Blog Menno: Taal maakt nog meer kapot dan geweld
Blog van MennoGepubliceerd: 4 days ago
Als iemand tegen je zegt ’ik ben doof’ wat versta je daar dan onder? Dat ze een beetje slecht horen? Dat ze heel slecht horen? Of dat ze echt niets horen? Of denk je dat ze Airpods in hebben en 24/7 alleen naar muziek luisteren?
Het zou me niet moeten verbazen dat ik steeds mensen moet overtuigen dat ik echt doof ben. Zelfs mensen met zichtbare beperkingen worden niet geloofd. Men denkt dat ze overdrijven en best meer zouden kunnen als ze maar hun best doen.
Hoe zou dat ‘mijn best doen’ eruit kunnen zien? Gebarentaal leren? Ik heb al eerder geschreven waarom dat eigenlijk niet opschiet voor mij. Spraakafzien? Met spraakafzien – liplezen in de volksmond – kan je op zijn best maar 40 a 50 procent van een gesprek volgen. Het is echt niet zoals je soms in films ziet. Dat is onrealistisch. Nederlands is niet mijn moedertaal dus ik volg maar heel weinig. Eigenlijk alleen maar gesprekjes uit routinecommunicatie zoals eten bestellen, koffie bestellen, ‘heb je een bonuskaart’. Zulke dingen. In mijn moedertaal Papiaments kan ik gelukkig wel meer volgen zolang men duidelijk articuleert en rustig praat. Maar dan is het nog vaak giswerk.
Ik heb afgelopen jaren regelmatig hierover geschreven (ook hier) en erover verteld. En ik denk helaas niet dat ik uitgepraat en uitgeschreven raak. Ik stop elke week veel energie en tijd in uitleggen dat ik doof ben, dat ik ondertiteling nodig heb, dat ik een schrijftolk moet regelen – en ruim van tevoren want er is een tekort aan schrijftolken. Dat ik niet kan bellen, kunnen we per e-mail communiceren? Mag ik een transscriptie van de podcast? Heeft de film ondertiteling?
In de laatste drie weken alleen al had ik met verschillende mensen en instanties verschillende gesprekken en mailwisselingen over doof zijn. Ik ben de tel kwijt hoe vaak me verteld is dat ik moet bellen. Of dat men ervan uitgaat dat ik gewoon mee kan doen met gesprekken. Of dat ik moet vragen om aanpassingen voor toegankelijkheid om net zoals iedereen mee te kunnen doen.
Ik moest recent een dag een presentatie geven over toegankelijk communicatie en daar wisten ze dat ik doof ben, én ze hielden er rekening mee. Ik werd daar zo goed ontvangen en iedereen deed hun best om goed te communiceren. Ik voelde alsof ik zweefde. Normaal ben ik super gespannen omdat het soms lang duurt voordat men gewoon op hun telefoon tikt als ik erom vraag in plaats van blijven proberen te praten hoewel ik het niet kan volgen. Of vanwege de frustratie die ik voel als ik buitengesloten word.
Toen ik zes jaar was werd geconstateerd dat ik slechthorend was, sinds mijn twaalfde droeg ik hoorapparaten tot ik 16 jaar geleden mijn restgehoor verloor en helemaal doof werd. Sindsdien heb ik een tweede baan erbij: mensen leren en overtuigen wat doof zijn inhoudt. Als in: ik hoor 0,0. Schreeuwen helpt niet, je gezicht 2 mm van het mijne houden helpt niet en nee: bellen gaat dus écht niet.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Wauw Darice, wat een mooie blog.
Helaas zit het ook bij mij in de natuur om het gesprek aan te gaan, en soms vergeet ik inderdaad ook dat je doof bent.
En inderdaad, gelukkig kunnen we altijd nog schriftelijk communiceren, al duurt dat inderdaad wel langer.
En laatst toen we samen in Westkop zaten, had je iemand naast je die mee typte. Dat was ook wel mooi! 😉
Gelukkig denken we tegenwoordig steeds meer in oplossen, en minder in beperkingen.
Al kan ik mij voorstellen dat die ontwikkeling voor jou nog niet snel genoeg gaat.
Dank Yoeri!
Hoi Darice, het lijkt me inderdaad heel vervelend om altijd maar te moeten uitleggen dat je doof bent en wat dat betekent voor jou, en te dealen met mensen die per se het gesprek op hun manier willen voeren als dat voor jou niet werkt.
Ik merk als persoon zonder deze beperkingen, en wellicht voelen meer mensen dat, dat je de ander ook niet wilt reduceren tot diens beperking. We zijn allemaal gelijkwaardig en leren bijvoorbeeld mensen met een andere afkomst ook niet te “otheren”. Daarom zou ik ernaar neigen om te proberen een mens met beperking zich niet beperkt te laten voelen, of het idee geven dat ik ze “zielig” vind. Maar zo “normaal” mogelijk te doen tegen iemand kan uiteindelijk – wat uiteindelijk dus juist weer “ableist” is.
Heb jij, of heeft iemand, tips voor mij over hoe ik hiermee moet omgaan inb algemene zin?
En Darice, kan ik bij jou dan het beste gewoon meteen “hoi Darice” op mijn telefoon te typen en te laten zien, in plaats van het te zeggen? Niet dat we veel contact hebben, maar ik hou daar graag rekening mee.
Sorry voor de slecht lopende zinnen, zo ben ik normaliter niet. 🙁
@Bart, misschien met die slecht lopende zinnen dan toch eens extra tijd voor toetsen aanvragen?
Ha Bart, dank voor het delen van je gedachten. Wat je verteld is inderdaad validisme. Aanpassingen doen zodat een persoon met een beperking mee kan doen is niet iemand zielig vinden. Mensen met een beperking zijn gewoon capabele mensen die beperkt worden door hun omgeving 🙂
Mocht je mij tegenkomen kan je me gewoon groeten zonder te hoeven typen. Dat volg ik gewoon. Maar wil je me iets vertellen, dan ja, dan is het handig meteen even je telefoon erbij pakken en het typen voor me. Sommige mensen hebben een note app met dictation functie wat voor hun sneller is dan typen. Dan dicteren ze het en verschijnt het tekst. Het is maar wat je zelf handiger vind, zolang ik het kan lezen. 😀
Dank voor je antwoord Darice! Het ligt misschien ook aan mijn persoonlijkheid. En verschillende attitudes doorheen de tijd over hoe om te gaan met “de ander”, vooral als deze “anders” is. Ik heb mezelf altijd aangeleerd om verschillen tussen mensen te minimaliseren en vooral de zaken te benadrukken waarin we hetzelfde te zijn. En ik heb altijd gedacht dat ik daarmee juist gelijkwaardigheid bevorder. Met al mijn goede bedoelingen, begin ik te vermoeden dat mijn insteek verouderd is. Dan komt hier nu eerst de cognitieve dissonantie en dan ga ik me daarna herbezinnen.
Heb je iets van een leestip hierover toevallig?
@Yoeri, ik kan je reactie niet zo goed plaatsen. Ik neem geen toetsen af en ik maak ook geen toetsen. Gelukkig lopen mijn zinnen, zolang ik niet door externe factoren word afgeleid, als een tierelier. 🙂