We kijken liever naar de horizon dan naar de grond onder onze voeten. Als je zegt dat je een ‘stip op de horizon zet’, dan klink je als een visionaire leider. De plek waar je nu ‘met je poten in de klei staat’ is meer iets voor volgers om zich mee bezig te houden. Tegen hen zeg je dat nog niets ‘in beton is gegoten’, zodat ze niet gaan denken dat ze daar voor altijd kunnen blijven staan.
Het is de taal waar ik bijna dagelijks mee wordt aangesproken. En eerlijk gezegd begrijp ik niet zo goed wat er nu precies gezegd wordt. Laat ik een voorbeeld geven. De laatste paar weken krijg ik – schijnbaar uit het niets – twee nieuwe concepten in mijn nog wat corona-slaperige gezicht gewreven: formatief handelen en programmatisch toetsen. Dit wordt door sommigen zelfs een ‘toetsrevolutie’ genoemd. Nou, dan staat er wat te gebeuren!
Maar wat ik hoor zijn allemaal vrij bedeesde principes. Een toets moet je niet als een doel op zich zien, maar als een middel voor de student om iets te leren. Dat is fantastisch natuurlijk, als een student iets leert. Maar als dit revolutionair is, dan vooral omdat we dit principe eerder blijkbaar uit het oog verloren zijn. Niet omdat het echt nieuw is. Of het principe dat je communiceert met je studenten over wat zij aan het leren zijn. Dat principe wordt nu verpakt in hippe taal met veel ‘feed’ erin: feedback, feedforward, feedup (gek eigenlijk: je zou verwachten dat er dan ook een feeddown zou zijn, maar dat bestaat nog niet). Maar zijn we ook hier niet gewoon heel opgewonden aan het doen over zaken die we in al onze vernieuwingsdrang nu juist verloren zijn?
We denken dat we grootse ideeën en vergezichten hebben, maar eigenlijk lopen we met ons hoofd in de wolken. En we vergeten dat er ook nog een aarde is waar we met onze voeten op staan.
Ideeën zijn goed, maar ze moeten nog wel uitgevoerd worden. En om die ideeën te kunnen uitvoeren heb je een omgeving nodig waarin die ideeën zich kunnen ontwikkelen. Aarde waarin ze wortel kunnen schieten. Als ik daar naar kijk, dan zie ik een omgeving die er juist voor heeft gezorgd dat we die principes vergeten zijn: binnen vier jaar je diploma moeten halen, zodat je snel de arbeidsmarkt op kan; kort-cyclische cursussen die afgelopen zijn nog voordat je het gevoel hebt dat ze echt begonnen zijn; afnemende aandacht voor een iets dieper begrip van vakkennis.
Een omgeving dus, waarin de aandacht afneemt. We zeggen steeds hoe belangrijk aandacht is. Maar het feit dat we dat steeds moeten zeggen, geeft eigenlijk al aan dat het er niet is.
Ik stel een andere revolutie voor. Een stille revolutie van aandacht. Een revolutie die de aandacht richt op onze voeten en de aarde waarop ze staan. Misschien wordt onze blik daar minder mistig van. Misschien komen we er dan toe een stap te zetten.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Op deze barricaden wil ik wel staan. Go aandacht!
Tip: https://www.ou.nl/documents/846784/0/Wijze_Lessen_digitaal_160919.pdf
Eerste paragraaf uit de inleiding: Dagelijks verzorgen duizenden leraren in het onderwijs duizenden uren les. Hoewel het takenpakket van leraren zeer divers is, is het verzorgen van een goede les een van de kerntaken van de leraar. Lesgeven is de core business van het leraarschap. Daarom beschrijven we in dit boek twaalf didactische bouwstenen die leraren kunnen gebruiken om hun lessen effectiever te maken. Leraren zullen merken dat je in dit boek geen ‘rocket science’ zult aantreffen, maar wel heldere, duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde bouwstenen die hen raken in de kern van het vak, namelijk het lesgeven gericht op langetermijnleren.
Mooi Corstin, Be Here Now