Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Photo of author

Recente blogs

Recente artikelen

Blog

Blog Okke: Safe zone

Gepubliceerd: 14 February 2022 • Leestijd: 1 minuten en 25 seconden • Nieuws

Geen enkel meisje is ooit getrouwd met een jongen die haar stalkte. Sissen of fluiten naar vrouwen is niet bijster sjiek. Iedereen snapt dat je met je poten van vrouwen af moet blijven. En dickpics zijn lachwekkend treurig. Maar kom op, slaan we inmiddels niet een beetje door qua gevoeligheid?

Als docent moet je tegenwoordig heel erg op je woorden passen. Het maakt daarbij niet uit of je de beste intenties hebt. Ik legde ooit aan een student uit dat haar Caribische achtergrond een ‘handicap’ was bij het bepalen van het lidwoord, maar dat werd me niet in dank afgenomen. Ik waarschuwde studenten ooit dat bij de mondelinge verdediging van hun scriptie ‘een op de zes studenten gaat janken’, maar die statistische waarheid werd niet gewaardeerd. Ik heb de Amsterdamse gewoonte om vrouwen ‘lieverd’ te noemen, maar ik vermoed dat niet elke studente daar op zit te wachten. C’est le ton qui fait la musique, dus ook daar let ik op. En toch zit ik af en toe met de gebakken peren. Lees: gekwetste studenten.

Ben ik een soort orale aanrander als ik ‘lieverd’ blijf zeggen? Ben ik een enge smeerlap als ik een troostende hand op de schouder van een huilende studente leg? Waarom mogen studentes wel seksistische onzin over mij uitstorten (‘mannen kunnen niet multitasken’), maar word ik gecanceld als ik iets over vrouwen en aanrechten zou beweren?

De gevoeligheid van studenten gaat nog verder. Mag ik nog wel complimenten uitdelen, hoewel minder presterende studenten daar aanstoot aan kunnen nemen? Moeten we trigger warnings geven voordat we gevoelige lesstof behandelen, net als op universiteiten in de Verenigde Staten? Mag ik überhaupt nog wel iets over racisme of discriminatie beweren, als bevoorrechte, witte man? Is het culturele toe-eigening als ik straattaal gebruik tijdens de les? Moeten we safe zones inrichten, waar niemand kritisch jegens anderen mag zijn?

Rekening houden met elkaar is belangrijk, in een beschaafde samenleving. Elkaar onnodig kwetsen is wreed. Maar het is onze plicht om studenten voor te bereiden op een harde, veeleisende, kritische en oneerlijke maatschappij. Waar geen safe zones zijn. Waar niet iedereen woke is. Waar gediscrimineerd wordt. Waar vrouwen als vlees worden behandeld. Dat is verre van fraai, maar wel de realiteit. Moeten we studenten dan geen weerbaarheid bijbrengen? Zou het niet beter zijn als de hogeschool een echte afspiegeling is van de maatschappij, in plaats van één grote safe zone?

Recente blogs

Recente artikelen

Reacties

Laat een reactie achter

14 Responses to Blog Okke: Safe zone

  1. Interessant om eens goed na te denken over wat we nu als ‘overgevoelig’ moeten bestempelen en wat we als serieuze kritiek op sociaal onrecht kunnen zien.
    Dat is niet altijd heel duidelijk aan te wijzen. En ik denk dat het ook belangrijk is om na te denken over wie die grens mag bepalen.
    Naar mijn idee is dat zeker niet alleen de docent die die grens aangeeft. Ik zie dat als de uitkomst van een dialoog. Maar dat maakt het er niet makkelijker op.

    Je zegt dat we studenten weerbaarheid moeten leren. Zeker! Mijn kanttekening daarbij is wel dat je mensen niet leert om weerbaar te zijn door onrechtvaardige machtsverhoudingen in de klas te reproduceren en je studenten te vragen die dan maar te accepteren.
    Als studenten zich dan eenmaal verweren en als jij als docent dat dan labelt als ‘overgevoeligheid’, dan maakt dat het gevoel van onmacht alleen maar groter.

