‘Als mensen meer dingen zelf kunnen doen, geef je hen macht terug van grote techbedrijven’
Tomasz Jaskiewicz (op de foto jonglerend met een paar prototypes van interactieve producten) is lector civic prototyping. ‘Ik wil manieren vinden waarmee technologie toegankelijk gemaakt wordt voor gewone mensen, niet alleen om te gebruiken maar ook om zelf te ontwikkelen.’
‘Ik was als kind al geïnteresseerd in een combinatie van techniek en creativiteit. Mijn favoriete speelgoed was dan ook lego, daarmee bouwde ik altijd de gekste constructies. In dat opzicht was het dus best een logische keuze dat ik in Gdansk in Polen, waar ik vandaan kom, architectuur ging studeren. Maar toen ik eenmaal was begonnen aan die studie, miste ik iets. Het was heel creatief, dus dat vond ik in principe leuk, maar ik vond de opleiding ook wat conservatief. Daarom ging ik op zoek naar andere mogelijkheden.
‘Ik ging aan de slag met nieuwe digitale ontwerptools, interactieve technologieën en digitale fabricage binnen de architectuur.’
‘In die tijd, rond 2003, kwam ik via het Erasmusprogramma bij de Technische Universiteit in Delft terecht waar juist heel veel werd geëxperimenteerd. Ik ging aan de slag met nieuwe digitale ontwerptools, interactieve technologieën en digitale fabricage binnen de architectuur. Dat vond ik supertof en het opende mijn ogen voor nieuwe mogelijkheden. Ik besloot ook een tweede master in Delft te doen en daar ben ik uiteindelijk ook op innovatieve ontwerpmethodes gepromoveerd.
‘Ik volgde als student altijd al mijn eigen weg en vond het niet zo leuk om vast te zitten aan een programma en precies te doen wat werd gevraagd. Ik probeerde altijd mijn eigen route door het curriculum af te leggen. Het was voor mij niet het allerbelangrijkste om de hoogste cijfers te halen, maar ik deed wel heel veel verschillende dingen tegelijkertijd. Voor sommige docenten was het wel lastig om te begrijpen waar ik mee bezig was, vooral voor degenen die wat traditioneler waren. Zelf wist ik dat ook niet altijd, maar het is een zoektocht en dat is niet erg. Uiteindelijk heb ik geleerd mijn leven ook te zien als een iteratief ontwerpproces, waarbij je steeds nieuwe dingen probeert, ervan leert en jezelf verder ontwikkelt. Ik denk dat je op zo’n manier je ogen open moet houden voor nieuwe kansen en mogelijkheden, want innovatie en creativiteit laat zich niet altijd sturen.
‘Ik probeerde altijd mijn eigen route door het curriculum af te leggen.’
‘Een belangrijk moment later in mijn carrière was de overstap van architectuur naar een positie van een universitair docent bij de faculteit industrieel ontwerpen, ook bij de TU Delft. Deze studie is volledig gefocust op de mens als het startpunt voor het ontwerpproces. In de architectuur mistte ik dat altijd. Ik heb toen zelf ook veel geleerd over user-centred ontwerpmethodes. Op de universiteit ontbrak alleen weer de praktische kant van onderzoek. Ik denk altijd vanuit de toepassing van het ontwerp, en die zoektocht naar praktijkgericht onderzoek bracht mij uiteindelijk naar de hogeschool waar ik nu sinds maart werk.
‘Een van de plekken die ik zo snel mogelijk wilde zien op de hogeschool was het stadslab, waar experimenteren en dingen uitproberen echt centraal staat. Ik zie mezelf ook als een klusser die van alles probeert en vind het gewoon leuk om dingen te bouwen, te experimenteren en nieuwe technologieën uit te proberen.
‘Een van de plekken die ik zo snel mogelijk wilde zien op de hogeschool was het stadslab.’
