‘Dan merk je dat de wereld maar blijft gaan, terwijl jij wilt dat alles eventjes stilstaat’
Karim Ellouta (artiestennaam Benzokarim) is derdejaarsstudent aan de lerarenopleiding maatschappijleer en debuteert met El Ghorba, een dichtbundel over rouw, vervreemding, vluchten en het gevoel van thuis. Met hoofdrollen voor zijn vader en overleden moeder. ‘Ik ben heel dankbaar dat ik zoveel tijd met haar mocht doorbrengen.’
‘Ze was de meest liefdevolle, krachtige, warme moeder – ik had een heel speciale connectie met haar. Ze kon mij rust bieden. Ze begreep mij zonder dat ik iets uit hoefde te leggen. Ik ben heel dankbaar dat ik zoveel tijd met haar mocht doorbrengen. Vooral de tijd die we samen hadden toen ze vijf jaar geleden ziek werd. Ik studeerde rechten aan de Erasmus en liet die studie een beetje links liggen zodat ik met haar mee kon naar het ziekenhuis. Het was een warme tijd, en achteraf ook de beste keuze die ik had kunnen maken. Het heeft mij toen de opleiding gekost, maar ja, wat is meer waard?
‘Ik studeerde rechten aan de Erasmus en liet die studie een beetje links liggen zodat ik met haar mee kon naar het ziekenhuis.’
‘Het begon met borstkanker wat verder uitzaaide. Mijn hele leven veranderde vanaf dat moment en ik denk dat ik toen al begon met rouwen. Ik was 21 toen ik het hoorde en kwam net terug van mijn eerste vakantie met vrienden in Griekenland. Ik was heel jeugdig en gefixeerd op de universiteit, en dan word je op een dag wakker en krijg je ineens heel andere verantwoordelijkheden dan iedereen om je heen. Andere gevoelens, andere ideeën. En je merkt dat er steeds meer afstand komt.
‘Ik groeide uit alle maatschappelijke rollen die ik had. Ik was niet alleen een zoon meer, ik was ook niet zomaar een vriend; ik was de zoon en vriend van wie de moeder ziek was. Ik was niet zomaar een student, ik was die student die zo vaak weg was. Het voelde vervreemdend. Het was heel zwaar maar het heeft me achteraf veel gebracht. Ik ben veel gaan schrijven en dat werkte haast therapeutisch voor me. Ik begon mezelf ook te bevragen. Wat wil ik zijn? Wie wil ik zijn? En waarom wil ik dat zijn?
‘Mijn moeder overleed na twee jaar, nu drie jaar geleden. Een dag daarna besloot ik te stoppen met mijn rechtenstudie. Het ging niet meer. Ik kwam in een heel andere fase van rouw. Dan merk je dat de wereld maar blijft gaan, terwijl het enige wat jij wilt is dat alles eventjes stilstaat. Ik ging mijn moeder begraven in Egypte en besloot daar langer te blijven. Een maand heb ik daar doorgebracht. Weer thuis zonderde ik me af van de wereld. De eerste lockdown is denk ik mijn redding geweest.
‘Ik was de eerste uit mijn vriendengroep die zoiets meemaakte’
‘Op dat moment was voor mij het beste om me volledig te focussen op het rouwen en het verdriet, ook omdat ik vervreemd raakte van mijn vrienden. Ik was de eerste uit mijn vriendengroep die zoiets meemaakte. Niemand in mijn omgeving wist hoe ze met mij moesten omgaan en dat was niet eenzijdig, want ook ik wist niet meer hoe ik met hen om moest gaan. En dan is afstand nemen soms gewoon het beste wat je kunt doen. Gewoon focussen op je eigen rouwproces.
‘De verhouding met mijn vader veranderde ook, maar dan op een positieve manier. Ik werd zijn gelijke. We hadden heel veel gesprekken samen, en hij kon zijn gevoelens bij mij uiten. Het was zo’n beladen tijd. Een half jaar nadat mijn moeder was overleden, op mijn verjaardag, overleed mijn vaders moeder. Een dag later ben ik gewoon met hem gaan zitten, alles verder gecanceld, en ben gaan luisteren naar wat hij te vertellen had. Daar is het eerste stuk van de bundel ontstaan: het gedicht van zoon tot zoon.
‘Het verhaal van mijn vader vormt nu de intro van ieder hoofdstuk.’
