‘De autoriteiten dachten dat het helemaal mis zou gaan als je arbeiders hun gang liet gaan’
Paul Bassant, voorzitter van de examencommissie IGO, deed onderzoek naar de vrijetijdsbesteding van arbeiders in Schiedam. ‘Er is al veel onderzoek gedaan naar de elite maar veel minder naar arbeiders. Dat levert een vertekend beeld op en een hiaat in de geschiedschrijving.’
‘Dit onderzoek staat los van wat ik voor de hogeschool doe. Aan de ene kant was dat wel lastig qua tijd maar aan de andere kant was het ook een goede manier om even mijn gedachten te verzetten. Als ik hiermee bezig was kon ik volledig afstand nemen van mijn werk. Het is namelijk totaal anders dan mijn meer juridische werk als voorzitter.
‘De Korenbeurs waar we nu zitten (zie foto, red.) was een belangrijke plek in Schiedam. Dit was het centrum waar alle branders samenkwamen die onder andere jenever maakten. Vanwege die branderijen had Schiedam vroeger de bijnaam “Zwart Nazareth”. Als je met de trein naar Schiedam ging zag je de roetwolken van de branderijen al in de verte hangen. De roet maakte het wasgoed buiten grijs en de huisgevels helemaal zwart. De stad was dus letterlijk zwart. Waar de naam Nazareth vandaan komt is niet helemaal zeker. Het zou kunnen refereren aan de stad Nazareth die Jezus en Maria ontvluchtten – om aan te geven dat je maar beter snel weg kan zijn uit Schiedam. Het kan ook komen van het Belgische stadje Nazareth waar ze ook jenever gingen stoken. De Belgen hadden advies gevraagd in Schiedam en in dezelfde periode kreeg Schiedam zijn bijnaam.
‘Mensen kun je het beste leren kennen door te kijken wat ze in hun vrijetijd doen.’
‘Mijn boek Volksvermaak in Zwart Nazareth gaat over de vrijetijdsbesteding van arbeiders in Schiedam in de 19e en 20e eeuw. Er is al veel onderzoek gedaan naar de elite maar veel minder naar arbeiders. Dit heeft vooral een praktische reden: van de elite zijn veel meer bronnen beschikbaar. Maar het levert wel een vertekend beeld op en een hiaat in de geschiedschrijving. Ik kom zelf uit een arbeidersfamilie, mijn vader was stukadoor en mijn ooms ook, en deze mensen vielen nooit zo op maar hebben wel met z’n allen het land opgebouwd. Daar mag meer aandacht en waardering voor zijn vind ik. Met dit onderzoek wil ik mijn steentje bijdragen, het geeft een gevoel van sociale rechtvaardigheid.
‘Mensen kun je het beste leren kennen door te kijken wat ze in hun vrijetijd doen, dat is vaak veel interessanter dan hun betaalde werk. Arbeiders hadden rond 1850 alleen heel weinig vrije tijd. In de branderijen ging het werk aan een stuk door. Zeker in de 19e eeuw kwam ik verhalen tegen van mensen die wel 16 uur per dag werkten, en dat dan zes dagen per week. Toch zie je vanaf 1890 dat er veel meer activiteiten komen en er allerlei verenigingen worden opgericht. Dat verbaasde mij wel want de omstandigheden waren eigenlijk niet veranderd. Kennelijk hadden Schiedamse arbeiders ondanks de enorm lange werkdagen toch nog de tijd en energie om een vereniging op te zetten.
‘Alles met als doel om het volk te verheffen en de arbeider beschaafd te maken.’
‘De autoriteiten bemoeiden zich enorm met de vrijetijdsbesteding van de arbeider. Ze dachten dat het helemaal mis zou gaan als je arbeiders hun gang liet gaan. Die zouden alleen maar gaan drinken en verkeerde dingen doen. De gemeente, kerkelijke en politieke leiders en particulieren die veel geld en invloed hadden, vonden daarom dat arbeiders hun vrije tijd moesten gebruiken om zich te ontwikkelen. Daar kwamen allerlei initiatieven uit voort zoals lezingen die bijvoorbeeld werden georganiseerd door Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Alles met als doel om het volk te verheffen en de arbeider beschaafd te maken.
