Voor het karakter van een stad is architectuur ontzettend belangrijk. Misschien ben je je er niet van bewust, maar de gebouwen en de bouwstijlen dragen enorm bij aan hoe een stad aanvoelt. Je voelt je verbonden met een stad om het karakter. Als het karakter van de stad opeens zou veranderen, doordat er allerlei nieuwe gebouwen worden neergezet, voelt het waarschijnlijk niet meer als jouw stad.
Rotterdam is een goed voorbeeld van een stad waar de architectuur op elke hoek van de straat anders is. De stad heeft hier zelfs zijn imago van gemaakt. Het is iets waar je van moet houden; ik ben hier minder gecharmeerd van.
Voor mijn studie was ik op excursie in Deventer en ik keek mijn ogen uit. Midden in het oude centrum stond een modern stadhuis – pal naast allemaal monumentale gebouwen. Toch voelde dat in dit geval niet gek. Deventer vond ik een mooi voorbeeld van hoe moderne architectuur goed kan aansluiten op de bouwstijlen van de oude stad. We zien wel vaker moderne gebouwen tussen monumentale panden staan, maar meestal is het naar mijn mening niet zo goed in evenwicht.
Zelf woon ik in Zaandam. Waarschijnlijk ken je deze stad wel van de Zaanse huisjes. Vroeger waren deze oude huisjes een belangrijk onderdeel van het beeld-imago van Zaandam. Een paar jaar geleden hebben deze traditionele huisjes een ‘vertaling’ gekregen naar het nu. Ik vind dat deze architecten het leuk hebben aangepakt, door het iconische oude beeld te vertalen naar een postmoderne stijl. Als je ze niet kent, zoek maar eens op hoe deze nieuwe, op elkaar gestapelde Zaanse huisjes eruitzien. Daarbij vind ik de plaatsing ervan ook erg goed: pal naast het station. Hierdoor kan je er niet omheen en heeft Zaandam sinds lange tijd weer een echte entree gekregen. Wel vind ik dat er een grens zit aan het bouwen in deze stijl. Ondertussen maakt Zaandam hele woonwijken in deze ‘kitscherige’ stijl. Dit gaat voor mij te ver en heeft niks meer te maken met het in acht nemen van de geschiedenis.
Naar mijn idee kan modern en oud dus best naast elkaar, als er in een stadscentrum maar wel rekening wordt gehouden met het oude stadsgezicht. Daarom vond ik Deventer ook zo’n mooi voorbeeld. Het stadhuis bestaat daar uit twee oudere gebouwen, waar het stadhuis in een moderne stijl omheen is gebouwd. ‘Nieuw in een oud jasje’, dus. Tegelijk legt het nieuwe gebouw verbindingen met de oude architectuur. Door bijvoorbeeld dezelfde gevelhoogtes aan te houden sluit het gebouw goed aan op de oude structuur. Daarnaast is het echt een gebouw geworden van de Deventenaren zelf. Er bevinden zich namelijk 2.264 vingerafdrukken van Deventenaren zelf in de gevel. Bijzonder toch?
Ik vind het een mooi voorbeeld van hoe je de connectie kunt leggen tussen nieuw en oud. Zo kun je nieuw bouwen, maar wel het karakter van een stad goed behouden.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Leuk om te lezen hoe je naar architectuur kunt kijken! Ik ben ook wel benieuwd wat jij dan echt mislukte architectuur vindt. Waarbij het volgens de regels van het vak misschien wel juist is gedaan, maar waarbij het toch mislukt is. Ken je dat soort voorbeelden?
Ik vermoed dat het stadhuis van Hardenberg er een voorbeeld van is. Ik kom daar een paar keer per jaar en als ik het zie opdoemen moet ik altijd keihard lachen. Als coping-mechanisme 🙂
Zeker een mooi stadhuis (even gegoogled), onomwonden modern en toch passend.
Aan Rotterdam stoor ik me niet, al snap ik wel wat je bedoelt. De diensten zijn verhuisd naar Blaak 555, een supermodern gebouw pal tegenover het oude Schielandhuis, dat daar als een laatste bolwerk van de vooroorlogse stad staat. Toch een mooie plek, juist door het samengaan van oud en nieuw. Niet op een subtiele manier maar gewoon bam! als een jump scare – net als het leven in Rotterdam en de stadsgeschiedenis. 😉