    Ik zou zelf wel willen horen van studenten wat volgens hen maakt dat het woord ‘lieverd’ niet okee is volgens hen. Het gesprek aangaan daarover is cruciaal voor het ontwikkelen van wederzijds begrip. Alleen maar de grens trekken voor jezelf of voor anderen is onvoldoende.

    Hier een podcast van NRC over dit onderwerp: https://open.spotify.com/episode/11LtxCyzUWJmxOpnApgWKG?si=5ecf438dc1044a9d

    En lees het boek Het recht op seks van Amia Srinivasan. Na het lezen van dat boek begreep ik veel beter dat sommige zaken serieus verkeerd zitten in onze maatschappij en dat het geen kwestie is van overgevoeligheid. Iets betitelen als overgevoelig is soms onderdeel van het maatschappelijke probleem.

  2. Ironisch aan “safe zones” is dat safe zones inherent kritisch zijn aan al hetgene wat het buitensluit: het heeft een expliciet verbod op bepaalde handelingen. De utopie is altijd dystopie.

    De safe zone maakt het gesprek ook nog eens onmogelijk. Kritiek hebben is geen consequentie van haat of nijd, het is de consequentie van een verschillend perspectief. Volgens dezelfde principes die het recht op het hebben van zo’n perspectief garanderen is de discussie van belang om die verschillen te duiden en tot een horizonsversmelting te komen, of een methode te vinden om de verschillen parallel te laten bestaan.

    Binnen een safe zone kan dit niet want de discussie eindigt op het moment dat iemand bericht zich onveilig te voelen. Okke heeft groot gelijk, de wereld is fundamenteel onveilig. Sociaal engagement is je blootstellen aan perspectieven die je onprettig vind maar de realiteit is dat je die niet kan veranderen zonder dat je over hetgene praat wat onprettig is, en het ook benoemt.

    Dat gaat niet als bepaalde dingen bij voorbaat niet gezegd mogen worden, of erger nog, bepaalde personen bij voorbaat niet mogen spreken. Overigens impliceert dat niet dat iedere persoon of opmerking altijd welkom is, het impliceert slechts dat je je moet kunnen uiten maar dat je ook moet accepteren dat anderen er iets over zullen zeggen.

    Zoals binnen formele discussies moderatoren altijd een belangrijke rol hebben gehad om te zorgen dat het gesprek netjes verloopt en inhoudelijk blijft, hebben minder formele discussies misschien baat bij een soortgelijke rol. Vertrouwenspersonen zijn hier ook een goed voorbeeld van. Het zou echter even problematisch zijn als ieder gesprek een “neutrale” derde partij nodig heeft maar tot we een nieuwe balans vinden is dat een mogelijke noodzaak.

    Zoals Corstin zegt is het lastig om een grens aan te wijzen. Deze grens schuift continu en is ook context- en situatiegebonden. We worden intussen enkele decennia doodgegooid met onze “rechten” (die lang niet zo universeel zijn als we graag denken), het belang van onze individualiteit en de maakbaarheid van ons bestaan. Hier is een beeld door ontstaan, gesterkt door technologie, dat we recht hebben op een wereld waarin niets of niemand ons raakt en louter gevuld is met positiviteit.

    We lijken te vergeten dat in dit proces we die rechten en belangen van anderen ook moeten erkennen, en dat de reikwijdte van die concepten misschien niet zo groot is als we graag willen geloven. Negativiteit is ook een onderdeel van realiteit, deze ontstaat al op het moment dat mensen het met elkaar oneens zijn. Letterlijk, “on-eens”, de negatie van “eens”.

    Ik denk ook niet dat deze discussie op te lossen is door een maatschappelijke grens te trekken, maar door veel kleiner te beginnen, met jezelf en je impact op je eigen omgeving. We houden allemaal van onze eigen grenzen trekken, maar we kunnen ons niet afscheiden van onze omgeving. We kunnen niet klagen dat onze omgang met anderen kosten, onveiligheid of negativiteit met zich meebrengt, we zijn sociale wezens, we leven in een samenleving. Dat kost ons allemaal iets, maar het levert des te meer op.

