Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
26 december 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Photo of author

Okke de Jong is hogeschooldocent en coördinator van het Excellentieprogramma van de Rotterdam Academy. Daarnaast is hij startup coach voor de Startup Academy. Hij schrijft graag over zijn studenten, de vele facetten van het docentschap en zichzelf. Eerdere blogs van Okke vind je hier. 

Foto: Paul van der Blom

Recente blogs

Recente artikelen

Blog

Snappen studenten dat er een directe relatie is tussen absentie en lagere cijfers?

Gepubliceerd: 6 December 2021 • Leestijd: 1 minuten en 40 seconden • Okke

Steeds minder studenten komen naar de les. Vrijdagmorgen was een triest dieptepunt. Bij mijn zorgvuldig voorbereide les, die aansluit bij de belevingswereld van studenten en een prima voorbereiding is op hun toekomstige loopbaan, waren welgeteld nul studenten aanwezig.

Nul. Dat heb ik nog nooit meegemaakt. Ik heb ook de minder populaire vakken gegeven, ook op maandagochtenden en vrijdagmiddagen, ook na nachten dat studenten losgingen op carnaval, maar nog nooit was de opkomst nul.

Ligt het aan mij? Dat is wat ik mezelf als onderwijsprofessional altijd afvraag. Maar nee, het ligt niet aan mij. Ik ben weliswaar een hoekige docent met een bot soort humor, maar ik probeer altijd een band op te bouwen met mijn studenten. Ik ben streng als het moet, maar meestal erg coulant. Ik scoor nog steeds heel redelijk in studentenevaluaties. En ook mijn collega’s zijn ervaren, empathische docenten met veel vakkennis, ervaring uit de beroepspraktijk, vol hulpvaardigheid en met een brandende passie voor onderwijs. Toch zien we iedere week de absentie oplopen.

Ligt het aan de lessen? Nee, want onze lessen zijn interactief en afwisselend, zorgvuldig binnen het vakteam afgestemd, doorspekt met actuele voorbeelden en gebaseerd op de modernste pedagogisch-didactische inzichten (onder meer het 2VUT-model, verschillende werkvormen, peerfeedback). Onze lessen zitten dus steengoed in elkaar. Ze zijn onderbouwd met wetenschappelijke bronnen, gebaseerd op praktijkervaringen, actueel en zeer relevant. We vertellen geen lulpraatjes, zeg maar. Toch zien we iedere week de absentie oplopen.

Wat is er in godsnaam aan de hand? Waarom komen studenten steeds minder naar school? Zijn ze bang voor een coronabesmetting? Hebben ze het te druk met hun bijbaan, hun sport of scrollen door hun Instagram? Willen ze weer terug naar online lessen, zodat ze lekker in bed kunnen blijven liggen? Zijn ze verleerd om fysiek met echte mensen om te gaan? Ligt het aan het gure winterweer? Verwachten ze dat ze hun loopbaan online tot een succes kunnen maken?

Moeten we aanwezigheid opnieuw verplicht maken, hoe kinderachtig dat ook is? Beseffen studenten wel dat het overgrote deel van hun daadwerkelijke studiekosten door belastingbetalers (waaronder hun ouders) opgehoest wordt? Moeten we hun ouders gaan bellen om door te geven hoe vaak ze absent zijn? Moeten we ze gaan straffen, of ermee gaan dreigen? Of moeten we juist clowns inhuren? Studenten betalen om aanwezig te zijn? Bier uitdelen?

Ik weet het gewoon niet meer. Maar ik weet wel dat onderwijs altijd een wisselwerking is. De liefde moet van twee kanten komen. Ik word niet gemotiveerd van mijn uitzicht op een lege klas. Ik ben niet sterk geneigd om studenten online uitleg te geven als ze vrijwel nooit naar mijn les komen. En onbewust geef ik lagere cijfers aan studenten die ik nooit gezien heb. Onbekend maakt onbemind.

Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

Recente blogs

Recente artikelen

Reacties

Laat een reactie achter

12 Responses to Blog Okke: Snappen studenten dat er een directe relatie is tussen absentie en lagere cijfers?

  1. Ik weet niet hoeveel studenten je in je klas hebt voor deze les, maar je zou het je studenten kunnen vragen… Pak je telefoon/pc en bel / tem met deze studenten. Persoonlijke aandacht en oprechte interesse helpen… Je hebt toch 0 studenten, dus gebruik die tijd! En studenten die niet aanwezig zijn geweest in de klas, lager beoordelen is echt NOT DONE. Je weet immers niet waarom die student niet aanwezig was. Daar kan een hele legitieme reden achter zitten. Succes met het opbouwen van die band. ik durf te wedden dat je met een goede band niet meer in deze situatie belandt (Sinterklaas nabrander).

  2. Beste Meneer de Jong,

    Ik lees altijd graag de blogs die de bloggers van profielen op de website zetten, maar deze week laat het een nare smaak achter.
    Ik begrijp dat deze blog voortkomt uit een vervelende ervaring met een lege klas.
    Dit maakt niet goed dat u zegt in de voorlaatste zin van de blog: “En onbewust geef ik lagere cijfers aan studenten die ik nooit gezien heb.”

    Hiermee impliceert u dat u geen cijfers geeft op basis van opgedane kennis, maar op basis van uw mening van de persoon.
    Dit vindt ik kwalijk, zeker als meegenomen wordt dat u als coördinator Excellentieprogramma bent.

  3. Okke, een poging om antwoord op jouw vraag te geven vanuit mijn perspectief.

    In principe staan er fysieke lessen op het rooster, maar ik heb al meerdere malen meegemaakt dat docenten zelf hun lessen naar online verschoven doordat ze in quarantaine moesten. Die ene online les kunnen studenten dan toch gezamenlijk in een lokaal volgen? Helaas heeft niet elk lokaal een goede internetverbinding en het Digibord werkt in bepaalde lokalen ook niet goed. Afgelopen dinsdag zijn docenten gelukkig zo flexibel geweest om allemaal digitaal les te geven, erg fijn als noodoplossing.

    De meeste lessen zijn inderdaad afwisselend en interactief. Als deeltijd student heb ik met mijn werkgever echter al een heel ontwikkeltraject afgesproken. Vakken als professionele vaardigheden en studieloopbaanbegeleiding geven hierdoor geen meerwaarde in het deeltijdonderwijs. Daarnaast heb ik vorig schooljaar lessen gevolgd van docenten die letterlijk een PowerPoint voorlazen. Dat soort lessen vind ik echt zonde van mijn tijd.

    Dit semester staat bij CMC in het teken van het organiseren van een evenement. Roostertechnisch worden afspraken vaak op dinsdag gemaakt, omdat de ene deeltijdstudent overdag fulltime werkt en de ander juist in de avonduren en weekenden. Hierdoor kunnen we soms afwezig zijn tijdens interessante lessen.

    Tot slot is mijn gezondheid niet optimaal, waardoor ik ook niet altijd fysiek op school kan zijn. Voor mij zou dan een hybride vorm van onderwijs ideaal zijn.

    Ik begrijp je frustratie, Okke. Maar is het niet handiger om in gesprek te gaan met de studenten ipv een blog te schrijven?

  4. Of moeten “we” ons vooral veel zorgen maken over hoe het met studenten en met onszelf gaat in deze ongelooflijk moeilijke periode? Waarin veel mensen afwegingen maken die anderen niet altijd direct begrijpen? Tijd om verder te kijken dan het ontwerpen van de perfecte les en met de studenten in gesprek te gaan over de frustratie die je voelt.

  5. Vraag het aan je studenten waarom ze er niet zijn, zou ik zeggen.

  6. @Joeri Tilman, @Mark, kleine nuance: Okke schrijft dat hij ONBEWUST lagere cijfers geeft aan studenten die hij niet kent. Jullie reacties impliceren dat hij dat bewust doet.

    In een ideale wereld worden studenten puur op hun getoonde vaardigheid en kennis beoordeeld. Docenten richten zich zo veel mogelijk er op dat te bereiken maar als je je zou verdiepen in het onderwerp, en daarmee psychologisch onderzoek wat hiernaar is gedaan, weet je dat een dergelijke objectiviteit niet bestaat. Dat is vervelend om te leren, maar het is helaas wel waar.

