Neuro-spicy. Zo omschrijft ze zichzelf. Ik zit met twee studenten te praten over de toetsen die ze hebben moeten doen tijdens hun loopbaan op school. Zo’n toets waarbij je in een klaslokaal op een rijtje zit en in je hoofd gestampte kennis op moet hoesten, dat werkt bij haar niet. ‘Zo zit mijn brein niet in elkaar’, zegt ze.
Ik moet heel erg mijn best doen om geen label te gebruiken om te kunnen ‘begrijpen’ waar ze het over heeft. Ik had al door dat dit mensen zijn die niet graag vastgepind worden op een identiteit waar ze zichzelf niet in kunnen herkennen. En al helemaal niet als die identiteit samenvalt met een stoornis uit de DSM-5. Ik begrijp dat goed, want ik zou dat zelf ook erg onprettig vinden. Stel je eens voor dat anderen jou steeds aanspreken als iemand die je zelf niet kent! In het beste geval is dat vervreemdend en in het slechtste geval dwingt het je iemand anders te zijn dan wie je bent.
Ik wil zelf ook niet dat anderen bepalen wie ik ben. Ik probeer er altijd voor te zorgen dat er ruimte is voor mijn eigen gedachten en gevoelens, zodat die niet helemaal worden bepaald door wat de maatschappij van mij verwacht. Ik hoop altijd dat me dat lukt. Dat ik op een manier kan denken en voelen die anderen niet helemaal kunnen vatten, maar die op een of andere manier toch echt van mij is.
We hebben allemaal weleens het gevoel gehad dat andere mensen ons niet begrijpen. Dat er een stukje van onszelf is dat we niet kunnen meedelen aan anderen. Dat kan frustrerend zijn en een beetje eenzaam. Maar stel dat jouw persoontje helemaal in woorden gevat zou kunnen worden, dan valt er al gauw niets nieuws meer over jou te zeggen. Het onbegrijpbare zorgt ervoor dat je je blijft ontwikkelen. Misschien ben je wel het meest jezelf op het punt waar je jezelf ook niet helemaal begrijpt.
Maar ik probeerde die twee studenten toch een beetje te begrijpen. Als je wilt communiceren, dan heb je toch woorden nodig. Dus ik zocht naar de minst aanstootgevende woorden en mijn banale brein stuurde me richting het politiek correcte: ‘Dus jullie zijn neuro-div..’
‘Nee, ik ben neuro-spicy!’, kapte ze me af. ‘Zo noem ik mezelf liever.’
‘Okee… en waarom niet neuro-sweet?’
‘Omdat ik geen zoet persoon ben’, zei ze pinnig. ‘En mijn brein voelt alsof het in de fik staat, dus neuro-spicy.’
Het mooie hieraan is dat zij een woord heeft gevonden dat uitdrukking geeft aan hoe zij denkt, zonder dat het meteen helemaal te plaatsen is. Het is een manier om je te ontworstelen aan dwingende labels. In plaats daarvan heeft zij zichzelf een label gegeven dat haar ruimte geeft. Ik begrijp een beetje beter hoe zij denkt, zonder dat ik haar manier als een beperking of tekort ervaar.
De taal die we gebruiken om onszelf en elkaar te omschrijven, is doorslaggevend voor hoe we elkaar zien en ervaren. Taal bepaalt voor een groot deel hoe we met elkaar omgaan. Misschien kunnen we in het nieuwe schooljaar eens kijken of de woorden die we in onze opleidingen gebruiken niet te dwingend één bepaalde norm opleggen.
Welke woorden zou je willen vervangen? En welke woorden komen er dan voor in de plaats?
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Mooi, Corstin.
Laten we toetsvormen bedenken waarbij het niet uitmaakt hoe neuro..xxx of weet ik veel wat je vindt dat jevbent.
De een schrijft liever, de ander presenteert, de ander toont, de ander beantwoordt vragen.. maar iedereen kan laten zien dat er wat nuttigs, bruikbaars, waardevols, … is opgeleverd.
Ik zou heel graag willen dat we stoppen met woorden vervangen op deze wijze. Neuro-divergent is amper ingeburgerd of het moet al plaats maken voor een volgend eufemisme, waarbij het een kwestie van aftellen is voordat neuro-divergent als beledigend of op z’n minst reducerend wordt geacht en niemand het meer mag gebruiken. Zie ook de evolutie van termen in de emancipatie van niet-witte mensen.
Labels hoeven niet dwingend te zijn, als we ze benaderen als een communicatiemiddel om over zaken te kunnen praten zonder dat we of in definitieloze, poging-tot-allesomvattende termen gaan praten, of in een eindeloze lijst termen omdat iedereen hun eigen woordje moet verzinnen want de gangbare term is niet specifiek genoeg.
Neuro-divergent is een enorm brede term die zodanig leeg is dat het vreemd is om daar ‘Nee’ tegen te moeten zeggen. Wanneer iedereen hun eigen label gaat verzinnen wordt het voor de samenleving moeilijker en moeilijker om mee te bewegen omdat ze niet meer kunnen inzien waar het over gaat. Zie ook de genderdiscussie waar dit probleem welig tiert.
Het voedt het idee van de conservatieve politiek dat het doel niet is om een gelijkwaardig individu te zijn maar om een speciaal individu te zijn. Op die wijze hindert het de acceptatie en het wederwijds begrip. Kunnen we alsjeblieft stoppen met voor deze heuvel te strijden?