Hogeschoolstudenten gaan alle kanten op. Profielen is nieuwsgierig naar hoe het nu met ze gaat, wat ze op de hogeschool hebben geleerd en of ze misschien iets hebben gemist. Roy Stolwijk (30) deed werktuigbouwkunde, studeerde cum laude af en werkt inmiddels al vier jaar als engineer bij bouwbedrijf Heijmans.

Wat doe je precies als engineer?

‘Ik maak ontwerpen voor technische installaties in gebouwen. Denk aan verwarming, koeling, luchtcirculatiesystemen en riolering. De techniek erachter vind ik heel interessant en ik geef graag mijn eigen draai aan ontwerpen, geen gebouw is hetzelfde. Daar krijg ik bij Heijmans ook alle ruimte voor, dat is prettig. Ik ben inmiddels opgeklommen tot senior engineer, werk aan grote projecten en stuur een team aan. Je kunt wel zeggen dat ik mijn droombaan heb gevonden.’

Heb je altijd al engineer willen worden?

‘Ik heb een passie voor techniek, dat is altijd al zo geweest. Mijn vader is timmerman en ik vond het als kind al te gek om samen met hem dingen te bouwen. Een tuinhuis bijvoorbeeld. Destijds vond ik het zien ontstaan van een ontwerp het leukste, inmiddels vind ik vooral het bedenken interessant. Alhoewel ik het heel vet vond om door de gigantische luchtkanalen van Rotterdam Ahoy te lopen, een project waar ik ook aan meegewerkt heb.

‘Ik wist al jong dat ik ‘iets’ met techniek wilde, maar ik kon toen nog niet bedenken dat dit het ontwerpen van installaties zou zijn. Eigenlijk werd dat pas duidelijk op het moment dat ik afstudeerde en een traineeship bij Heijmans vond.’

Hoe verliep je studie?

‘Ik ben begonnen met Bouwkunde op de TU Delft. Een mooie studie, maar ik vond dat er te weinig ruimte was voor de technische kant. Ik was daar veel bezig met architectuur en hoe gebouwen eruit komen te zien. Vormgeven en kleurstellingen vind ik zelf minder interessant, het gaat mij echt om de techniek. Daarom ben ik na twee jaar overgestapt naar Werktuigbouwkunde aan de Hogeschool Rotterdam.

‘Op de universiteit moest ik vaak op mijn tenen lopen, het studeren aan de hogeschool ging me makkelijker af. Bovendien was ik op de TU een nummer, één van de achthonderd studenten, ik vond de persoonlijke aandacht in de Ad-klas (Associate degree, een tweejarige praktische opleiding, red.) op de hogeschool veel prettiger. Hier kon ik met vragen wél bij de docenten terecht. Vooral meneer Uwland wist gewoon altijd alles.’

Wat heb je vooral geleerd op de hogeschool?

‘Het samenwerken met verschillende disciplines. Ik heb naast de opleiding meegedaan aan het excellentieprogramma – daar had ik me voor ingeschreven omdat het me een mooie kans leek. Je werkt dan met mensen van verschillende studierichtingen samen, zoals communicatie, management en ondernemen. Dat is erg leuk omdat iedereen door zijn eigen bril naar een vraagstuk kijkt, daar leer je van.

‘Met het team deden we mee aan een wedstrijd van Jong Ondernemen, we bedachten een manier om het onderhoud van windmolens eenvoudiger te maken. In plaats van dat iemand persoonlijk moet checken of bouten nog goed vastzitten, hadden wij een systeem bedacht waarbij je dit door middel van trillingen kon meten. Met ons idee wonnen we de vierde prijs, dat was onwijs leuk.’

Wat heb je tijdens de opleiding gemist?

‘Ik vond niet alle praktijkopdrachten goed aansluiten. Zo moesten we in opdracht van de gemeente Dordrecht met een team studenten een ontmoetingsplek ontwerpen. Op zich interessant, maar het had weinig raakvlakken met de opleiding. Dat kan beter, vind ik. Er was weinig ruimte voor de technische kant. Terwijl het juist zo’n mooi en interessant vak is. Dat zouden we in het algemeen als technische mensen wel wat vaker mogen uitspreken. Techniek is vaak onzichtbaar, als alles goed werkt, merk je niet dat het er is. Terwijl het natuurlijk wel van grote toegevoegde waarde is. Ik zou niet anders willen dan werken in de techniek.’

Tekst: Krista Izelaar
Foto: Levien Willemse

Volg ons op Instagram