  3. Ja, je moet altijd op je woorden passen. En zeker als docent. Dat is niet nu opeens zo, dat was eigenlijk altijd al zo. Ik zou het erg waarderen als docenten zelf kritisch in de spiegel durven kijken en reflecteren op welke gedrag in het verleden mogelijkerwijs als onveilig is ervaren door studenten. Een paar vragen: noem je alle studenten ‘lieverd’? Of geldt dat vooral voor vrouwelijke studenten? En wat betekent dat dan? Op welke manier kun je eigenlijk het beste de weerbaarheid vergroten van studenten? Welke vaardigheden moeten ze dan beheersen en welke rol speel jij daarin als docent om die vaardigheden te ontwikkelen? En misschien is de uiteindelijke vraag: op welke manier wil jij graag zelf bejegend worden?
    Ik kan wel zeggen (ik wou hier typen: ‘als vrouw’ maar bij nader inzien bedoel ik ‘als mens’) dat ik het niet zou waarderen als ik continu wordt aangesproken met ‘lieverd’. Ik vind dat niet passen in een professionele setting. Wat zou jij ervan vinden als jouw collega’s je telkens ‘lieverd’ noemen?

  4. Beste Okke, Allereerst thanks voor je input en eerlijkheid: door dit soort gesprekken te voeren komen we verder met zijn allen. Ik ben het niet met je eens. Ik vind dat je als docent per definitie zorgvuldig met je woorden om moet gaan. Mijn Rotterdamse opa en oma noemden mij altijd lieftallig “wijffie” maar dat betekent absoluut niet dat ik het op prijs zou stellen als een collega of een docent mij zo zou noemen. Time and place. Ik vind “lieverd” in de relatie docent-student dan ook zeer ongepast.

  5. Ik voel je frustratie. Het moet nu lastig zijn om een witte man te zijn, want ja de nieuwe heksenjacht gaat nu over jullie. Mensen zoals mijn vader en mijn ooms zullen het volledig met je eens zijn. En ik begrijp het vanuit jullie perspectief, want dat is precies die safe zone waar ik ook graag in zou willen zitten. Ik weet niet hoe het is om een witte man van 50+ te zijn, maar ik weet wel hoe het is om een aantrekkelijke vrouw, student en docent te zijn en ik irriteer me best een beetje aan dit stuk. Want het valt niet mee. En ik voel me al sinds mijn 14e nergens veilig waar mannen zijn.

    Dat komt niet doordat ik met zulke onbetrouwbare types werk. Ik heb fantastische collega’s en studenten. Dat komt doordat ik iets te vaak en iets te jong in aanraking ben gekomen met seksueel geweld en doordat ik als tiener niks durfde te zeggen uit schaamte mezelf heb opgezadeld met trauma waar ik op latere leeftijd flinke klappen heb moeten opvangen.

    Mijn verhaal is niet bijzonder. 1 op de 10 Nederlandse vrouwen heeft een verkrachting meegemaakt. Naarmate ik ouder word schrik ik dat mijn geschiedenis ook bij onze studenten zich blijft herhalen. Dat doet zeer. Ik weet nog dat ik als kind bij geschiedenis ongelofelijk dankbaar was voor de fantastische tijd waarin vrouwen leefden, maar in de praktijk vind ik het toch behoorlijk tegenvallen hoe fantastisch deze tijd voor vrouwen is en hoe lang het duurt voor er echt iets veranderd.

    Inmiddels ben ik 37, en ik blijf nog van de ene in de andere verbazing vallen. Nog niet zo lang geleden werd ik bijvoorbeeld midden in de nacht gebootycalled door een meneer van 46 waarvan ik dacht dat ik net een interessante opdracht had gekregen, maar die me eigenlijk met hele andere intenties op gesprek had uitgenodigd. Het is frustrerend want dit was niet de eerste keer dat iets dergelijks gebeurde en je vraagt je dan af hoe oud en slim je dan moet worden om eindelijk een beetje serieus genomen te worden en naar de juiste waarde te worden ingeschat als aantrekkelijke vrouw.