    Onze mentale staat, en ook de positieve of negatieve affecten die onze mentale staat voor een beslissing beïnvloeden, hebben impact op die beslissing. Vermoeide docenten geven lagere cijfers. Chagrijnige docenten geven lagere cijfers. Gelukzalige docenten geven hogere cijfers, wat overigens net zo problematisch is, ondanks dat een student er minder hinder van ervaart; het is net zo goed niet objectief. Hardwerkende studenten krijgen eerder het voordeel van de twijfel. En het tegenovergestelde dus ook, mensen die zich nooit laten zien, krijgen dat niet.

    Docenten die een heel tentamen van 1 student nakijken voor ze aan de volgende beginnen, geven lagere waarderingen voor de opvolgende vragen als vraag 1 slecht is gemaakt. Het tegenovergestelde effect treed ook op, waardering valt beter uit als de eerste vraag beter is gemaakt. Een betere nakijkmethode zou zijn om eerst iedere vraag 1 van elke student, vervolgens iedere vraag 2, etc. na te kijken. Niet iets wat iedereen in de praktijk doet, en het maakt het nog steeds niet absoluut objectief.

    Het feit blijft, docenten zijn mensen, en mensen hebben last van onbewuste vooroordelen. Of accurater, anderen hebben daar last van. Iemand die daar op de hoogte van, en eerlijk over, is, heeft MEER kans om dit effect tegen te gaan dan mensen die denken dat ze alles objectief bekijken.

    Dus ik kan Okke, ondanks zijn hoekigheid en confronterende manier van schrijven, alleen maar hulde geven dat hij dit bij zichzelf erkent. Even goed snap ik de reacties wel, als je dit niet weet, leest dat als best vervelend nieuws.

  7. S. Heikamp heeft het al heel precies verwoord: docenten geven inderdaad onbewust lagere (of hogere) cijfers. Een puur objectieve beoordeling is een illusie. Maar inderdaad, ik ben mezelf hiervan bewust en ik zal dit uiteraard zo veel mogelijk tegengaan.

    En ik ga graag met studenten in gesprek, maar dan moeten ze er uiteraard wel zijn (en nee, ik ga mijn studenten dus niet bellen of appen). Van een gesprek met een lege stoel is nooit iemand wijzer geworden.

  8. Misschien zit het onderwijsprogramma iets te perfect in elkaar en is er juist wat meer behoefte aan lulpraatjes en ruimte voor de eigen ervaringen van studenten?

    Dit is een pure gok hoor van mij, want ik ken jouw lesprogramma en je studenten natuurlijk helemaal niet. Maar ik weet uit eigen ervaring dat een te goede voorbereiding van mijn kant soms emotionele betrokkenheid van studenten in de weg kan staan.
    Dat is omdat ik dan allerlei verwachtingen heb en een te sterk idee van hoe de les zou moeten gaan.
    Ik kan me dan ook gefrustreerd voelen als het helemaal doodslaat als ik de les eenmaal afdraai in de klas.
    Dan voel ik me als een draaiorgelman die daar met zijn bakje staat te rammelen en niemand blijft stilstaan om er een muntje in te doen.

    En dan bedenk ik me: het gaat niet om wat ik geef, maar om wat de studenten ontvangen (en willen ontvangen) en daadwerkelijk nodig hebben.
    Onze studenten zijn ons bestaansrecht als hogeschool en dus ook als docenten van die hogeschool. Zonder hen geen goed onderwijs.
    Zoals je al zei: liefde moet van twee kanten komen.

    Een lege klas is inderdaad geen goed teken. Maar het is een mooie aanleiding voor een goed gesprek met je studenten over wat zij nodig hebben!

  9. Ik heb zelf ook wel eens voor een lege klas gestaan, maar dan op het mbo. Nou was dat een klas van 7 studenten, maar toch. Ik heb de les erna eerst er maar een grapje over gemaakt ‘hey jongens, als jullie nou collectief spijbelen, kunnen jullie mij dan een mail sturen, dan kan ik ook naar huis’. Konden ze hartelijk om lachen waarna er werd gezegd ‘mevrouw, was u echt helemaal alleen? Dat vind ik wel rot, we hadden het niet met elkaar afgesproken om te spijbelen. Het ligt echt niet aan u hoor.’