‘Technologie speelt steeds een grotere rol in onze levens en je merkt dat veel mensen het ervaren als een soort mysterieuze zwarte doos; iets wat je gewoon gebruikt maar waarvan je niet echt precies weet hoe het werkt. Daardoor wordt het voor gewone mensen steeds moeilijker om de gevaren en kansen daarvan te begrijpen in het dagelijkse leven. Met civic prototyping, een nieuwe term die ik samen met collega’s heb bedacht, probeer ik daar aandacht voor te hebben. Ik wil manieren vinden waarmee technologie toegankelijk gemaakt wordt voor gewone mensen, niet alleen om te gebruiken maar ook om zelf te ontwikkelen en het op een creatieve manier toe te passen in hun dagelijks leven.
‘Neem als voorbeeld eens je dagplanning. Het moment waarop je gaat winkelen, sporten of naar het park gaat heeft niet alleen met je eigen voorkeuren te maken, maar ook met allerlei externe factoren. Dat is best ingewikkeld. Dus ik zou me kunnen voorstellen dat je voor jezelf een simpel zelflerend algoritme ontwikkelt dat helpt om de juiste keuzes te maken. Wanneer je het beste boodschappen kan doen zodat je niet in de rij hoeft te staan, of het juiste moment om te gaan hardlopen als je geen afspraken hebt en het buiten mooi weer is. Het ontwikkelen van dit soort algoritmen wordt steeds toegankelijker voor iedereen, ook zonder specialistische kennis.
‘Het ontwikkelen van dit soort algoritmen wordt steeds toegankelijker voor iedereen.’
‘Ik kijk altijd met een positieve blik naar dit soort nieuwe ontwikkelingen, maar ik weet ook dat er gevaren aan nieuwe technologieën zitten. Technologie kan leiden tot uitsluiting van sommige groepen mensen, het kan privacy schenden, vooroordelen versterken, fake nieuws… Juist dat vind ik hét argument om ervoor te zorgen dat mensen technologie beter gaan leren begrijpen en gebruiken. Als mensen meer dingen zelf kunnen doen, dan geef je hen daarmee macht terug van grote techbedrijven die nu een monopolie hebben op al die coole nieuwe technologieën. Het stelt je in staat om eigen alternatieven te ontwikkelen. Dus in plaats van te zeggen: ‘ik wil niks met technologie te maken hebben’, denk ik dat we als gebruikers juist moeten nadenken over hoe we vinden dat het wél moet werken. We moeten een win-winsituatie zien te vinden voor iedereen.
‘Maar ik weet ook dat er gevaren aan nieuwe technologieën zitten.’
‘Ik focus met mijn onderzoek vooral op methodes, tools en instrumenten die hierbij kunnen helpen. Dit kan bijvoorbeeld een applicatie zijn die we kunnen gebruiken om op een zo’n laagdrempelig mogelijke manier een digitaal systeem te ontwikkelen, maar ook het hele proces waarbij wij verschillende partijen in een project iteratief betrekken. Dus op een manier waarbij je steeds nieuwe ideeën uitprobeert en je aannames blijft testen. Het is vervolgens ook belangrijk om te bepalen hoe wij mensen kunnen helpen met praktische kennis over dit soort exploratieve toepassingen van nieuwe technologieën gaan uitwisselen met elkaar, en hoe wij innovatieprocessen moeten inrichten zodat iedereen mee kan doen en zodat wij toepassingen van technologieën iteratief kunnen blijven verbeteren. Dat is wat ik hier de komende tijd ga onderzoeken. Ik hoop dat een aantal studenten en docenten mij daarin zal vergezellen.’
Tekst: Wietse Pottjewijd
Foto: Thomasz Jaskiewicz
Leuk artikel! Even een gekke vraag, maar waarom ben je nog geen lid van de Personeelsvereniging?
Trage dag op de ledenadministratie Joeri?
Er zijn weinig wijzigingen omdat ik denk dat de meeste nieuwe collega’s niet van het bestaan van de PV afweten op hun eerste werkdag (en daarna) ;-). En we doen zoveel leuke dingen (en gaan nog veel leuke dingen doen). Het is compleet offtopic natuurlijk bij dit mooie onderwerp.