Ooit geloofde ik er nog in: dat het ooit echt beter zou worden. Dat we, als we er maar lang genoeg aandacht aan zouden schenken, de wereld beter zouden kunnen maken.
Inmiddels begrijp ik dat we niet bezig zijn aan een klim naar de top van de berg, maar dat je de werkelijkheid veel beter kunt vergelijken met een waterbed. Als je op één punt naar beneden duwt, dan komt het ergens anders omhoog.
Dat utopische ‘het wordt heus beter’-denken is overal. Als je goed oplet hoor je dat de belofte steeds gedaan wordt: ‘We gaan probleem X nu echt aanpakken; dat kost even wat, maar daarna zal het beter zijn.’ Maar let dan goed op of de belofte ook wordt ingelost. Meestal wordt de belofte vergeten, omdat we nou eenmaal vergeetachtig zijn en omdat zich alweer nieuwe problemen aandienen.
In 2002 zei Jan Peter Balkenende het bij het aantreden van zijn eerste kabinet: ‘Eerst het zuur en dan het zoet.’ Met zijn kabinet zouden de lasten verzwaard worden om enkele structurele problemen in onder andere de zorg en het onderwijs aan te pakken. Maar daarná zouden we daar dan met zijn allen van kunnen genieten. Dán zou alles veel beter zijn.
Nou, ik hoef je denk ik niet uit te leggen dat het zoet niet is gekomen (voor heel veel mensen althans). De jeugdzorg en GGZ kunnen de kwantiteit en kwaliteit aan zorg nauwelijks nog leveren. De kwaliteit van het onderwijs gaat achteruit, zodat kinderen in Nederland slechter worden in taal en rekenen. En de scheidslijn tussen kansrijke en kansarme kinderen is steeds duidelijker geworden. Daar is niet veel zoets aan. The cake is a lie.
En het gaat mij nog niet eens om de leugenachtige manipulatie van politici die zo integer zijn als een vuist vol droog zand. Zelfs al zou hun intentie goed zijn, dan nog zit de werkelijkheid gewoon niet zo in elkaar. In de zorg heb je nu bijvoorbeeld zogenaamde schrapsessies, waarbij zorgmedewerkers samen met ambtenaren onnodige regels en bureaucratie proberen te ‘schrappen’. Natuurlijk zullen er lokale succesjes te vieren zijn. Maar als je kijkt naar de zorg in het geheel dan zie je dat de regeldruk, de protocollering en de bureaucratie alleen maar toenemen. Eén op de vier sociaal werkers overweegt binnen nu en vijf jaar in een andere sector te gaan werken. Reden: ze moeten zich in toenemende mate bezighouden met monitoren, rapporteren en administratie. Ironisch toch?
En het onderwijs? Laat ik maar even afsluiten met mijn eigen ervaring. Ik schrijf dit stuk in een tijd waarin studenten hun intensieve praktijkjaar, of hun scriptie afronden. Een tijd van trots, zeker! En een tijd van afscheid nemen, dat ook. Een tijd waarin je samen wilt terugkijken en nog eens herinneringen wilt ophalen. Maar het is ook in groeiende mate een tijd van deadlines, van een overmatige hoeveelheid formulieren die moeten worden ingevuld. En daarmee een groeiend gevoel van zinloosheid.
En wat was het verhaal achter die hausse aan formulieren? Juist. Betere kwaliteit, meer binding en meer werkplezier.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Elke oplossing zorgt voor nieuwe problemen. Daarom dienen oplossingen in lijn met elkaar te zijn. Strategie, beleid en uitvoering. Perfect bestaat niet.
In de politiek en in grote bedrijven zie je golfbewegingen. Fraude geconstateerd? Dan moet het anders, dus direct veel en harde regels invoeren.
Teveel en harde regels voor een te lange tijd? Dit moet anders, want dit beperkt de vrijheid teveel. We laten alles weer los en beginnen van voor af aan. De weg van het midden is heel moeilijk. Zwart/wit discussies zijn immers makkelijker en er is weinig ruimte voor nuance. Voor ons als onderwijs de uitdaging om studenten te leren om die nuance te vinden. Zelfs als standpunten mijlenver uit elkaar liggen. Wellicht wordt het dan beter.. zelfs als je hier meerdere zinloze formulieren voor moet invullen om dat doel te bereiken ;-). Go 4 it! Als docent heb je die kracht / macht om hier iets mee te doen.
”Ooit geloofde ik er nog in: dat het ooit echt beter zou worden. Dat we, als we er maar lang genoeg aandacht aan zouden schenken, de wereld beter zouden kunnen maken.”
Maar dat is ook zo. Ik denk alleen dat je niet ver genoeg uitzoomt om het te kunnen zien. Het ‘lang genoeg’ wat je bedoelt is namelijk niet lang genoeg ;-). Over een periode van 10 jaar lijkt er meestal vrij weinig te veranderen, te fluctueren of dingen zelfs achteruit te gaan, maar als je 2021 vergelijkt met 1921 of zelfs 1521 zijn we er gigantisch op vooruit gegaan als mensheid, wereld en ja ook als onderwijs. En 100 jaar+ lijkt misschien erg lang, maar stelt natuurlijk helemaal niks voor. Granted: met elk nieuw tijdperk dienen zich nieuwe problemen aan die we moeten oplossen, maar uiteindelijk blijft de trein der menselijkheid doorwalsen en vinden we toch telkens weer nieuwe oplossingen met elkaar.