Ieder jaar rond de herfst overvalt me een weemoedig en melancholisch gevoel. Ik mis de de abgeëckte houten hoeken in de aula en de gemengde gevoelens toen ik In the quest of the holy grail zong op de vrije school.
Ik vermoed dat menig lezer een wenkbrauw omhoog trekt bij deze termen, want die opgetrokken wenkbrauw zie ik regelmatig als ik erover vertel. Het vertellen van mijn dierbare vrije school-herinneringen aan mensen die er niet op zitten te wachten is een beetje in mijn karakterpakket geslopen.
Want regelmatig, en vooral in de herfst, mis ik die school. Het concept van denken, voelen en handelen sijpelde door in de schoolvakken, maar ook op persoonlijk vlak. Hoe mooi: in de antroposofische visie op onderwijs is de ontwikkeling van het verstand even belangrijk als die van het hart (gevoel), en van de handen (creëren). Naast de ‘normale’ vakken volgden we daarom ook houtbewerking, toneel, textiel en koorzang. Ik heb nog ergens een ijzeren pook, die ik had gesmeed voor mijn niet-bestaande open haard, een zelf genaaid etui van gebatikte stof en ergens ligt nog een ellenlange stapel aan schriften van de wisselende periodelessen (if you know, you know). Mijn moeder is nog steeds blij met de veel te brede houtgedraaide vaas.
Juist nu, nu het kouder en donker wordt, denk ik aan een traditioneel oogstfeest dat werd gevierd op school: het Sint Michaëlsfeest. Sint Michaël was een aartsengel (zie je: vrije school-splaining) en staat symbool voor het verslaan van innerlijke draken. In het verhaal, dat ik nu niet ga vertellen want dan klik je meteen weg met die Tiktok-spanningsboog, wordt de draak getemd (getemd dus, niet gedood). Het verhaal is inspirerend omdat het staat voor het verzamelen van moed om je eigen obstakels (draken) te temmen en de balans te zoeken. Het feest wordt altijd aan het einde van september gevierd en het gekke is dat ik het zo waardeerde toen, maar er eigenlijk nooit meer concreet iets mee doe.
Soms zou ik willen dat de hogeschool even die vrije school van toen was. Weer even die adventkaarsjes op tafel, de fijne docenten die we altijd een handje gaven bij binnenkomst. Het zuchten als we iedere ochtend om half negen onze ‘spreuk’ moesten zeggen 1 en het zoeken naar onze smerige euritmieschoenen.
En heel soms lukt het me mijn antroposofische bril op te zetten. Dan denk ik eraan dat hoe businessschool-achtig we ook bezig zijn, ik tenminste wel Ave Maria uit m’n hoofd kan. Nu jij weer.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Hoi Donna, mooi verwoord, als oud-vrije school leerling herken ieder woord!
Mooi geschreven. Ik denk ook vaak terug aan m’n tijd aan de vrije school. Fijne mensen en altijd een goede sfeer.
Even voor de leut de ‘vrije school-splaining’ ‘atheistsplainen’: het is een aartsengel en geen aardsengel. De titel heeft niets met ‘aard’ of ‘aarde’ te maken maar is een rang in de negen orden van engelen (en niet eens een bijzonder hoge, maar om de een of andere reden is Michael alsnog de aanvoerder van de legers van de hemel).
Die ‘draak’ is gewoon Satan, enkelvoud, en niets innerlijks aan maar allicht is dit waar het “vrije” deel van de vrije school zich laat kennen door een eigen variant van het verhaal aan te houden. Je kan er altijd wel wat van maken.
Overigens is het altijd leuk om Openbaringen weer eens open te slaan, het leest als een ‘bad trip’ op LSD.
Je hebt gelijk, ik pas de aard/t/sengel aan 🙂