Gelukkig nieuw jaar! We zouden dat elkaar niet meer moeten toewensen. Door daarmee te stoppen verminderen we de sociale druk om gelukkig te moeten zijn een klein beetje.
Vorige week ging ik naar museum De Pont in Tilburg. Daar wilde ik al lang geleden naartoe, maar toen kwam corona en is het er niet meer van gekomen. De Pont is een mooi museum in een voormalige industrieel gebouw. Het hele gebied rond het Centraal Station van Tilburg is de moeite waard om te bezoeken, vooral de nieuwe bibliotheek.
In De Pont was de expositie Time changes everything van de IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson te zien. In zijn video-installaties speelt hij met herhaling, tijd en uithoudingsvermogen. Zo laat hij een operagezelschap 12 uur lang dezelfde aria zingen. In een ander werk zingt hij zelf steeds de woorden ‘Sorrow conquers happiness’, leed overwint geluk. Door de muziek denk je steeds dat er iets nieuws komt. Een volgende stap waarin alles toch nog tot een goed einde komt. Maar nee. Het blijft bij dit ene zinnetje.
Je zou denken dat je daar niet te lang naar moet luisteren, omdat je er misschien depressief van kunt worden. Maar dat gebeurt dus niet. Door de herhaling wordt het eerder een geruststellend mantra. Ik vroeg me af of het waar is wat hij zingt. Dat leed het wint van het geluk. En of we daar dan zo de nadruk op moeten leggen, zoals Kjartansson dat doet met zijn kunstwerk.
Ik heb daar geen antwoord op. Hij zet in ieder geval het in onze samenleving vanzelfsprekende idee dat we eigenlijk gelukkig zouden moeten zijn voelbaar op losse schroeven. En dat vind ik een mooi tegenwicht tegen de bijna alomtegenwoordige eis om een zo stressloos, comfortabel, productief, nuttig en gelukkig mogelijk bestaan te hebben.
Het gekke is dat die gelukseis er juist toe leidt dat we onze stress en onze trauma’s steeds meer als een probleem gaan zien. Een probleem dat we steeds niet kunnen oplossen en er daarom nóg maar wat meer over praten in de hoop dat dit ervoor zorgt dat het weggaat. Ik las pas een stuk van een wetenschapper die zich – helemaal in lijn met hoe er in onze tijd gedacht wordt – erover verbaasde dat er nog zoveel stress was. We weten immers (evidence-based natuurlijk) hoe we stress te lijf moeten gaan. We hoeven dat wat we weten alleen nog maar te doen. De grote vraag is natuurlijk waarom we niet doen wat we wéten dat we moeten doen. Wat maakt dat we ons steeds verzetten tegen het geluk?
Maar stel je eens voor dat we echt die toestand van geluk zouden bereiken? Dat zou dodelijk saai zijn. We zouden allemaal net iets teveel op elkaar lijken. We zouden net iets te verdoofd door het leven gaan. Net iets te weinig in contact met de realiteit.
Geluk, dat zijn die paar vluchtige momenten waar je helemaal niet naar op zoek was. En voor de rest wens ik iedereen een interessant 2023 (dat lijkt me makkelijk haalbaar!)!
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Hahaha, wederom een sterkte blog!!!
Jij ook een interessant 2023, Corstin! Het mijne is door het lezen van jouw blog iig interessant begonnen 🙂
Ergens ben ik het met je eens…
Als ik er even een zinnetje uit mag pakken: “een zo stressloos, comfortabel, productief, nuttig en gelukkig mogelijk bestaan” illustreert het probleem. Sommige van deze termen staan op spanning met andere termen, specifiek “productief” en “nuttig” met “stressloos” en “comfortabel”.
We hebben in het westen een productiviteitsfetisj. Aan de ene kant is dat een groot goed wat onze ambities, rijkdom en onafhankelijkheid in stand houdt en vergroot. Aan de andere kant is het een probleem wanneer we niet weten wanneer we moeten stoppen en ons geluk in het geding komt. Wanneer onze productiviteit oncomfortabel wordt en (netto) stress oplevert.
We zijn nog steeds primair homo economicus. Het individu voorop, het leven optimaliserend. Productieve mensen zijn nuttig. Niet productieve mensen zijn dat niet en ervaren een sociaal stigma, ze zijn afhankelijk en daarmee geen volwaardige individuen.
Deels productieve mensen moeten eigenlijk ook maar eens fulltime aan de slag, dat Nederlandse “kampioen deeltijdwerken” levert allerlei problemen op met de economie. Oh was je gelukkiger met minder werkuren? Jammer dan, als je niet iets gaat doen waar je minder gelukkig van wordt ervaar je later problemen en dan wordt je ongelukkig, en dat wil je toch niet?
De achterliggende gedachte is oersimpel. Meer productie is meer nut, meer nut is meer beloning, meer beloning is meer comfort, meer comfort is minder stress en minder stress is meer geluk. Vervolgens zijn we verbaasd dat dit niet zo blijkt te werken. Geen wonder dat het leed het wint, ik kan me weinig stressvollers voorstellen dan deze formule te volgen. Toch blijft dit idee ons hardnekkig achtervolgen.
De ironie van dit verhaal, is dat in het offeren van het individu aan de god van productiviteit, het individu verdwijnt in het nut van het economisch bestel en de meetbare waarde van de samenleving, terwijl dit juist het individu had moeten dienen.
Ik kan me ook niet vinden in de op-een-na-laatste paragraaf. Stel dat we allemaal het geluk zouden vinden, misschien zou dat saai zijn en zouden we op elkaar lijken maar ik denk het niet. Iedereen vindt geluk op eigen manier.
Ons leed daarentegen, de dingen die ons systematisch stress veroorzaken, die zijn juist universeel. We lijken al op elkaar in ellende en we kunnen grote vraagtekens er bij zetten hoe goed we in contact met de realiteit staan in die omstandigheden.
Als ik dan moet kiezen lijk ik liever op elkaar in een staat van geluk, met vluchtige momenten van ellende. Die komen toch onvermijdelijk wel.