aan. Waar gaat het over, dacht ik.
In dit spel van reuzen heb ik vorig jaar ingestemd met het plan voor de ‘basisbeursmiljoenen’. Dit geld krijgen de hogescholen voor kwaliteitsverbetering, omdat wij – studenten – nu een lening moeten aangaan in plaats van een basisbeurs ontvangen.
Eerlijk gezegd was ik niet erg overtuigd van de plannen. Er waren verschillende problemen, maar er kon niet echt iets meer aan veranderd worden, voor zover mij verteld werd.
Het is dan heel zuur als de minister van onderwijs bij kritiek de verantwoordelijkheid afschuift op de medezeggenschap: ‘Tegen die studenten zou ik willen zeggen: neem contact op met de studenten in de medezeggenschap en vraag waarom ze hiermee hebben ingestemd.’ Had ik niet moeten instemmen? Misschien. Maar waarom werd in deze situatie sowieso verwacht dat ik voldoende ondersteuning had voor een goed onderbouwde mening?
Misschien moeten we eerst de medezeggenschap fiksen voordat we diezelfde medezeggenschap laten meebeslissen over 2,5 miljard euro van het leenstelsel.
De hogeschool heeft een werkgroep opgericht die gaat kijken wat er mogelijk is om de medezeggenschap te verbeteren. Ik doe alvast één klein voorstel. Maak medezeggenschap in ieder geval op centraal niveau een fulltime functie. Dit gebeurt ook al op universiteiten. De groei van de hogeschool heeft het werk vele malen complexer gemaakt. Geef studenten dan ook de tijd en ruimte om dit nieuwe takenpakket goed uit te voeren.
Ik weet nog steeds niet wat bedoeld wordt met ‘Hogeschool Rotterdam heeft een sterke P&C- en begrotingscyclus waarbij de instituten in de zogenaamde bilorondes het gesprek voeren met het CvB over voortgang van gemaakte afspraken.’ Maar met de juiste ondersteuning? Dan zou ik er wel iets zinnigs over kunnen én willen zeggen.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Helemaal eens! De huidige medezeggenschap is een toneelstukje voor de bühne: eens per zoveel weken legt de directeur uit waarom de medewerkers en studenten ongelijk hebben. Welke rechten waar gelden en wat dit inhoudt wordt onnodig lastig gemaakt, zodat studenten door de bomen het bos niet meer zien.
Daarnaast merk ik dat directeuren qua medewerkers vaak hun ja-knikkers in de IMR positioneren, zodat de lastige vragen zoveel mogelijk wegblijven.
@VijfdejaarsStudent: Van (gemotiveerde) leden van een medezeggenschapsraad mag je toch verwachten dat ze moeite doen om door de bomen het bos te zien? En dat ze zich richting de directeur kritisch opstellen?
Hoe positioneren directeuren ‘hun ja-knikkers’?; bij imr-leden bij de medewerkers gaat het sowieso om (door collega-medewerkers) gekozen leden.
Ja ik kan ook niet hellemaal vinden in het beeld dat IMR medewerkers ja knikkers zouden zijn.
Ik kan alleen maar heel veel respect voor ze hebben. Voorzover ik ze heb meegemaakt, werken ze hard, met passie en zijn ze ook goed in wat ze doen.
Hey Marijn,
Ik herken jouw worsteling. De directeur heeft informatieplicht. Dat wil zeggen dat hij/zij jou van voldoende informatie moet voorzien zodat jij een gedegen keuze kunt maken in wel of niet instemmen bij welk voorstel dan ook. Als je het gevoel hebt dat je er informatie ontbreekt om jouw werk goed te kunnen doen, dan is het aan jou om meer informatie te vragen en aan jouw directeur om jou van die informatie te voorzien. Als dit onvoldoende informatie is: stem dan tegen en onderbouw deze stem dan ook. Het voorstel kan dan opnieuw ingebracht worden als jij wel van voldoende informatie bent voorzien.
Daarnaast kent de Hogeschool Rotterdam niet alleen 40.000 studenten, maar ook 4000 medewerkers. Daartussen zitten medewerkers die WEL weten wat de P&C- en begrotingscyclus inhoudt. Weet deze medewerkers te vinden. Zij zijn vaak auteur van de stukken die jij ontvangt. Neem contact op met deze mensen en zorg dat je de juiste informatie boven tafel krijgt. Een toneelstukje voor de bühne zou ik het zeker niet noemen. Als een voorstel wordt afgewezen door de medezeggenschap, dan vindt het voorstel vaak geen doorgang. En indien wel, dan ontstaat er een conflict. Als je dus “ja” zegt tegen iets waarvan je niet weet wat het inhoudt, dat is het moment dat er een toneelstukje begint. Met een drastisch lage opkomst bij het stemmen voor medezeggenschapsleden, is er een opening voor directeuren om de ja-knikkers in de IMR en OC te krijgen zoals hier wordt benoemd in de comments. Ik zeg niet dat dat gebeurt (ik heb hier geen idee van). Maar… ook hier speelt de medezeggenschap zelf een (bij) rol in. Je kunt gebruik maken van het initiatiefrecht om een voorstel te doen om de opkomst te verhogen bij de verkiezingen. Bedenk een mooi plan, betrek jouw potentiële opvolgers. Onderneem actie. Met klagen verandert er niets.
De bal ligt bij jou om verandering teweeg te brengen. Je zit nu in de medezeggenschapsraad. Pak die kans ni je ‘m hebt! Ik wens je heel veel succes :).
Groetjes,
Joeri
Hoi Joerie,
Eerst even, ik zit niet meer in de medezeggenschap.
Ik denk dat wij het in de kern met elkaar eens zijn. Studenten zijn prima capabel om mee te praten over beleid. Je hebt ook helemaal gelijk dat iedereen in theorie alles boven tafel kan krijgen om invloed te hebben in de medezeggenschap. De vraag is echter: Is het systeem zo ingericht dat een normale student in de medezeggenschap de kans hiervoor krijgt? Ik denk het niet. Ik denk dat momenteel alleen studenten die uitzonderlijk veel tijd hebben en ook nog is heel brutaal en initiatiefrijk zijn invloed hebben. Hiermee sluit je een grote groep studenten uit.
Dat is heel erg kwalijk. Elke student die wil zou ook invloed moeten kunnen hebben. Alleen dan kun je spreken van daadwerkelijke representatie van studenten.
En klagen werkt zeker wel. Als een systeem niet werkt, dan moet je de fouten aankaarten. Als niemand beseft dat het fout gaat, dan gaat ook niemand het systeem veranderen.
Groetjes,
Marijn
Hoi Marijn,
Dank je wel voor je reactie. Ik bedoel meer met “klagen” dat een directeur dit makkelijk kan negeren. Het jaar erop weer een nieuwe student die weer klaagt. Dat kan in zijn of haar belang zijn. Een constructief plan neerleggen is moeilijker te negeren omdat je de voortgang hierop makkelijker over kan dragen naar een nieuwe raad. Een directeur krijgt dan meer moeite om dit continu voor zich uit te schuiven. Let wel dat ik hier een negatieve insteek kies ;-). Het verschilt enorm in welke raad bij welk instituut je werkt. Wellicht een mooie tip voor de nieuwe raad die het stokje van jou heeft overgenomen?
Groetjes,
Joeri