‘Er waren heel veel dingen die ik nog niet wist, en toen ik aan de bundel begon kon ik dat niet negeren. Mijn vader moest een plek krijgen. Daar heb ik heel lang mee geworsteld: hoe kan ik de gesprekken die ik met mijn vader heb gieten in een vorm die werkt? Uiteindelijk besloot ik dat hij zijn verhaal zou opschrijven en dat ik het zou vertalen. Het verhaal van mijn vader vormt nu de intro van ieder hoofdstuk.
‘Ik denk dat wij met elkaar gemeen hebben dat we veel bezig zijn met het concept ‘thuis’ en ‘vervreemding’. Mijn vader is op een gegeven moment vervreemd geraakt van zijn omgeving toen hij was afgestudeerd als landbouwingenieur. Hij kreeg te maken met corruptie en ongelijkheid en kwam daardoor vast te zitten in zijn leven. Hij besloot te vertrekken uit Egypte en in Nederland een nieuw leven op te bouwen. Ik herken mezelf wel in zijn verhaal. Vluchten is op zoek gaan naar een nieuwe omgeving, maar kan ook betekenen dat je er mentaal voor kiest om niet dezelfde wegen te belopen als iedereen.
‘Als je het mij vraagt is het juist heel sterk van mijn vader dat hij is gevlucht.’
‘Vaak hangt er rondom vluchten een beetje het idee dat het zwak is. Je ontvlucht een situatie of vlucht naar een ander land, maar had je niet beter kunnen blijven? Maar als je het mij vraagt is het juist heel sterk van mijn vader dat hij is gevlucht. Hij is opgestaan en dacht: dit niet meer. Dat is geen zwakte, dat is het sterkste wat je in die situatie kan doen. Hij was destijds al verloofd met mijn moeder die achterbleef in Egypte vanwege haar werk en familie. In het gedicht Belofte vertel ik hoe ze negen jaar op elkaar hebben moeten wachten – dat bedoel ik met: vluchten is geen zwakte.
‘Ook ‘thuis’ – El Bayt in het Arabisch – is een belangrijk thema in de bundel. Voor mij is thuis nu echt Rotterdam. Ik ging hierheen om te studeren, maar ik had ook wel het gevoel dat ik klaar was met Den Haag. De kans was groot dat ik hier toch wel was beland. In Rotterdam treed ik veel op als spoken word-artiest. Ook geef ik workshops creatief schrijven op middelbare scholen. Daarbij heb ik veel aan mijn opleiding. De scholieren hebben zich niet zelf ingeschreven en zitten ook niet altijd op je te wachten. Ik probeer met ze te connecten door niet alleen de ruimte te nemen als docent, maar juist ook de ruimte te bieden aan de stem van leerlingen.
‘Die scholieren hebben zich niet zelf ingeschreven en zitten ook niet altijd op je te wachten’
‘Thuis kan voor mij ook Kaapstad zijn, waar ik vorig jaar was om mee te doen in een voorstelling over het gedeelde koloniale verleden van Nederland en Zuid-Afrika. Daar voelde ik iets wat ik nog niet eerder heb gevoeld. Het is zo’n beladen stad, een stad die zich niet verstopt. De warmte van de mensen en hoe ze bewegen; ik merkte dat dat heel erg resoneert met hoe ik zelf ben. We zijn in de geschiedenis gedoken en de eerste week was daarom heel droevig en shockerend. De tweede week voelde als kennismaken, en onderweg naar het vliegveld in de derde week werd ik bijna emotioneel omdat ik niet weg wilde. Ik heb sowieso iets met havensteden en ook met de reis zelf. Als je je nergens helemaal thuis voelt, maar wel in de reis van en naar.
‘Vrijdag 18 november is de sterfdag van mijn moeder. Er wordt op zo’n dag, of bijvoorbeeld op je verjaardag, van je verwacht dat je er precies dan heel erg veel bij voelt. Die verwachting is zo beklemmend dat ik de afgelopen twee jaar gewoon niet wist wat ik met dat gevoel moest. Dus ik dacht oké, ik kom die datum met mijn bundel. Daardoor switcht het weer. Ik keek er bijna naar uit, vooral omdat ik die dag en met de bundel mijn moeder eer en mijn vader vier. Als je rouwt dan rouw je altijd, maar rouw is niet alleen maar verdriet. Het heeft ook iets moois: herinneren en missen.’
Tekst en foto: Wietse Pottjewijd
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top