Ik lig in de stoel met een felle lamp op mijn gezicht. Mijn ogen volgen de haak die steeds dichter bij mijn gezicht komt. Mijn hart bonkt in mijn keel.
‘Doe je mond maar open’, zegt de tandarts dan. Zijn haakje peutert tussen mijn tanden en op dat moment zou ik het liefst diep onder mijn dekens in bed kruipen.
Zo’n 25 procent van de Nederlandse bevolking is bang voor de tandarts. Dat zijn ruim 4,3 miljoen mensen! Zelf ben ik niet bang voor de tandarts, maar ik lig ook niet bepaald ontspannen in de stoel.
Spinnen zijn een ander verhaal. Kruisspinnetjes en dergelijke zijn nog wel te doen, maar voor die grote joekels die je op boerderijen veel tegenkomt trek ik een sprintje. De gedachte aan die harige zwarte dunne pootjes die over je armen heen kruipen, zo je nek in. Brrr. Ondanks hun schattige kraaloogjes en leuke glimlach (ja zoek op internet maar eens een foto van een spin van dichtbij) hoef ik er echt geen een in mijn buurt. Daar stuur ik liever mijn stoere jagerskat op af.
Na wat speuren op internet kwam ik tot de ontdekking dat de meeste angsten aangeleerd zijn. Mijn moeder is bijvoorbeeld ook bang voor spinnen. Doordat ik als kind haar angstige reacties zag, zijn mijn hersenen een gevaar gaan signaleren. Omdat je oerinstinct gericht is op overleven (angst heeft óók een nuttige functie) ben ik dat ‘gevaar’ gaan vermijden en heb ik er een angst voor opgebouwd.
Dat werkt ook zo bij mensen met een angststoornis. Als je bijvoorbeeld een paniekaanval hebt gehad in de supermarkt kan het doodeng zijn daar weer naar terug te gaan en speelt mogelijk – bewust of onbewust – de gedachte dat je nog een keer zo’n aanval kan krijgen. Je wordt bang voor je eigen angst.
Er zijn veel alledaagse maar ook zeer zeldzame fobieën. Je kent vast wel iemand met agorafobie (pleinvrees) of claustrofobie (angst voor kleine ruimtes). Maar heb je bijvoorbeeld wel eens gehoord van cathisofobie? Dit is de angst om te gaan zitten. Ja dit bestaat echt. Of genufobie: de angst voor knieën. Er is zelfs een fobie voor boeken en huizen! Als boekennerd kan ik me daar helemaal niks bij voorstellen. Ik zou het liefst in een bibliotheek wonen. Maar goed nieuws: elke fobie valt met de juiste therapie aan te pakken.
Tot slot heb ik voor mijn mede-spinnenhaters (oké, haten is een groot woord…) goed nieuws. Het verhaal dat een mens gemiddeld acht spinnen per jaar eet in zijn slaap is een broodje-aapverhaal. Dit fenomeen komt zeer zelden voor. Spinnen duiken het liefst in hoekjes met weinig beweging en geluid.
Zo, dan kun je nu weer rustig slapen! 😉
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top