Blog Menno: Taal maakt nog meer kapot dan geweld
Blog van MennoGepubliceerd: 11 hours ago
Vorige maand bezochten alumni en geïnteresseerde studenten van de lerarenopleiding Nederlands een gastlezing van taalkundige Vivien Waszink, bekend van het taalboek Dat mag je óók (al niet meer) zeggen! In inclusieve geuren en kleuren vertelde ze over inclusieve en onderdrukkende taal.
Ik ga er geen doekjes om winden dat ik een fascinatie heb voor de Nederlandse taal, omdat je met taal best geinige dingen kan doen zoals kwetsen, discrimineren, beledigen en onderdrukken. De laatste tijd gaat het in de wereld van de taalkundigen daarom dus over inclusieve taal. Dat is hard nodig, want de taal kent genoeg overblijfselen uit de koker van het onderdrukkende patriarchaat. Met het uit het Engels geleende woord ‘mansplaining’ is nu een tegenbeweging ingezet. Ik kan nu niet zo snel een voorbeeld bedenken van mansplaining, maar voor alle vrouwtjes die het woord niet begrijpen, het is: ‘door een man op een neerbuigende, betuttelde manier iets uitleggen aan vrouw.’
Er zijn nog tal van voorbeelden van vrouw-onderdrukkende taal. Wat dacht u van het woord ‘deeltijdprinses’ of ‘sneeuwwitjesyndroom’. Het sneeuwwitjesyndroom slaat op het idee dat een vrouw (oftewel een sneeuwwitje) onzeker is over haar uiterlijk en daarom passief afwacht tot de prins op het witte paard, zwarte paard, paars paard, inclusief paard, haar wakker kust en daarmee sneeuwwitje bevestiging geeft. Origineel bedacht, waarschijnlijk door hopeloze mannen van middelbare leeftijd die te veel Disneyfilms hebben gekeken.
We leven nu ook in een tijd dat we de mensheid niet langer verdelen in mannen en vrouwen. Naast hij en zij kunnen we nu ook kiezen voor het genderneutrale hen en die. Ik vind dat lief, maar ook hartstikke verwarrend. Omdat de Nederlandse taal, vind ik, geen goeie aanspreekvorm heeft voor non-binaire, genderqueer en genderfluïde personen, spreek ik nu ook iedere onbekende aan als homo sapiens. En natuurlijk, er zijn nog altijd een aantal types die zeggen dat ze zich meer identificeren met de homo erectus, maar dat lijkt me sterk, want de laatste mens die zich identificeerde als homo erectus is twee miljoen jaar geleden uitgestorven.
De hamvraag is natuurlijk: kan je de samenleving sturen door de taal te veranderen? Misschien is inclusieve taal wel opportunistisch als de menigte niet aanhaakt. Misschien zit diep van binnen een taalgevoel waar je niet 1,2,3 aan kan tornen.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Ik vind het lastig echt de kern van je stuk te doorgronden, maar ik zit hardop te lachen om deze zin:
“Ik kan nu niet zo snel een voorbeeld bedenken van mansplaining, maar voor alle vrouwtjes die het woord niet begrijpen, het is: ‘door een man op een neerbuigende, betuttelde manier iets uitleggen aan vrouw.’ ”
Waarvoor dank 😀
Taal en het gebruik daarvan kan zeker invloed hebben op de samenleving! Juist als inclusieve taal gezien wordt als een manipulatie, kan daaruit blijken dat taal die buitensluit gezien wordt als de norm (of, genuanceerder, wordt het gezien als niet bezwaarlijk genoeg om verandering te vereisen). Bovendien hebben veel woorden beladen betekenissen, en kan uit hun toepassing blijken wie er werkelijk macht heeft binnen een samenleving, organisatie, cultuur etc. Juist daarom zou het inderdaad interessant moeten zijn voor docenten Nederlands om dit grondig te analyseren met hun leerlingen!
Ik voel me door krampachtig inclusief taalgebruik altijd buitengesloten…help me!!! Menno, leg jij dat nou eens duidelijk uit aan dit vrouwtje, jij studeert er tenslotte voor?! 😉
Taal is niet alleen een verzameling van labels, maar een methode waardoor betekenis wordt overgedragen. Taal kan an sich niet onderdrukkend zijn maar het is heel goed mogelijk om een betekenis over te dragen die te reductief is en geen recht doet aan hetgene je probeert te duiden.
Dit kan vervolgens, bewust of onbewust, tot onderdrukkende acties leiden. Als je gaat praten over “prinsesjes” impliceer je daarmee een stereotype met alle risico dat je die mensen niet als volwaardig gaat zien en ook niet zo zal behandelen.
Aan de andere kant is taal noodzakelijk reductief, en geeft het ons mogelijkheden om concepten op efficiënte en praktische wijze aan elkaar over te dragen. Er is een relatie tussen taal en denken, en gezien we graag pretenderen vrije wil te hebben wordt ons handelen beinvloed door ons denken. Probeer voor jezelf maar eens niet in een taal na te denken en kijk hoe ver je komt.
Het is dus altijd belangrijk na te denken over taal en hoe, en welke, betekenis wordt overgedragen door het gebruik van bepaalde termen. Hier tegenover staat het verschrikkelijke fenomeen van de eufemisme-tredmolen, waarbij continu nieuwe woorden bedacht moeten worden om dezelfde betekenis over te dragen, omdat mensen het ‘oude’ woord zijn gaan zien als iets beledigends. Dit kan erg frustrerend zijn.
Taal is echter een continu evoluerend fenomeen, en de wisselwerking tussen taal en ideeën zal waarschijnlijk altijd tot dergelijke veranderingen leiden. Je zal er inderdaad niet “1,2,3” aan kunnen tornen maar we zien wel degelijk betekenisverschuivingen gebaseerd op de wensen van taalgebruikers.
P.S. dit is niet bedoeld als ‘Mennosplaining’ 😉