‘Reflecteren hoort ook bij architectuur’
Amal Habti (links op de foto) is ontwerper en laatstejaarsstudent architectuur aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst (RAvB) van de Hogeschool Rotterdam. Ze won met haar project Broken Relationship de Iktonosprijs 2022. ‘Wat opviel was hoe onzichtbaar afval is’
‘In Nauerna, vlakbij Assendelft en onder de rook van Amsterdam, ligt een vuilnisbelt. De opdracht van studio Dutch Mountains was om hier onderzoek naar te doen en er zowel een filmessay als een ruimtelijk ontwerp van te maken. Verder had ik alle vrijheid om te doen wat ik wilde. De opgave werd mij aangereikt en ik merkte dat ik vrij weinig wist over afvalverwerking en de omvang ervan. Terwijl je van een ontwerper misschien wel zou denken dat die weet hoe zoiets gaat. Waarom wist ik dit niet?, vroeg ik me af, dat was het begin van mijn zoektocht.
‘Wat mij meteen opviel was hoe onzichtbaar afval is. Negenentwintig procent wordt geëxporteerd, de rest wordt verbrand in afvalverbrandingsovens. De overgebleven bodemas wordt verwerkt in bijvoorbeeld snelwegen of ingebed in afvalbergen. Die afvalberg in Assendelft is eigenlijk ook heel abstract: als de zwarte bodemas net is gestort, lijkt het net een soort maanlandschap. De overblijfselen van het afval worden onder en boven afgedekt met een liner, een soort van dik zeil. Daar bovenop komt de leeflaag, een metertje grond en soms wat boompjes. Het is een heel groengebied en lijkt op gewone natuur. Een heel rare gewaarwording; er is helemaal geen relatie meer met het afval. Daarom heet mijn project Broken Relationship.
‘Er is helemaal geen relatie meer met het afval.’
‘Wanneer afval zo netjes wordt weggestopt, dan lijkt het alsof je je daar niet al te druk over hoeft te maken. Out of sight is out of mind, maar zo worden de gevolgen van consumeren ook makkelijk vergeten. En die gevolgen zijn er wel. Het gedeelte van het afval dat geëxporteerd wordt, gaat bijvoorbeeld naar derdewereldlanden, waar het vaak weer terechtkomt in oceanen en rivieren. Dat vond ik heel confronterend.
‘Die afvalberg kon ik daarom niet los zien van de consumptiemaatschappij. En om de relatie zichtbaar te maken heb ik berekend wat een buurt in Nieuw Sloten in Amsterdam West, in een jaar produceert aan afval. Die berg met afval heb ik verbeeld als een soort piramide die boven de wijk uittorent, en dan is het ineens wel confronterend om te zien.
‘Wat afval is, is ook wel een filosofische vraag. Iets wat in onze ogen afgewaardeerd is hoeft dat natuurlijk helemaal niet te zijn. Ik denk dat dit ook het grootste probleem is, dat we bijvoorbeeld plastic bekertjes maar een keer gebruiken en dat voor lief nemen. Daarom ben ik ook gaan analyseren wat er allemaal in bodemas zit, het materiaal dat overblijft na verbranding van afval. Daarin vind je bijvoorbeeld resten van metalen en edelmetalen die op zich waardevol zijn. Met het idee van die gebroken relatie in mijn achterhoofd was ik benieuwd of mensen dat terug zouden willen kopen. Ik heb het in een zakje gestopt met alle informatie over de inhoud en weer aangeboden als product.
‘Iets wat in onze ogen afgewaardeerd is hoeft dat natuurlijk helemaal niet te zijn.’
‘Wat ik heb gedaan is dus niet echt een ruimtelijk architectonisch ontwerp geworden, dit was ook een punt van kritiek van de jury. Maar wat mij betreft hoort dit ook bij architectuur. Het gaat over het blootleggen van zo’n systeem: de architectuur die ervoor zorgt dat afval helemaal weggemoffeld wordt. Dit is onderdeel van onze ruimtelijke vormgeving en ik vind dat je daarop ook moet kunnen reflecteren. Dit kan met verbeelding, wat ik zie als een van de grootste krachten van ontwerpers. Hiermee kunnen we dingen die misschien heel inhoudelijk zijn inzichtelijk maken. Ik denk ook dat we daarin een grote verantwoordelijkheid hebben. De discussie over wat architectuur nog meer kan zijn dan enkel gebouwen maken, is op dit moment ook erg gaande binnen de architectuur.
‘Hoe mijn eigen relatie met afval is? Ook moeilijk. Ik breng mijn kleding wel naar de kringloop en probeer heel veel te recyclen maar slaag daar eigenlijk ook niet echt in. De ene keer doe ik heel makkelijk over plastic, de andere keer probeer ik weer met ultieme precisie alles te scheiden. Ik denkt dat veel mensen zo’n relatie hebben. Wel vind ik het comfort dat wij hier hebben best wel heftig, dat mag echt een tikje minder. Ik woonde als kind een paar jaar in Marokko, uit die tijd weet ik nog dat mensen met veel minder spullen en comfort toch ook een heel fijn bestaan kunnen hebben. Als ik kijk naar het afval dat wij produceren, dan zou het bij ons ook best wat minder mogen.’
Tekst: Wietse Pottjewijd
Foto: Rhalda Jansen
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Back to Top