In mijn vorige blog schreef ik over de double bind waar studenten in zitten: de docent die jouw werk beoordeelt, is ook degene die jou de bevestiging kan geven dat je goed bezig bent. We zeggen misschien wel dat studenten hun zelfvertrouwen vooral uit zichzelf moeten halen, maar een docent kan daar ook impact op hebben.
In die situatie heeft de docent dus een bepaalde macht. Dat klinkt misschien als goed nieuws voor de docenten, maar dat is het vaak niet. Zoals studenten allerlei strategieën hebben om met hun dubbele afhankelijkheid om te gaan, hebben docenten die om met deze macht om te gaan. Wie macht heeft, heeft immers ook verantwoordelijkheid. Docenten willen die verantwoordelijkheid meestal wel nemen, denk ik. Maar onderwijs is vaak geen overzichtelijk gebeuren en het is spannend om verantwoordelijkheid te nemen terwijl je niet weet wat precies de gevolgen zijn van jouw handelen.
Docenten ontwikkelen daarom strategieën om met hun macht en verantwoordelijkheid om te gaan. Die kun je beschrijven met het model van Bernardo Zacka uit zijn boek When the state meets the street. Volgens Zacka zijn er drie verschillende strategieën die mensen in een publieke functie (waar ik docenten maar even bij reken) hanteren om met de alledaagse, rommelige werkelijkheid om te gaan. Alle drie strategieën falen uiteindelijk als je er in doorslaat. Je moet dus nagaan of de manier waarop je te werk gaat als docent niet schadelijk en ineffectief is.
De eerste (vaak onbewuste) strategie om met macht om te gaan, is het aannemen van een zorgzame, betrokken houding. In eerste instantie komt dit vaak vanuit een goed hart en docenten die deze strategie hanteren zijn vaak geliefd bij hun studenten. Het zijn de docenten met wie je een persoonlijke band kunt opbouwen, die zich om je bekommeren.
Betrokkenheid en zorgzaamheid worden in onze maatschappij en in de ideologie van goed onderwijs hoog gewaardeerd. Maar te ver doorgevoerd, kan het ook een ontkenning van de macht zijn. Uiteindelijk moeten ook deze docenten hun oordeel uitspreken en daar gaat nog weleens iets mis. Denk aan de docent die net iets te vaak zegt ‘dat het echt wel goed komt!’ Dat geeft een goed gevoel op dat moment, maar is een probleem als er toch een onvoldoende moet worden gegeven. Sommige docenten omzeilen het probleem zelfs door gewoon iedereen in de klas altijd een voldoende te geven …
De tweede strategie is de regels streng handhaven. De procedure en de beoordelingscriteria uit de cursushandleiding strikt volgen. Het doet er niet zoveel toe hoe iedereen zich daar bij voelt, het gaat erom dat iedereen op dezelfde manier wordt beoordeeld. Deze docenten zijn wél betrokken, en dat uit zich erin dat alles er rechtvaardig, transparant en eerlijk aan toe gaat.
Maar deze docenten zullen minder willen aansluiten op individuele, persoonlijke behoeften van studenten, omdat die de situatie onoverzichtelijk maken. Het gevaar ontstaat dat het volgen van de regels een doel op zich wordt en de menselijke maat uit het oog wordt verloren.
De derde strategie om met macht en verantwoordelijkheid om te gaan: ze ontlopen met onverschillige afstandelijkheid. Je kunt ‘uit’ gaan als docent. Je kunt de moed opgeven, of gewoon niet zoveel belang hechten aan het hele gebeuren in de klas. Deze docenten doen meestal niet meer dan strikt van ze wordt gevraagd. Hun lesopzet is al tien jaar hetzelfde, of gejat van een collega. De studenten moeten vooral zelf aan de slag in de les, zodat de onverschillige docent even online kan shoppen.
Voordeel van deze strategie is dat je veel minder werkdruk ervaart dan andere docenten. Maar studenten hebben het snel genoeg door als hun docent mentaal is uitgecheckt en dat heeft vaak als gevolg dat ook studenten hun motivatie verliezen.
Welke strategie je ook gewend bent, je zult ‘em niet makkelijk kunnen veranderen. Maar je kunt de negatieve effecten van elke strategie zoveel mogelijk voorkomen door je macht in te zetten om te zorgen dat studenten eerlijk worden behandeld én gezien worden.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Mooi, Corstin!
En zeer verhelderend voor mezelf want m.i. is er ook zo’n double bind van de medewerker naar de manager toe…
(Nu maar hopen dat mijn manager niet doorslaat in één van de drie onbewuste machtstrategieën…en mij echt zíet!)
‘Strategie’ 3 klinkt meer als een methode om er *niet* mee om te gaan. Kan je iets wel een strategie noemen als je geen actie onderneemt om onderliggende doelen te behalen en het zaakje op z’n beloop laat? Zou leuk zijn hoor, kan ik mezelf topstrateeg noemen op ontelbare gebieden.
@Simone van der Hoofd dit kan je ook op de relatie manager / medewerker toepassen ja. Dat lijkt me wel. Volgens Zacka vraagt het best wat om niet door te slaan in één van de drie strategieën. Dus hou je hart maar vast vast 😉
@s.heikamp Niets doen is een beproefde strategie! Het is echter niet altijd een strategie als je even niets doet, dus het is nog te vroeg om jezelf de titel ‘topstrateeg’ te geven 🙂
Maar los daarvan: de onverschillige houding waar het hier over gaat, is niet hetzelfde als geen actie ondernemen of het zaakje op z’n beloop te laten.
Je beschrijft het ‘docentendilemma’ prachtig en raak Corstin! Zeer herkenbaar en vaak onderschat. Zorgen en oordelen… hoe langer je doceert, hoe lastiger het wordt om ze uit elkaar te houden, ervaar ik. De enige oplossing die ik ken bij dilemma’s waar het er echt op aankomt voor een student: oordeel uitstellen en zo veel mogelijk collega’s die de betreffende student ook kennen, bevragen. En dan nog…
Praat er graag eens met je over door.