Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
21 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Photo of author

Afke Tangenbergh is hogeschooldocent bij de flexibele deeltijdopleiding van verpleegkunde. Houdt zich bezig met de compassievolle hogeschool en inclusiviteit. Blogt over taboes en rafelranden, bloed, zweet en tranen.
Foto: Paul van der Blom

Recente blogs

Recente artikelen

Blog

Iedereen heeft zijn Bobbie

Gepubliceerd: 4 September 2023 • Leestijd: 2 minuten en 55 seconden • Afke

Als je bij onze school werkt of studeert, ben je niet uitsluitend de student bedrijfskunde, de docent fysiotherapie of de communicatiemedewerker. We hebben allemaal te maken met life events die ons leven zo mooi of juist erg verdrietig maken. Alles wat je meemaakt neem je met je mee, ook naar school of werk. En soms maak je iets mee, waarvan je je later pas echt realiseert hoe verschrikkelijk het moet zijn geweest.

Van mijn leven als vierjarige weet ik bijvoorbeeld nog nauwelijks iets, maar één dag staat in mijn geheugen gegrift: de dag dat Bobbie doodging. 

Zijn zusje, Rianne, kwam vragen of ik zin had om pannenkoeken te komen eten. Ik zie haar nog staan, met haar pony en haar coltruitje, in ons halletje met de grenen schrootjes en het appelgroene bloemenbehang.

Bobbie had eerder die week van zijn broertje Joost en mij verloren bij een spelletje dat we deden bij de ingang van de flat. ‘Maar ik ben al vijf en ouder dan jullie!’ riep hij met gekrenkte trots. ‘Nou dan ga jij lekker eerder dood dan wij!’ riep één van ons. En we holden weer verder door de donkere, enge maar spannende gang langs de kelders, die twee portieken verbond in onze flat. ‘Feyenoord’ stond met wit krijt op een van de deuren gekalkt, pas veel later begreep ik waar dat voor stond.

Rianne en ik liepen door het trappenhuis van onze derde naar hun eerste etage. In de hal daar hing een macramé-lamp die als hij brandde, prachtige motieven op de muur toverde. Hun moeder had zwart halflang haar, hun vader was al een beetje kaal. Rianne en ik speelden nog even met de Barbies tot we aan tafel geroepen werden. 

We zaten in de eetkamer, klaar om alles onder te stuiven met poedersuiker. De pannenkoeken stonden te wachten in de keuken, want nog niet iedereen was thuis. Het duurde lang en Joost en ik speelden lachend en joelend met de messen en vorken die we over de tafel lieten springen. Bobbie bleef lang weg, het was al zes uur geweest. Zijn vader ging hem zoeken en ook Rianne werd eropuit gestuurd om in de buurt naar hem uit te kijken. Joost en ik vergingen haast van de trek en de verveling. Ik weet niet hoe lang het duurde voor Bobbies vader en Rianne terugkwamen. Bobbie hadden ze niet bij zich.

Bobbies moeder belde intussen met iemand. Ze keek naar buiten, van ons afgewend, de grijze draaischijftelefoon op een bijzettafeltje, haar vingers spelend met het spiraalsnoer. Opeens waren Joost en ik stil. ‘Ja, ja, een jongetje met zwarte krulletjes, een gestreept T-shirt en rode sokjes …’, zei ze hoopvol. Bobbies moeder hield de hoorn daarna lange tijd aan haar oor, luisterde. Plotseling glipte hij uit haar hand, ze keerde zich om en liet zich languit en frontaal op de bank vallen, huilend, kermend. Joost en ik keken verschrikt naar zijn huilende moeder. Haar rug schokte, haar gezicht hield ze in de bank gedrukt. Bobbies vader pakte me bij mijn arm. ‘Ik denk dat het beter is als je naar huis gaat, Afke.’ Beteuterd kwam ik boven. ‘We eten geen pannenkoeken en er is iets met Bobbie want zijn moeder moet huilen.’ Mijn moeder stoof direct naar beneden. 

Bobbie wilde zijn voetbal pakken die klem zat onder een vrachtauto. De chauffeur had hem niet gezien en reed achteruit. Achteraf hadden we de sirenes wel gehoord, maar er geen acht op geslagen. Van een uitvaart of herdenking herinner ik me niets. Ik had Bobbie die middag spelend gezien en daarna nooit meer, hij was gewoon verdwenen. Een tijdje nog dacht ik dat er een hoopje bloed en botten, als van een platgereden vogeltje, op de plaats van het ongeluk lag. Ik durfde er niet langs te lopen, tot mijn moeder me geruststelde door me te vertellen dat Bobbie met al zijn armen en benen er nog aan was begraven. 

Bobbie was dood, mijn leven ging verder. En nu denk ik: wat als Bobbies vader mijn collega is? Is er ruimte voor rouw en verlies in de rush van de werkdag? Wat mij betreft nemen we die verantwoordelijkheid voor elkaar. Niet als een beleidsregel of een verplichting, maar als een nieuwe cultuur, waarin het vanzelfsprekend is dat we op de hogeschool omkijken naar elkaars ‘Bobbie’.

Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

Recente blogs

Recente artikelen

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Back to Top