‘Doe je best op school, anders word je vuilnisman!’, riepen mijn ouders vaak. Een schrikbeeld. Ik deed mijn best op school, maar in 2020 werd ik toch vuilnisman.
Toen ik in 2018 van stage werd gestuurd drongen mijn ouders erop aan dat ik daadwerkelijk vuilnisman zou worden: ik moest de gevolgen inzien van stoppen met school. Zover wilde ik het niet laten komen; ik besloot als inpakker in een magazijn te gaan werken. Mij zou je niet achter de vuilniswagen zien.
Daarna pakte ik mijn studie weer op. Het gevaar van een vuilnisloopbaan leek geweken. Maar in 2020 hing de vlag er anders bij. Het hele land ging op slot, en ik stopte opnieuw met studeren. Ik nam de eerste de beste baan aan, en dat was bij Irado achter de vuilniswagen.
Ik werkte er zo’n 24 uur per week, haalde grofvuil en bedrijfsafval op en leegde huiscontainers. Werken als vuilnisman bleek gigantisch leerzaam. Als vuilnisman zie je pas echt hoeveel afval we dagelijks produceren. Per dag haal je met een wagen gemiddeld 10.000 kilo afval op, en je hebt ongeveer één vuilniswagen per 6.000 inwoners nodig. Dat is zo’n 500 kilo afval per inwoner en dat komt aardig in de buurt van de berekening van MilieuCentraal (490 kilo per Nederlander per jaar).
Vooral bij de grofvuilroute zie je hoeveel goede meubels worden gekraakt en naar de stort gebracht. Ondertussen staan de mensen alweer in de rij bij IKEA om nieuwe te kopen.
Ik leerde dus veel over onze wegwerpmaatschappij, leerde heel leuke collega’s kennen en heb een totaal ander beeld gekregen van het werken als vuilnisman. Oké, heel soms was het zwaar, maar negen van de tien keer kwam ik schoon thuis, en het geld dat ik verdiende was sowieso schoon. Soms vond ik weleens iets van waarde langs de weg en rond kerst kreeg ik van sommige ‘klanten’ waardering in de vorm van een fooi of flesje wijn.
Stiekem schaam ik me dat ik dit werk in 2018 niet wilde doen.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Hebben jouw ouders ook iets geleerd van jouw ervaringen?
@Anneke, moeilijke vraag om te beantwoorden. Mijn ouders zijn vaak best wel koppig en eigenwijs (net als hun zoon :P) en daarom vind ik het soms heel moeilijk om tot ze te komen. Ik spreek ze weleens aan op hun wegwerpgedrag, en probeer ze aan te sporen om vaker via Marktplaats of de Kringloopwinkel te kopen. Maar ze hebben het geld om nieuw te kopen en pas later te kijken of ze het wel nodig hebben. Gedrag is vaak moeilijk te veranderen.
Owja, en in 2020 zeiden ze nog tegen mij: “We zeiden het toch! Als je wat beter je best had gedaan had je in 2018 al afgestudeerd geweest. Net als je zus!” Alleen heeft mijn zus tijdens haar studie 0 afwijzingen voor stages gekregen, en ik moest maar het stagebedrijf kiezen wat mij toevallig niet had afgewezen.
En toen ik mijn ouders vertelde dat iemand in de CMR mij adviseerde om ooit docent te worden, lachten ze mij keihard uit. Maar toen ze met open mond naar mijn afstudeerzitting luisterdeen zeiden ze: “Zo kennen we jou helemaal niet. Je leek wel een docent, zo duidelijk als je verhaal was!”
Owja, en mijn ouders houden er ook niet van dat ze regelmatig te sprake komen in mijn blogs. Maar ik kan er ook niets aan doen dat ze een belangrijk deel van mijn leven vormen. Ouders blijken voor meer studenten een heel verwarrend onderwerp te zijn. Misschien is luisteren naar je ouders niet altijd de beste optie! 😛