‘Onze sector heeft wel te maken met negatieve beeldvorming, vooral door heftige incidenten’
Ruud van der Horst is lector Vakmanschap Forensische Zorg en als wetenschappelijk adviseur verbonden aan het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP). ‘Een van mijn ideeën is een nieuwe masteropleiding op te zetten die helemaal gericht is op de forensische zorg.’
‘Toen ik ongeveer vijfentwintig jaar geleden in Groningen-Zuid ging wonen, fietste ik elke dag langs de Van Mesdagkliniek. Ik vroeg me af wat voor mensen daar binnen zaten, wat ze hadden gedaan en hoe ze tot de delicten waren gekomen waardoor ze nu in een tbs-kliniek zaten. Met deze vragen is het voor mij begonnen in de forensische zorg. Al zijn ze wel heel snel naar de achtergrond verschoven want ik kreeg al snel andere vragen die belangrijker bleken.
‘Ik ging aan het werk, eerst als stagiair, precies in het jaar dat een rampjaar voor ‘de Mesdag’ bleek te zijn.’
‘Ik ging aan het werk, eerst als stagiair, precies in het jaar dat een rampjaar voor ‘de Mesdag’ bleek te zijn. Net voordat ik begon waren er twee patiënten ontsnapt, en tijdens mijn stage kwam aan het licht dat er relaties tussen patiënten en medewerksters waren. Dit was reden voor de rijksrecherche om onderzoek te doen, en daarna volgde ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De inspectie concludeerde dat er niet werd voldaan aan de basisvoorwaarden voor verantwoorde zorg. Daarop werd besloten om heel Nederland door te lichten op het gebied van tbs en bleek dat nog veel meer tbs-klinieken hun zorg niet goed op orde hadden. Best heftig was dat. Het heeft uiteindelijk een flinke reorganisatie van tbs in Nederland ingeluid.
‘Ik vond het bijvoorbeeld vreemd dat de behandeling voornamelijk buiten de afdeling plaatsvond’
‘Ik had zelf ook wel wat zaken die mij opvielen. Ik vond het bijvoorbeeld vreemd dat de behandeling voornamelijk buiten de afdeling plaatsvond, terwijl alle mogelijkheden er waren om ook op behandelafdelingen zelf behandelinterventies in te zetten. Er waren ook relatief weinig therapie-uren, en het verbaasde mij dat de kwaliteit van behandeling voornamelijk werd afgeleid op basis van de mate waarin iemand later terugviel in delictgedrag. Ik dacht toen: hier moet je eigenlijk indicatoren hebben die tijdens de behandeling laten zien wat wel en niet werkt. Er ontstond bij mijn een gedrevenheid om de kwaliteit van de forensische zorg te verbeteren. Dáár is nog heel veel te doen, dacht ik.
‘Een tijdje later raakte ik betrokken bij het programma Kwaliteit Forensische Zorg. Vanuit het ministerie was er subsidie beschikbaar gesteld om aanzienlijk wat onderzoek te verrichten in het veld en daarmee de wetenschappelijke kennis te vergroten. Inmiddels zijn we acht jaar verder en zijn er honderdveertig projecten uitgezet met meer dan zeventig resultaten. Die kennis is er nu en is heel belangrijk, maar we moeten het ook toepasbaar maken. Dat is de volgende stap. Vanuit mijn lectoraat wil ik daarom die wetenschappelijke kennis vertalen naar praktisch handelen.
‘Vanuit mijn lectoraat wil ik die wetenschappelijke kennis vertalen naar praktisch handelen.’
‘Hogeschool Rotterdam is de uitgelezen plek want hier wordt de toekomstige professional opgeleid. De forensische zorg speelt zich ook niet alleen af in een tbs-kliniek, maar is veel breder dan dat. Via de maatschappelijke opvang of begeleid wonen, stromen patiënten bijvoorbeeld eerder door richting de samenleving en krijgen meer mensen in de zorg ermee te maken. Dit vraagt behoorlijk wat van professionals, daarom is het noodzakelijk dat we zorgprofessionals in de breedte zo goed mogelijk uitrusten.
‘Bij een opleiding als social work kan de kennis goed van pas komen, maar niet alles past binnen een bestaand curriculum. Een van mijn ideeën is daarom om ook een nieuwe masteropleiding op te zetten die helemaal gericht is op de forensische zorg. Zo kunnen we studenten en medewerkers opleiden tot superprofessionals die een hele grote bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van de forensische zorg.
‘Studenten die misschien in de forensische willen gaan werken, moeten leergierig en ook een beetje idealistisch zijn.’
‘Onze sector heeft wel te maken met negatieve beeldvorming, dit komt vooral door heftige incidenten die vaak breed worden uitgemeten in de media. Ik wil op de hogeschool hier wat mee doen. Een van de ideeën is om een theatergezelschap waarin tbs-gestelden (die op verlof zijn) meespelen, te laten optreden voor studenten. Buiten de muren van de tbs-kliniek kunnen we op die manier een inkijkje geven in wat er zich binnen de kliniek afspeelt. Dit is voor de studenten ook een mooie manier om in gesprek te komen met tbs-gestelden en een reëler beeld te vormen. De drempel om te kiezen voor een carrière in de forensische zorg kan hierdoor lager worden.
‘Studenten die misschien in de forensische willen gaan werken, moeten leergierig en ook een beetje idealistisch zijn. Je moet stevig in je schoenen staan want je wordt zeker uitgedaagd. Het is ook belangrijk dat je niet vooringenomen bent want je werkt met mensen die zware delicten gepleegd hebben en daar moet je wel met enige distantie naar kunnen kijken. Wat ik zelf ervaar.. Het werk kan je echt raken en laat je niet zo snel meer los. Het is een hele mooie sector, waarin je een zeer relevante bijdrage aan de veiligheid van de samenleving kan leveren!
Tekst: Wietse Pottjewijd
Foto: Ruud van der Horst
Klinkt heel goed, hard nodig, succes! Forensische GGZ is wel iets meer dan alleen tbs voor veroordeelden, natuurlijk. Ik ben een tevreden en vrijwillig ambulant client bij Fivoor en eerder De Waag, daar zit ik omdat zij de expertise hebben rondom mijn problematiek, die ik nodig heb. Geen delictgedrag, wel een risico daartoe dat ik zelf ook wil uitsluiten. Zodat ik geen tbs’er word, dus. 🙂 Ook dat is de forensische zorg. Mag je gerust benoemen. 😀