Ik wist al van jongs af aan dat ik anders was. Niet dat ik een eenling was of gepest werd, ik kon prima overweg met bijna iedereen. Maar ik was niet zoals anderen en hoorde nooit bij een bepaalde groep op de middelbare school. Ik deed niet mee met trends, vaak was ik me niet eens bewust van de trends.
Ik ging meestal mijn eigen weg, deed mijn eigen ding. Tot op heden, op volwassen leeftijd is dat zo. Er zijn mensen die zich aan situaties kunnen aanpassen of iets kunnen faken. Ze hebben een werk-persona, een sportschool-persona, voor elke gelegenheid kunnen ze zich finetunen. Ik kan dat niet.
Het is niet het feit dat ik laat-doof en chronisch ziek ben dat mij een misfit maakt. Zoveel mensen hebben een chronische ziekte of beperking en die horen gewoon bij de ‘normale’ mensen. Misfit zijn ligt dieper dan dat. Me niet willen aanpassen aan maatschappelijke normen, mijn grotere gevoel voor rationaliteit en logica – wat niet goed of slecht is, maar waarmee ik wel afwijk van ‘normale’ mensen. Ik ben vaak heel rationeel en dat maakt dat mijn meningen vaak botsen met die van andere mensen.
Dit alles maakt mij een misfit, een excentriekeling, een buitenbeentje. Ik ben introvert en het is niet mijn natuur om mensen en groepen op te zoeken. Het is niet zo dat ik geen vrienden heb, maar ik ben wel kieskeurig met wie ik bevriend ben en met wie ik mijn tijd doorbreng. Ik heb weinig tolerantie voor oppervlakkigheden. Ik kan wel een gesprek over koetjes en kalfjes voeren, vooral met mensen die ik pas ken, maar ik heb altijd behoefte aan diepgang.
Ik zoek nog steeds vaak mijn eigen weg en doe mijn eigen ding. Ik focus mij op mijn passies, onder andere schrijven en fotografie. Dat geeft mij voldoening. Ik zoek geen goedkeuring van anderen. Natuurlijk trek ik me in zekere mate aan hoe ik overkom op anderen, dat zorgt er bij de meesten van ons – en ook bij mij – voor dat we ons correct gedragen volgens sociale normen.
Het duurde lang voordat ik mezelf accepteerde, besloot dat er niks mis is met mij en dat ik niet hoefde veranderen om erbij te horen. Natuurlijk zijn er momenten dat het er even inhakt dat ik niet ben zoals anderen. Maar hoe ouder ik word, hoe beter ik in mijn vel zit. En dan denk ik: ik mag best trots zijn op wie ik ben.
Inclusiviteit begint bij jezelf. Door mezelf te accepteren en waarderen voor mijn ’bijzonderheden’ zie ik en accepteer ik ook het mooie in de verscheidenheid van andere mensen.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Beste Darice,
Naar aanleiding van je reactie onder mijn blog zal ik ook op de jouwe reageren. Je verwees mij namelijk naar deze blog, waarvan ik blij ben dat deze nu ook online staat, en niet alleen in het magazine.
Net als mijn blog, denk ik dat een heleboel studenten zich hierin zullen herkennen. Ik in ieder geval wel. Je verwijst heel mooi naar je “beperkingen”, en legt geen verband tussen de “beperking” en het zijn van een misfit. Ik leg zelf dat verband juist wel, maar misschien moet ik zelf ook eens de juistheid daarvan nagaan. Het zou ook zomaar kunnen zijn dat ik door mijn “beperking” er juist weer wel bij hoor. En niet omdat ik mij aanpas aan de omgeving, maar omdat ik geleerd heb om de perfecte versie van mezelf te zijn.
Ik lees ook dat je er soms bewust voor kiest om het buitenbeentje te zijn. Zo stap je niet snel op anderen af, hetgeen ik soms iets te vaak en spontaan doe.
En het slot van je blog kan ik het ook alleen maar mee eens zijn. Mijn leidinggevende op werk zei naar aanleiding van mijn blog nog tegen mij: “Fuck de mensen die iets over jou te zeggen hebben, of je blijven achtervolgen wegens de fouten die je in je leven hebt gemaakt. Fuck de mensen die jou geen eerlijke kans geven, en hun oordeel al klaar hebben als het door hun toedoen misgaat. Fuck de mensen die jouw studie niet serieus nemen, of zelf met de eer van jouw werk willen strijken. Zolang jij jezelf nog trots in de spiegel kan aankijken, heb je het fantastisch gedaan!”