    En ja, lieverd lijkt een lief woordje. Maar het is ook denigrerend, vrouwen willen meer zijn dan lief. Als ik eerlijk ben heb ik een vrouwelijke studente ook wel eens lieverd genoemd, toen ze begon te huilen. Het is niet altijd gelijk een verbale aanranding, er moet altijd ruimte blijven voor troost en compassie. Maar ik vind wel dat je daar mee moet oppassen. Jij bent dan wel geen klootzak met slechte intenties, maar je weet nooit wat voor soort klootzakken de vrouw in kwestie al eerder ‘lieverd’ hebben genoemd terwijl ze niet zulke lieve intenties hadden. Het triggert. Gezien het studenten zijn en niet je verkering of kinderen slaat het nergens op om ze lieverd te noemen en het draagt inderdaad niet bij aan een veilig gevoel.

    Dat de wereld hard is en niet fraai en dat ook dit besef belangrijk is ben ik wel volledig met je eens. Zo nu en dan vertel ik mijn studenten daarom ook wel eens wat over de minder fraaie situaties die ikzelf of andere vrouwen hebben meegemaakt in de beroepspraktijk wanneer het gesprek daartoe draait, en probeer ze te behoeden voor de dingen waar ik zelf erg naïef in was. En ik probeer ze vooral mee te geven dat je niet altijd stoer en ongevoelig hoeft te zijn. Wanneer iemand zich gekwetst voelt probeer ik met hart en ziel wel een safe zone te bouwen in mijn lokaal waarin iedereen zich gezien voelt en waar we in gesprek kunnen gaan zonder te oordelen. Juist om ze te kunnen voorbereiden op de boze buitenwereld is het belangrijk dat ze gevoelens bespreekbaar durven te maken.

  6. Uit de zin ‘en toch zit ik af en toe met de gebakken peren’ lijkt het alsof je al eens één of meerdere klachten heb gekregen over jouw gedrag. Misschien wordt het dan toch een keer tijd om eens in de spiegel te kijken, i.p.v. naar anderen te wijzen. Misschien wordt het eens tijd dat jij jezelf aan de samenleving gaat aanpassen i.p.v. de samenleving aan jou. Ik snap het, je bent overduidelijk van een oudere generatie, je blijft vastzitten in een patroon. Het zijn helaas andere tijden en zolang jij in deze moderne tijd wil blijven lesgeven is het de bedoeling dat jij je hier ook naar gaat gedragen. Ik doe zelf een opleiding tot leraar en kan niet wachten tot mijn medestudenten en ik jou gaan vervangen, zodat we eindelijk een veilig leerklimaat kunnen creeëren voor de studenten van de toekomst. Ik zou graag een ‘nette’ en misschien zelfs meer informatieve reactie geven, maar ik word gewoon zo boos van het feit dat een cisgender, witte, oude man die zijn hele leven alles mee heeft zitten zo snel op zijn teentjes is getrapt als we zijn gedrag ‘ineens’ niet meer accepteren. Wij passen ons al generaties na generaties aan aan jullie gedrag en we hebben er gewoon geen zin meer in, deal with it.

  7. @Dominique: ik kijk juist in de spiegel door vragen te stellen en mijzelf continu af te vragen of ik nog wel goed bezig ben. En jij probeert me nu direct te diskwalificeren op basis van mijn witheid, leeftijd en gender. Ik hoop niet dat je dat straks ook voor de klas gaat doen. En hoe weet je nu of alles in mijn leven heeft meegezeten? Dit soort aannames gaat je ook niet helpen bij het lesgeven. Ik zit niet vast in een patroon, ik probeer hier juist uit te breken. Ik worstel met de vraag waar de grens ligt van ons rekening houden met gevoeligheden van studenten enerzijds en anderzijds onze verplichting om studenten op een harde maatschappij voor te bereiden. Ik heb inmiddels al besloten om studenten geen ‘lieverd’ meer te noemen, hoewel ik daar een stuk van mijn authenticiteit inlever. Dankzij de discussie die mijn blog opriep heb ik ook besloten om simpelweg meer aan studenten te vragen wat zij OK vinden, en wat niet. Ik wens je veel introspectie toe.

  8. @Okke de Jong:

    “En hoe weet je nu of alles in mijn leven heeft meegezeten?”

