Toen ik tien jaar geleden begon als docent bij Hogeschool Rotterdam, werden net de 21st century skills geïntroduceerd. Er werd gezegd dat studenten deze vaardigheden nodig hadden om goed voorbereid te zijn op ‘de maatschappij van de toekomst’. Als er zoiets wordt gezegd als ‘maatschappij van de toekomst’, dan moet je je oren spitsen, want ideologie en wensdenken zijn dan nooit ver weg.
Eén van de skills die toen genoemd werden, was kritisch denken. Dat was een gekke ervaring voor mij. Ik was net bezig met het afronden van mijn proefschrift in de filosofie en had al die tijd nog niet doorgehad dat kritisch denken pas later in de 21e eeuw nodig was. Waar zijn we dan al die tijd mee bezig geweest sinds de pre-socratici, vroeg ik mij verwonderd af.
Een ander kenmerk van ‘de maatschappij van de toekomst’ die met bijna religieuze verbetenheid werd gepresenteerd, was het gegeven dat er in de toekomst maar één ding zeker was, namelijk dat alles steeds sneller zou veranderen. Mijn gedachten dwaalden weer af naar Heraclites die een paar duizend jaar geleden toch ook al had gezegd dat alles stroomt en niets hetzelfde blijft?
Maar hier was de boodschap dat het geen zin meer had om kennis over te dragen aan studenten. Die kennis zou toch binnen no time achterhaald zijn. En studenten kunnen eigenlijk niet langer dan tien minuten (het werd letterlijk zo gezegd!) geconcentreerd luisteren. Dus – en hier komt de fantastisch bizarre gevolgtrekking bij dit alles – we kunnen studenten beter leren hoe zij informatie moeten opzoeken en die informatie kritisch evalueren, in plaats van kennis over te dragen.
We zijn dit dan ook gaan doen. Gelukkig zijn we als docenten nog genoeg geïnteresseerd in de inhoud van het onderwijs. Daardoor blijft de schade nog enigszins beperkt. Maar in onze professionele gesprekken (vergaderingen, projectgroepen, ontwikkelopdrachten) gaat het bijna niet meer over de theoretische inhoud van het onderwijs, maar vooral over de vorm. We missen gewoon een gedegen onderliggend theoretisch verhaal op basis waarvan we het onderwijs van een interessante, samenhangende inhoud kunnen voorzien. Het lijkt wel alsof we het (zelf)vertrouwen missen om dat verhaal te vertellen aan onze studenten. Of misschien weten we zelf gewoon niet meer wat dat verhaal zou moeten zijn.
Onderwijs moet altijd openstaan voor verandering en voor dat wat nieuw is. Maar onderwijs moet studenten ook introduceren in de wereld zoals die is. Of misschien beter gezegd: wij moeten nadenken over wat wij van onze wereld willen behouden en doorgeven aan onze studenten (ik parafraseer Hannah Arendt hier). Dat doen we nu te weinig, omdat we zelf niet meer lijken te geloven dat het zinvol is om iets over die wereld te zeggen.
Daarom wil ik een andere 21st century skill voorstellen: de vaardigheid om kritisch te zijn op de vanzelfsprekendheid van verandering en innovatie. Vraag jezelf eens af wat waardevol is en wat je daarom wil behouden.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Yes, scherp en duidelijk beschreven wat ik als ook docent ervaar! Dank voor de fijne tip om te doen wat we ‘preken’ en kritisch te blijven op ons eigen werk, niet alleen op dat van studenten.