‘Van de vijf zetels die we hebben, zijn er nu slechts twee bezet’
Arjan Boot is als voorzitter van het Inspraakorgaan Diensten (IOD) hard op zoek naar nieuwe leden om het IOD-team te versterken. ‘Dat er op 723 mensen vooralsnog zo weinig animo is om dit te doen, dat knaagt behoorlijk.’
‘Mensen denken weleens wanneer ze lid worden van het inspraakorgaan, dat ze dan allerlei dingen kunnen veranderen in hun eigen werkomgeving. Maar zo werkt het niet. Als IOD-lid heb je even een andere pet op, dan gaat het niet om je directie werkomgeving maar om het grotere geheel. Medezeggenschap gaat over je betrokkenheid bij de organisatie. In ons geval vertegenwoordigen we de stafdiensten: Administratie, Informatievoorziening en Control (AIC), Concernstaf (CcS), Faciliteiten en Informatietechnologie (FIT) en Onderwijs en Ontwikkeling (OeO).
‘Het inspraakorgaan bestaat uit collega’s die namens medewerkers van de diensten overleg voeren met de dienstendirecteuren over het hogeschoolbeleid en de personeelsbelangen van de medewerkers. We kijken dus met een kritische blik naar het werk van de dienstendirecteuren, en proberen daarbij zo goed mogelijk de belangen van de medewerkers te behartigen. We zijn betrokken bij de financiën, waken tegen discriminatie en bemoeien ons bijvoorbeeld ook met de aanstelling van nieuwe directeuren of managers.
‘Als IOD-lid heb je even een andere pet op, dan gaat het niet om je directie werkomgeving maar om het grotere geheel.’
‘Als bijvoorbeeld een personeelslid zich bij ons meldt met een probleem dan horen we het verhaal aan en gaan we kijken of het ook breder speelt. In dat geval kan het zijn dat wij actie ondernemen. Een aantal jaar geleden kregen we bijvoorbeeld signalen dat er echt een cultuurverandering moest plaatsvinden bij de dienst Faciliteiten en Informatietechnologie (FIT). Wij hebben toen het tapijt opgetild, en uiteindelijk is er een extern iemand aangesteld die het probleem heeft aangepakt. Daarnaast zijn we ook betrokken bij de aanstelling van een nieuwe directeur of manager.
‘Ons werk kost veel tijd en helaas zijn we onderbezet. Van de vijf zetels die we hebben zijn er nu twee bezet, daarnaast krijgen we gelukkig wel hulp van een aspirant-lid. Er is duidelijk weinig animo voor ons werk, daarom hebben we begin deze week een enquête uitgezet onder alle stafdienstmedewerkers om eens te vragen wat ze van het IOD weten en vinden. We hebben 723 mensen gemaild, en inmiddels zijn er al iets meer dan honderd reacties binnen. Vooral de antwoorden op open vragen zijn heel interessant, al word ik daar soms ook wel een beetje verdrietig van.
‘Zorg er nou met z’n allen voor dat medezeggenschap goed kan functioneren, zodat er geen angstcultuur ontstaat.’
‘Wat ik op basis van de huidige respons zie is dat een deel van de medewerkers een verkeerd beeld van ons lijkt te hebben of dat ze bang zijn dat een lidmaatschap van het inspraakorgaan schadelijk kan zijn voor hun carrières. Dat vind ik wel frustrerend – en ook een ongezonde reden om geen lid te worden. Ook verwachten sommigen dat het werk, dat natuurlijk tijd kost, de relatie met hun leidinggevende verstoort. Daarnaast zijn ze bang dat ze met een scheef gezicht zullen worden aangekeken door collega’s die werk van hen moeten overnemen.
‘Het werk als medezeggenschapper mag natuurlijk geen invloed hebben op je normale werk binnen de hogeschool of op je carrière. Al zie ik ook wel dat het heel vervelend is als je als individu in onmin raakt met de “zeggenschap”. Daar zou meer aandacht voor moeten zijn. Iedereen zegt ons werk heel belangrijk te vinden, maar dan denk ik ook: practice what you preach. Zorg er nou met z’n allen voor dat medezeggenschap goed kan functioneren, zodat er geen angstcultuur ontstaat. Daar zouden we wat mij betreft eens een goede discussie over moeten voeren. Over wat we als hogeschool nou verwachten van alle medezeggenschapsorganen binnen de hogeschool, en hoe realistisch de facilitering is die we daar tegenover zetten.
‘Toen ik lid werd van het IOD was ik ook manager, en droeg ik dus zowel de pet van zeggenschap als medezeggenschap.’
‘Tot nu toe is er van de ruim honderd mensen die hebben gereageerd op de enquête slechts één iemand die zegt lid te willen worden van het IOD. Een deel zegt “misschien” en het gros zegt “nee”. Dit heeft ook wel te maken met verkeerde beeldvorming. Sommigen denken dat ze als lid uiteindelijk toch niets te vertellen hebben, dat het voor de bühne is en alleen maar tijd kost zonder dat ze er iets mee kunnen bereiken. Ik ben het daar niet mee eens. We hebben in het verleden echt dingen op de agenda gekregen, al blijft het natuurlijk wel altijd zoeken naar een compromis.
‘Anderen zijn van mening dat dit werk onverenigbaar is met bijvoorbeeld hun functie als manager. Maar toen ik lid werd van het IOD was ik zelf ook manager, en droeg ik dus zowel de pet van zeggenschap als medezeggenschap. Soms lastig, maar het kan gewoon. Het zou ook raar zijn als daar een significant verschil zit in hoe je je opstelt. Als dat zo is dan moet je jezelf toch echt afvragen hoe dit komt. Dat mensen er blijkbaar zo in staan baart mij ook wel zorgen.
‘Gelukkig heeft ons aspirant-lid gezegd dat zij zich kandidaat zal stellen.’
‘Gelukkig heeft ons aspirant-lid gezegd dat zij zich kandidaat zal stellen. Straks zijn we dus in ieder geval met z’n drieën. Maar dat er op 723 mensen vooralsnog zo weinig animo is om dit te doen, dat knaagt behoorlijk. Vooral als je er zo veel energie in stopt. Daarom wil ik deze mensen oproepen zich kandidaat te stellen bij de komende verkiezingen. Het IOD zoekt mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn zich aan te sluiten. Het is boeiend werk: je leert over bestuurlijke processen en besluitvorming, daarnaast toon je je betrokkenheid en dat staat natuurlijk altijd goed op je cv.’
Tekst: Wietse Pottjewijd
Foto: Arjan Boot
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top