Korte opleidingsprogramma’s om hoogopgeleiden om te scholen naar de IT. Dat is het idee achter Make IT Work. De Hogeschool Rotterdam is dit jaar aangehaakt bij het initiatief en als alles volgens plan verloopt, start de eerste groep in augustus met het programma.

‘Bijzonder aan Make IT Work is de koppeling met de arbeidsmarkt’, zegt projectleider Gwen Maas. ‘De deelnemers krijgen een intake met een assessment en daarna kunnen we hen gaan matchen met werkgevers.’

Omscholen in korte tijd

De opleidingsprogramma’s staan open voor mensen die al een bachelor- of masterdiploma hebben en bestaan uit eerst vijf maanden onderwijs op IT Campus Rotterdam en vervolgens minimaal zes maanden aan de slag bij de werkgever. In totaal duurt het traject dus elf maanden.

Het post-hbo onderwijs van Make IT Work is in 2015 ontstaan in de regio Amsterdam vanwege het tekort aan IT’ers. Het idee erachter is om hoogopgeleiden in relatief korte tijd om te scholen. Na de IT Academy Noord Holland, Hogeschool Arnhem-Nijmegen en Fontys zijn afgelopen jaar de Haagse Hogeschool en de Hogeschool Rotterdam aangesloten.

Behapbare stap

Make It Work is privaat onderwijs dat door de hogescholen wordt verzorgd. De deelnemers krijgen een certificaat, geen hbo-diploma. Ze betalen 1.000 euro en zijn vijf maanden fulltime met de opleiding bezig. Bedrijven leggen daar 6.500 bij voor ‘hun’ cursist. Het is geen programma waarbij je nog aanspraak kan maken op studiefinanciering, maar voor de eigen bijdrage kunnen deelnemers uit de regio Rotterdam aanspraak maken op regionale scholingsvouchers.

Ook is er de mogelijkheid het STAP-budget in te zetten. ‘Maar tot nu toe heb ik daar geen aanvragen voor ontvangen’, zegt Maas. ‘Wel zijn er afspraken met het UWV gemaakt: mensen die daar staan ingeschreven betalen geen eigen bijdrage, worden vrijgesteld van sollicitatieplicht en krijgen hun uitkering doorbetaald. Zo wordt het voor hen zeker een behapbare stap. En kandidaten kunnen ook met hun werkgever onderhandelen over de eigen bijdrage.’

Eigen programma

Er bestaan al verschillende leergangen onder de vlag van Make IT Work. De samenwerking met de HR zorgt voor uitbreiding van het aanbod. In Rotterdam wordt een door de HR ontwikkeld programma aangeboden: applied artificial intelligence. ‘Dat vakgebied zat nog niet in het aanbod en Make IT work vroeg ons dit te ontwikkelen’, zegt Maas. ‘Het is gelukt om een mooi traject neer te zetten. Bij de presentatie was men positief.’ Het was daarbij praktisch dat de HR ook bezig is een bachelor op hetzelfde gebied op te zetten.

Een deel van dat nieuwe programma is de afgelopen maanden uitgeprobeerd in een pilot waaraan derdejaars studenten business & IT management (BIM) mee konden doen. Ze volgden het programma twee dagen per week als invulling van het vak BIM-lab.

‘Ze vonden het een zwaar project, maar zeiden dat ze het de volgende keer weer zouden kiezen, omdat ze zoveel geleerd hebben.’

Maas: ‘Het hele Make IT Work-programma bestaat uit drie grote projecten, waarvan de studenten er in de pilot een hebben gedaan. Ze moesten een zelfrijdend en zelflerend voertuig programmeren met een neuraal netwerk. Ze moesten leren programmeren in Python, aan de slag met wiskunde en kijken naar de ethische kant van AI. Het was mooi om te zien hoe hun kennis zich opbouwde: van “dit ga ik nooit voor elkaar krijgen” tot “het is me gelukt en ik snap ook hoe ik het gedaan heb.” Ze vonden het een zwaar project, maar zeiden dat ze het de volgende keer weer zouden kiezen, omdat ze zoveel geleerd hebben.’

Docententeam compleet

Naast het ontwikkelen en testen van (een deel van) het AI-programma, zijn inmiddels ook drie docenten geworven -allen met een sterke link met het werkveld – plus een coach die gespecialiseerd is in omscholers. ‘Zij doet in het voortraject de intake en begeleidt de deelnemers tijdens de opleiding. Ze weet uit ervaring wat de deelnemers kunnen verwachten en bespreekt dat met hen.’ Zo kan het zijn dat er een moment komt waarop een deelnemer twijfelt aan zijn keuze, denkt dat-ie het niet onder de knie krijgt en zich zorgen maakt omdat hij bijvoorbeeld zijn oude baan heeft opgezegd.

Vanaf februari zijn de voorlichtingen en de wervingen geweest, in juni vindt de matching plaats tussen kandidaten en bedrijven. Met zo’n match kan iemand aan de opleiding beginnen, die net als een gewone hbo-opleiding van eind augustus tot begin juli loopt.

Genoeg voor een klasje

In de huidige arbeidsmarkt is het volgens Maas spannend of er voldoende kandidaten komen. ‘Aanvankelijk hadden we er maar drie, waarvan er een in de tussentijd alweer een andere baan had aangenomen. Gelukkig hebben we nu achttien kandidaten die hun assessment hebben gehaald.’ Daar kunnen er nog wel een paar bij komen, denkt ze, maar het is genoeg voor een ‘klasje’.

Oorspronkelijk is het programma ontwikkeld voor ‘bankzitters’, mensen die geen baan konden vinden. Maas: ‘Het vinden van bedrijven is nu makkelijker dan het vinden van kandidaten. We werven nu via UWV, via loopbaancoaches en binnen bedrijven. Ook afstudeerders zijn een doelgroep; vijf maanden extra in de schoolbanken is te overzien en je hebt daarmee een mooie aanvulling op je bachelordiploma. Voordeel van de huidige arbeidsmarkt is dat mensen die voor deze omscholing kiezen, een heel bewuste keuze maken.’

In principe is het privaat gefinancierd onderwijs; de investeringen in bijvoorbeeld het ontwikkelen van de programma’s die de HR doet, moeten terugverdiend worden en daarvoor zijn voldoende deelnemers nodig. Dat hoeft niet meteen het eerste jaar: na een aanloopperiode van drie jaar moet men quitte spelen.

Tekst: Edith van Gameren
Illustratie: Demian Janssen

Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam, deelt wekelijks artikelen op Linkedin. Ben jij onze nieuwe connectie?