‘Uit eerdere onderzoeken weten we dat de arbeiders zich verzetten en dat was ook in Schiedam wel het geval. Je had het openlijk verzet: mensen die op straat bleven voetballen terwijl dat streng verboden was. In de jaarlijkse rapportage van de politie werd precies bijgehouden hoeveel ballen ze in beslag hadden genomen. Ook berucht was het springen over het slootje bij de Plantage wat vaak gebeurde en ook niet mocht. Daarnaast had je nog het georganiseerde verzet en het heimelijke verzet; gewoon het negeren van de regels. Er was bijvoorbeeld een café met uitkijkers in de straat. Als de politie kwam werd alles wat gestolen was snel verstopt. Die konden ze nooit betrappen maar iedereen wist dat het gebeurde.
‘Ze conformeerden zich maar maakten tegelijkertijd wel heel duidelijk hun eigen keuzes.’
‘De belangrijkste conclusie uit mijn onderzoek is wel de Eigensinn van arbeiders. Dat woord komt van een Duitse historicus die veel onderzoek heeft gedaan naar het alledaagse leven. Dit houdt in dat als mensen door omstandigheden weinig handelingsvrijheid hebben, ze toch een bepaalde autonomie weten af te afdwingen. Dit was helemaal niet zo bekend van arbeiders. Ze namen bepaalde dingen over die van boven kwamen, maar die vervormden ze vaak zodanig dat het eigenlijk best goed bij hen paste. Ze conformeerden zich maar maakten tegelijkertijd wel heel duidelijk hun eigen keuzes.
‘Zo had je bijvoorbeeld het Volkshuis waar cursussen werden gegeven, ook was er een bibliotheek en een biljart. Er waren voortdurend wat liberale heren die erop toezagen dat de arbeiders vanzelf een beetje beschaafd zouden worden. Alleen wat gebeurde er? Die arbeiders gingen alleen maar biljarten. De heren zaten verderop en hadden geen idee hoe ze met die mensen moesten praten. Er kwam dus helemaal niks van terecht. En dat is vaak het probleem: een hoop beleidsmakers zijn hoogopgeleid en hebben een te grote afstand tot de mensen waarvoor het bedoeld is.
‘Een hoop beleidsmakers zijn hoogopgeleid en hebben een te grote afstand tot de mensen waarvoor het bedoeld is.’
‘Het gebeurde vaker dat arbeiders een ruimte als het ware annexeerden. Niet eens met het idee dwars te liggen, maar gewoon om het zichzelf naar de zin te maken. In de volkswijk de Gorzen was een leeszaal die veranderde in een soort sociëteit. De autoriteiten moesten haast bordjes ophangen dat het verboden was om tabak op de grond te spugen en te schreeuwen. Politieagenten in burger gingen zelfs patrouilleren. Maar die arbeiders hadden gewoon behoefte aan een gezellige ruimte, ze zaten daar lekker en konden een beetje de krant lezen en nieuwtjes uitwisselen en hadden het prima naar hun zin. Ze waren gewoon eigenzinnig en lieten zich niet dwingen. Vaak namen ze ook zelf het initiatief om verenigingen op te zetten. Ik denk dat we in het verleden teveel gefocust waren op het verzet van de arbeiders. Ik wil het beeld dat ze alleen maar dwars waren rechtzetten.
‘Ik wil het beeld dat ze alleen maar dwars waren rechtzetten.’
‘Wat het onderzoek mooi laat zien is dat initiatieven van bovenaf, waarbij er geen rekening wordt gehouden met de mensen voor wie het bedoeld is, gedoemd zijn te mislukken. Maar wanneer je aansluiting vindt, dan willen mensen ook heel veel accepteren. Er zijn dan ook zeker paralellen te trekken met het heden. Als je naar corona kijkt dan valt op dat een groot deel van de bevolking zonder problemen alle maatregelen van de regering heeft geaccepteerd. Dat is een soort conformisme wat je toch ook wel bij de arbeiders zag. Daarnaast is het verzet zichtbaar in de vorm van de protesten, en ook het heimelijk verzet kom je tegen: cafébazen die zonder controleren mensen naar binnen laten als er geen boa in de buurt is. Het is menselijk gedrag en dat verandert niet echt. De oude patronen blijven bestaan.’
Tekst en foto: Wietse Pottjewijd
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top