Blog Floren: Oost, West: Europa best
Blog van FlorenGepubliceerd: 5 days ago
Bij docenten maatschappijleer wordt er altijd op gehamerd dat je je als professional neutraal te gedragen hebt. Iedereen verdient immers een docent waarbij hij zich comfortabel en veilig voelt. En hoewel ik mij daar wel in kan vinden, betwijfel ik in hoeverre die ‘neutraliteit’ daarbij helpt.
Om te beginnen de term ‘neutraal’. Want wat is dat eigenlijk? Aan de oppervlakte lijkt het een redelijk simpel begrip dat makkelijk valt toe te passen op de lespraktijk: een neutrale docent geeft zijn vak op een manier waar zijn eigen waarden of ideologie niet de overhand neemt op de lesstof. Oftewel: Leerlingen kunnen tijdens de les alles zeggen wat zij willen zonder dat ik mij daar (al te snel) mee bemoei.
Maar handelen naar waarden doen we allemaal, altijd en overal. Bovendien kunnen waarden ook werkelijk zorgen voor kwalitatief sterker onderwijs. Is het namelijk zo dat ik een leerling die onzin verspreidt over COVID of de vaccins diens gang maar moet laten gaan? Burgerschap is tenslotte het vak waarbij je leert dat je vrijheid van meningsuiting hebt …? Het lijkt mij niet verstandig dat we – in een poging om onderwijs zo neutraal mogelijk te houden – maar afstand moeten nemen van of iets waar is of niet.
Dat wil niet zeggen dat een leerling geen bezwaar mag hebben tegen het beleid, of tegen het nemen van een vaccin. Dat betekent wel dat ik het mijn plicht vind om me uit te spreken als de bezwaren van de leerling geen (of een hele zwakke) feitelijke basis hebben. Is dat dan nog neutraal? Ik weet dat er mensen zijn die dat niet als een neutrale opstelling zouden zien.
Dit is geen nieuw probleem in de klas. Wanneer een leerling racistische uitspraken doet waar een andere leerling zich door gekwetst voelt, zou het neutraal (en verkeerd) van mij zijn om mij daar niet in te mengen. Als een leerling zegt dat vrouwen die in het weekend gaan stappen hoeren zijn, zou het neutraal zijn om te pretenderen dat die mening gelijkstaat aan die van klasgenoten die vinden dat vrouwen dat moeten kunnen doen zonder voor hoer uitgescholden te worden. Ik kan me niet voorstellen dat ouders werkelijk zouden willen dat ik mij op die manier voor de klas profileer. Ik zou het zeker niet willen.
Wat mij betreft is neutraal onderwijs op zijn best wanneer iedere mening, leerling en elk werk eerlijke kritiek mag verwachten, ook als die kritiek tot ongemakkelijke conclusies zou moeten leiden.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Helemaal eens! Ik ervaar zelf wel dat ik ook niet altijd de feiten ken, dus het soms ook moeilijk vind om kritiek te geven. Hoe ervaar jij dat Jonnick? En als je zelf kritiek krijgt?
Hey Ank,
Alle feiten kennen is inderdaad heel lastig, en het is ook nog eens lastiger om te weten welke onzin er nu weer trending is op social media. Als het goed is zijn wij daarentegen wel sterk in het kritisch analyseren van informatiebronnen, ongeacht of we zelf nou echt verstand hebben van een onderwerp of niet. Als een leerling input geeft in de les en ik niet zeker weet of het klopt of niet nodig ik ze meestal uit om de bron met mij te delen één op één. Dan neem ik even de tijd om de bron door te nemen en kan ik de leerling later uitleggen of diens bron niet betrouwbaar is, of misschien weerleggen met een sterkere bron. Soms kan het ook gewoon voorkomen dat je leerling de nuances van een bron niet (goed) heeft onthouden, en dat kan je ze vaak ook nog uitleggen. Mochten ze wel gelijk hebben, kan je dat altijd nog gewoon in de klas bespreken, dat lijkt mij ook een leuke manier om aan de band tussen jou en je leerling te werken.
Wat betreft kritiek op mijzelf, ik kan me eigenlijk maar een keer heugen dat een leerling echt kritiek had op wat ik heb gezegd in de klas, en dat lag mijns inziens aan een miscommunicatie die ik niet heb kunnen oplossen. Ideeën waar leerlingen bezwaar tegen maken of fel op reageren presenteer ik eigenlijk vrijwel altijd als “Dingen die sommige mensen vinden” zonder dat ik mezelf het idee toe eigen. Dat maakt dat kritiek vanuit de klas zich blijft richten op het idee dat ik bespreek zonder dat het direct kritiek op mij is. Wat ik er zelf van vind zeg ik eigenlijk alleen wanneer er direct naar gevraagd wordt, maar naar mijn ervaring reageren leerlingen daar niet bijzonder heftig op!
Het is in een dergelijke discussie, denk ik, belangrijk om te onthouden dat de ‘waarde’ van “neutraliteit”, wat an sich al een contradictie lijkt te zijn, niet een eenvoudige positie is die gebaseerd is op een relativistische denkwijze of een doorgetrokken scepticisme, maar voortkomt uit een sociale en dus morele structuur gebaseerd op onze fundamentele rechten. Deze neutraliteit is niet ‘leeg’.
Deze fundamentele rechten zijn weer gebaseerd op het heersende mensbeeld maar het sterkte, en gemakkelijkst aanwijsbare, fundament van onze rechten is de fundamentele gelijkwaardigheid van mensen, waar zeker de hele notie van vrijheid van meningsuiting op berust.
Zonder fundamentele gelijkwaardigheid kan vrijheid van meningsuiting niet bestaan, het is fundamentele ongelijkwaardigheid (zoals b.v. in ‘natuurrecht’, of goddelijk mandaat) waar de macht uit voort komt om iemand te vertellen wat ze moeten denken en zeggen.
Een aantal van de voorbeelden gegeven in dit stuk, schenden duidelijk de notie van fundamentele gelijkwaardigheid en als je dit meeneemt in je begrip ‘neutraliteit’ kan je duidelijk aangeven waarom het verkeerd is om in die situaties “neutraal” te zijn, en die neutraliteit geen neutrale situatie creëert maar een van apathie ten opzichte van menswaardigheid.
Het is geen volledig antwoord, maar misschien is het een nuttige bijdrage aan het onderwerp.
Ik vind neutraal zijn wel belangrijk, maar in de gevallen die je aangeeft over racisme en seksisme kan je ook niet neutraal zijn – wanneer je niets zegt kies je de kant van diegene die wat zegt. Je behoudt de ‘status quo’.
Waar neutraal zijn wél goed werkt is bij een debat of discussie in de klas. Je faciliteert dan als docent een veilige omgeving om discussies te voeren over onderwerpen vanaf ‘moet vuurwerk illegaal zijn’ tot en met onderwerpen zoals immigratiebeleid, racisme, en seksisme. Natuurlijk heb ik daar ook meningen over, maar mijn taak als docent is niet om mijn mening door te geven aan mijn studenten. Mijn taak is dan om te zorgen dat iedereen respectvol blijft en elkaar niet vocaal of fysiek in de haren vliegt. Ik stel ze soms best vragen tussendoor, om ze aan te sporen kritisch na te denken over hun standpunten, maar die vragen komen ook bij de studenten met wie ik het eens ben terecht. Ze moeten zelf hun meningen vormen, en kunnen vertellen waarom ze dat vinden met onderbouwing. In zulk soort situaties kan je als docent best wel neutraal zijn, achterover leunen, en luisteren naar wat er bij je studenten allemaal leeft. Ook wel eens leuk.