‘De ambiance van die wedstrijd vond ik zo gaaf, dat wilde ik ook’
Jasper van der Meulen is tweedejaars international business en heeft zijn studentenleven verbonden met het roeien. ‘Als het nodig is kan ik gebruikmaken van de topsportstatus die ik heb gekregen van de hogeschool omdat ik veel train.’
‘Vrienden van mij zeggen dat ik veel relaxter ben geworden sinds ik in Rotterdam studeer en op kamers woon. Ik weet niet hoe dat zo is gekomen, het heeft vast ook te maken met mijn omgeving die heel erg wordt bepaald door het roeien. Bijna alles is daarmee verbonden.
‘We zijn desondanks de coronalockdown heel hecht geworden met elkaar’
‘Voordat ik naar Rotterdam ging ben ik een keer meegegaan met mijn zus naar een roeiwedstrijd. De ambiance van die wedstrijd vond ik zo gaaf, dat wilde ik ook. Daarom heb ik me ingeschreven bij studentenroeivereniging Skadi. In het eerste jaar kwam ik in een wedstrijdploeg van elf gasten en twee meiden. We zijn desondanks de coronalockdown heel hecht geworden met elkaar en tweeënhalf jaar later gaan we nog steeds met z’n allen op vakantie.
‘Het leuke aan zo’n vereniging is dat je heel gauw in contact komt met veel mensen. Handig als je bijvoorbeeld een kamer zoekt. Vanaf de eerste maand op Skadi heb ik tegen iedereen gezegd dat ik een kamer zocht en ik werd meteen uitgenodigd voor een hospiteeravond. Een week later kon ik al intrekken bij een Skadi-huis met negen gasten. Onze buren zijn zestien meiden van het corps, dus het is erg druk en gezellig bij ons.
‘Als die wint moeten de leden van die vereniging met alleen een das om in het water springen.’
‘Roeien is meer dan alleen de sport, vooral bij het studentenroeien gebeurt er ook van alles omheen. In het eerste weekend van april is altijd de Varsity, de grootste studentenrace van het jaar. Aan het einde van de dag zijn twee hoofdraces: de Dames 4 en de Oude 4. Bij die laatste race wordt de boot gevuld met de beste roeiers van één vereniging. Als die wint moeten de leden van die vereniging met alleen een das om in het water springen om hun winnaars te feliciteren. Er wordt verder gedronken en gebrast, waarbij je elkaar bij het jasje pakt en probeert de ander naar de grond te werpen. Dat soort dingen horen erbij.
‘Als je kiest voor wedstrijdroeien, zoals ik, dan moet je wel hard trainen en ga je niet alleen voor de gezelligheid. Het seizoen begint in januari en vanaf dat moment ga je in training en drink je geen alcohol meer. Er is een speciaal moment waarop je met z’n allen het laatste biertje drinkt en dan is het klaar tot en met de allerlaatste wedstrijd. Ik vind het wel relaxt om het zo als groep te doen; het is makkelijker om niet te drinken als je weet dat de rest het ook niet doet. De periode van september tot december is wat losser en dan ga ik wel naar feesten toe. Niet drinken is vooral de regel voor alle eerstejaars, vanaf het tweede jaar bepaalt iedereen zelf of hij wel of niet drinkt. Vaak zie je dat iedereen niet of nauwelijks drinkt.
‘Het seizoen begint in januari en vanaf dat moment ga je in training en drink je geen alcohol meer.’
‘Wedstrijdroeien is het hoogste niveau bij studentenroeien, daarbinnen zijn weer verschillende niveaus, verdeeld in categorieën gebaseerd op het aantal wedstrijden dat je hebt gewonnen. Het hoogste niveau van Nederland is Elite, daarvoor moet je meer dan zes wedstrijden hebben gewonnen. Ik heb helaas nog niets gewonnen, ook wel logisch want vanwege corona zijn er twee jaar geen wedstrijden geweest. Ook dit jaar heb ik nog niet veel geluk gehad: mijn vorige partner stopte ermee en in het voorseizoen heb ik mijn teen gebroken. Daarna raakte ik ook nog geblesseerd aan mijn schouder, en nu zit ik onder de schaafwonden omdat ik laatst van mijn fiets ben gevallen. Het is dus nog niet mijn jaar, maar voor volgend jaar heb ik wel als doel om geselecteerd te worden voor de Nederlandse selectie van Onder 23. Ik weet niet of het haalbaar is maar ik vind het wel mooi om naar daarnaartoe te werken. Als je geen doelen stelt dan voelt het ook een beetje nutteloos.
‘Voor volgend jaar heb ik als doel om geselecteerd te worden voor de Nederlandse selectie van Onder 23’
‘Als het nodig is kan ik gebruikmaken van de topsportstatus die ik heb gekregen van de hogeschool omdat ik veel train. Als ik kan aantonen dat ik een wedstrijd of trainingskamp heb dan wordt er iets soepeler omgegaan met deadlines en het volgen van colleges. Ik heb er tot nu niet veel mee gedaan, het is meer iets om achter de hand te hebben. Acht keer per week trainen zoals ik doe is wel veel maar je kunt wel naar veertien keer per week gaan, dan zou z’n sportstatus wel echt nodig kunnen zijn.’
Tekst en foto: Wietse Pottjewijd
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top