‘Goed zijn in techniek is echt niet voorbehouden aan een bepaald geslacht’
Gerard van Kruining is docent software development bij de Rotterdam Academy. ‘Mijn boodschap is dat je altijd zelf moeten blijven nadenken.’
‘Ik werk al veertien jaar als docent bij de hogeschool; begonnen bij technische informatica, toen bedrijfskunde en sinds twee jaar hier. Informatica is ook echt mijn achtergrond. Ik heb in Delft technische informatica gestudeerd. Dus ik zit hier wel echt op mijn plek met mijn vak software development – een duur woord voor de programmeeropleiding.
‘Omgaan met studenten vind ik echt geweldig. Die kennis en ervaring overbrengen, ze vertellen hoe dingen niet moeten en hoe theorie en praktijk niet altijd op elkaar aansluiten. Mijn boodschap is dat je altijd zelf moet blijven nadenken en niet klakkeloos moet aannemen dat iets zo is. Studenten iets leren wat ze daarvoor nog niet konden, dat vind ik mooi. En dan ook om te zien dat ze het leuk en interessant vinden.
‘Studenten iets leren wat ze daarvoor nog niet konden, dat vind ik mooi.’
‘Tijdens de open dagen ga ik natuurlijk veel met toekomstige studenten in gesprek. Sommige hebben nog nooit geprogrammeerd maar ze denken dat ze het wel leuk vinden. Mijn stelling is dan altijd: ga daar eerst maar eens achter komen. Want straks kies je voor een beroep waar je niks aan vindt en dat is niet verstandig. Ik geef ze dan een cursus Python mee zodat ze zelf kunnen oefenen en kijken of het wat voor ze is.
‘Dat geldt ook voor de opleiding. Kijk de eerste weken of het bij je past. Vind je het leuk, dan ben je van harte welkom. Vind je het niks, stop dan en ga alsjeblieft wat anders zoeken. Natuurlijk is de baanbelofte vandaag de dag heel groot, maar het moet wel echt bij je passen anders word je ongelukkig.
‘Het is eigenlijk vooral heel veel puzzelen. Met Legoblokjes iets moois neerzetten wat misschien rond lijkt maar niet rond is; dat is wat programmeurs doen. Verder moet je redelijk frustratietolerant zijn. De meestgestelde vraag bij ons is: waarom doet-ie het niet? Dat moet jij als student dan uitzoeken. Daar moet je goed in zijn en dat moet je leuk vinden.
‘De meestgestelde vraag bij ons is: waarom doet-ie het niet?’
‘Je moet willen helpen en kunnen samenwerken. Dat kan soms trouwens best lastig zijn. Er zitten hier redelijk wat mensen die iets hebben dat neigt naar het autistisch spectrum. Dat samenwerken is dan niet altijd even makkelijk, zit er soms niet van nature in. Hier op de opleiding kunnen wij dat toch heel aardig bijbrengen.
‘De mensen die hier rondlopen zijn uniek. Sowieso zitten er op de RAC best wat studenten die wat minder dan zeven vinkjes hebben, zeg maar. Ik vind het persoonlijk heel erg leuk om juist hen te helpen om te slagen. Er zitten echt briljantjes tussen die zich door omstandigheden niet altijd goed hebben kunnen ontwikkelen. Dat snap ik ook; als jij thuis geen veilige situatie hebt, probeer er dan maar eens wat van te maken. Petje af als het je toch lukt.
‘Overigens geldt dat ook vaak voor meiden. Die krijgen vanaf de basisschool vaak al te horen dat die bèta-kant niks voor ze is. Op een gegeven moment ga je dat dan ook geloven en haak je af. Ik heb heel veel blonde paardenstaartjes wiskunde gegeven. Die dachten allemaal dat ze het niet konden. Maar geloof me: ze kunnen het wél. Het is ook een kwestie van zelfvertrouwen. En van goede docenten die je een eerlijke kans geven.
‘Programmeren speelt overal een rol, in alle denkbare sectoren.’
‘Goed zijn in techniek is echt niet voorbehouden aan één bepaald geslacht, dat is zo’n onzin. Sterker nog: meisjes zijn vaak nauwkeuriger. Dat is heel belangrijk bij programmeren. Als jij de puntjes niet op de goede plek zet, gebeurt er niks. Toch hebben wij maar twintig meisjes op honderdvijftig studenten. Dat is natuurlijk helemaal scheef en daar moet wat aan veranderen. De banen zijn harstikke interessant, zeker ook voor meisjes.
‘Programmeren speelt overal een rol, in alle denkbare sectoren. Het gaat vaak ook om een combinatie van techniek en het praten óver techniek. Uitleggen wat de rol van techniek is in een bepaalde sector aan mensen die er zelf nog niet eerder mee werkten. Als programmeur kun je twee werelden koppelen. Bijvoorbeeld in de zorg. Als je veel weet over programmeren en ook nog de zorg gaat begrijpen, dan kun je op sommige momenten hét verschil maken. Hoe mooi is dat?’
Tekst en foto: Sanne van der Most
Hoi Gerard, je zegt ‘Goed zijn in techniek is echt niet voorbehouden aan één bepaald geslacht’ en daar ben ik het helemaal mee eens. Dat hele idee is een soort mythe, een sociaal construct waar we met z’n allen maar lastig vanaf komen. De vraag is: hoe kan dit veranderen, hebben we een paar goeie voorbeelden nodig? Nog een overheidscampagne? Leraren op de middelbare school eens goed nudgen tav hun adviezen? En wie gaat dat doen? Ik zie een mooi project aankomen… 😉