    Dan komt er uiteindelijk uit dat ze de generieke vakken aan het begin of het einde van de dag vervelend vinden, ze vinden die minder nuttig dan de beroepsgerichte vakken, en dan wordt de drang van ‘langer in bed blijven liggen’ of ‘eerder naar huis’, erg groot. Het blok erna hadden ze midden op de dag Engels, en ja hoor, dan zitten ze allemaal netjes in de les. Krijg je zelfs te horen ‘hè, fijn dat we dit nu midden op de dag hebben!’

    Soms ligt het gewoon aan het rooster.

  10. Lastige kwestie, en ik begrijp je frustratie, Okke. Wat ik me echter afvraag, en wat in alle reacties nog niet aan bod is gekomen: klaarblijkelijk waren de studenten onaangekondigd afwezig. Ik vind dat eerlijk gezegd een groter punt dan het feit dát ze afwezig zijn, omdat ze daardoor eigenlijk geen verantwoordelijkheid nemen voor hun absentie.

    Zoals eerder is gezegd: dit is een heel moeilijke tijd waarin mensen lastige afwegingen moeten maken, en zelfs als dat niet het geval zou zijn geweest, zijn er allerlei andere valide redenen te bedenken waarom mensen niet aanwezig zouden zijn. Waar ik zelf echter altijd op hamer is communicatie: als je er niet bent, laat het dan weten. Je hoeft me niet te vertellen waarom niet (mag ook niet), maar informeer degene met wie je in principe een ‘afspraak’ (=les) hebt dat je niet aanwezig zult zijn. Neem verantwoordelijkheid voor het gezamenlijke karakter van een afspraak of les; dáár kun je altijd iedereen op aanspreken.

  11. Ik vind dat Okke hier terecht een groot probleem aankaart, waarvoor hulde. Natuurlijk bestaat er een belangrijke correlatie tussen het halen van goede cijfers en aanwezigheid in de les. Dat kunnen we als docenten niet vaak genoeg benadrukken. Maar toch hè: soms kan je les nog zo relevant zijn, maar wanneer hij op vrijdagmiddag gepland staat van 16.00 uur tot 18.00 uur, dan begin je natuurlijk al met een 0-1 achterstand. Dan strijd je namelijk tegen de vroege koopavond, een tafel vol met bier in het café, de bijbaan en de laatste trein naar Limburg met de week-ov. Wellicht eens ook eens de goed te kijken naar de roostering van sommige studenten. Op vrijdagochtend twee uurtjes om 08.30 inroosteren bij dhr. de Jong en voor de rest van de dag niets, lijkt mij een voorbode van het overslaan van een les. Zonder dat dat iets te maken heeft met de kwaliteit van de les of de docent.

    En hoewel ik waarschijnlijk mensen tegen me in het harnas ga jagen wil ik toch nog even reageren op het volgende citaat uit de column: “……doorspekt met actuele voorbeelden en gebaseerd op de modernste pedagogisch-didactische inzichten (onder meer het 2VUT-model, verschillende werkvormen, peerfeedback). Onze lessen zitten dus steengoed in elkaar. Ze zijn onderbouwd met wetenschappelijke bronnen, gebaseerd op praktijkervaringen, actueel en zeer relevant. We vertellen geen lulpraatjes, zeg maar.”

    Hier zit volgens mij ook een deel van het probleem. We krijgen de laatste jaren als docenten zoveel van dit soort opdrachten mee naar de les: 2-vutmodellen, geflipte lessen, peerfeedback en alle andere moderne nieuwerwetste manieren van vermaak. Geforceerd proppen de docenten er nog maar weer eens een Kahoot in of een ander digitaal programma waarin we de studenten moeten bezighouden. “Hebben jullie de padlet al ingevuld?”. Studenten voelen zich daardoor ook niet altijd serieus genomen, ze willen soms ook gewoon een les waarin ze even achterover kunnen leunen en zich kunnen laven aan de kennis van degene die voor de groep staat. De docent, de expert. Dus ik wil een nieuwe werkvorm introduceren op de hogeschool. Het lulpraatje. Hoeft niet altijd, maar je zult merken dat de studenten het waarderen. Dan wordt de opkomst wellicht ook wat hoger. Zelfs op vrijdagmiddag tussen 16.00 uur en 18.00 uur.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Back to Top