Als er één ding is dat je als student leert, dan is het wel wachten. Op tentamenresultaten, op antwoord op prangende vragen, en de lastigste soort: op feedback op je achtste scriptieversie. Het is een ingewikkeld en interessant ding, die wachttijd.
Aan de ene kant is het een soort beloning: de wetenschap dat je jouw deel gedaan hebt, dat je weer even vrij bent van planningen en een hoofd dat omloopt omdat je af en toe echt even niet meer weet waar je nou eigenlijk mee bezig bent. En in eerste instantie verheug ik me daarom altijd op die wachttijd: even vrij, even rust, even los, even klaar. Eindelijk weer even andere dingen, andere lijstjes, een andere dagindeling.
Maar dan … na een poosje, een paar dagen misschien, slaat de vertwijfeling toe. Want wat ga je in hemelsnaam doen terwijl je docenten tijd proberen vrij te maken om zich te buigen over jouw harde werk? Welkom in het luchtledige tussen vrij zijn en niet vrij willen zijn, tussen het gevoel dat je nuttig bezig wilt zijn en het gevoel dat je eigenlijk spijbelt omdat je nuttig bezig zou moeten zijn. Waar je constant ‘aan wilt staan’ en voortdurend bezig bent met of je misschien niet toch al verder kunt, terwijl je je hoe langer hoe meer gaat afvragen of je ingeleverde werk niet gewoon prut is.
Maar er is hoop! Inmiddels ben ik op een missie: na een paar welverdiende rustdagen maak ik het mijn missie om de wachttijd in te richten als toekomsttijd. Een beetje klooien aan het cv, lijstjes maken van plekken waar ik misschien wel zou willen werken, conceptbrieven schrijven, misschien wat rommelen met een businessplan voor een eigen onderneming … want hé, nog even en die scriptie is klaar, en dan staat die toekomst voor de deur. En waarom zou ik dan niet alvast de deur op een kiertje zetten?
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top