    Het feit dat je een witte, cis-gender man in de 50 bent, betekent automatisch dat je bevoorrecht bent. Het gaat er even niet om of je weleens bent aangereden tijdens het fietsen. Het gaat erom dat je je hele leven bevoordeeld bent in elk opzicht, of je dat nu wil zien of niet. Je bent je hele leven (onbewust) positief gediscrimineerd en als je dat niet inziet, heb je ofwel een bord voor je kop, of je wilt het niet zien. En dan zet ik mijn geld in op het laatste.

    En als je niet inziet dat een term als “lieverd” niet altijd leuk overkomt, ben je niet een “authentieke Amsterdammer”, dan ben je een voorbeeld van het probleem: iemand die een zo makkelijke en bevoorrechte positie in de maatschappij heeft, dat hij niet in staat is om de positie van anderen te onderkennen. Als je niet snapt dat het denigrerend is om vanuit een machtspositie jongere vrouwen “lieverd” te noemen, moet je misschien eens praten met die studentes waar je het over hebt, om te begrijpen hoe hun wereld eruit ziet.

  9. Ik maak me zorgen om de toekomst met mensen als Dominique en Robin Marijn… Triest. De bigots…

  10. @Robin Martijn,

    Als een witte cisman van 50+ zegt dat niet alles in zijn leven meezat, dan neem jij aan dat een aanrijding op de fiets het ergste is wat hem ooit kan zijn overkomen? Nee toch zeker…

    Was het maar waar dat ik, een witte cisman van 40+, zodra ik 50 word zal kunnen zeggen dat het dieptepunt van mijn leven een botsing met de fiets was…

  11. @Marco

    Dat is niert wat hij zegt, al is het onzin wat hij zegt.
    Hij zegt dat je door je, onveranderlijke, persoonlijke eigenschappen een bevoorrechte positie hebt en hebt gehad.

    Robin Martijn: ‘Het gaat erom dat je je hele leven bevoordeeld bent in elk opzicht, of je dat nu wil zien of niet. Je bent je hele leven (onbewust) positief gediscrimineerd’.

    Dit is natuurlijk niet waar, racistisch en simplistisch.
    Het ligt er helemaal aan in welke omgeving je woont, welke politieke overtuigingen de directe gemeenschap heeft, of de wijk financieel welvarend is of niet, enzovoort, enzovoort.

    En waar die zogenaamde bevoorrechting niet het geval is, sta je als blanke Nederlander al 1 – 0 achter.

  12. @Jasper, waarom denk je exact dat het onzin is dat “je door je, onveranderlijke, persoonlijke eigenschappen een bevoorrechte positie hebt en hebt gehad”?

    Als het zo is dat we mensen op basis van onveranderlijke, persoonlijke eigenschappen stelselmatig kunnen achterstellen (of erger), waarom denk je dan dat het stelselmatig voorop stellen zo’n onmogelijkheid is?

    Hierover spreken is geenszins racistisch. Laten we iets heel tastbaars als voorbeeld nemen, als groep A iedere maand 10 euro meer krijgt dan groep B omdat ze persoonlijke onveranderelijke eigenschap X hebben, is het dan discriminerend om te zeggen dat groep A meer krijgt? Of is het slechts een feitelijke uitspraak?

    Je kan het er mee eens zijn, of oneens zijn, dat witte cis-gender mannen een bevoorrechtte positie hebben in deze maatschappij, dan geef je een waarheidswaarde aan een feitelijke uitspraak. Echter beweren dat het racistisch is, is beweren dat je een uitspraak niet mag doen omdat je deze groep niet mag bekritiseren. Dat is positieve discriminatie ten top.

  13. @S.Heikamp

    Omdat het niet feitelijk is en gebaseerd op, oordelen op, huidskleur, is het dus racisme.
    Het is feitelijk onjuist dat je bij voorbaat als blanke, cisgender mannen een bevoordeelde positie hebben.

    Kijk als voorbeeld naar blanke mensen die in een overwegend gekleurde wijk wonen.. Dan heb je er juist soms last van dat je blank bent. Dat is een feit. dus ja, racistish…

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Back to Top