Fabienne Busink volgt de lerarenopleiding Nederlands en geschiedenis. Haar missie: leraar Nederlands worden en alles uit de kast halen om leerlingen bij te spijkeren en weer enthousiast te maken voor lezen.

‘Ik ben nu eerstejaars en ik wil heel graag leraar worden. In eerste instantie leraar Nederlands maar omdat ik geschiedenis ook zo leuk vind en er ook altijd heel goed in was op de middelbare school, doe ik dat er gewoon bij. Waarom niet? Het lijkt zwaar maar het is wel te doen hoor. De keuzevakken kan ik bij de andere opleiding kwijt. Ik heb wel iets meer college-uren dan wanneer ik één richting zou doen. Maar dat heb ik er wel voor over.

‘Er is natuurlijk veel vraag naar leerkrachten en daarmee kun je wel gewoon in een vaste baan aan de slag.’

‘Hiervoor deed ik eventjes hbo journalistiek. Dat leek me altijd een heel leuk vak: ik ben gek op taal en schrijven. Maar dat was toch niet zo’n succes. Het was helemaal in Ede, dus behoorlijk ver weg want ik woon in Dordrecht. Daarnaast realiseerde ik me ook snel dat je als journalist meestal als zzp’er aan de slag moet. Ik wil heel graag moeder worden en daar past zzp-werk niet zo goed bij, dan heb ik liever baanzekerheid en een vast inkomen. Daarom ben ik ermee gestopt en ga ik nu voor het leraarschap. Er is natuurlijk veel vraag naar leerkrachten en daarmee kun je wel gewoon in een vaste baan aan de slag.

‘Nederlands en geschiedenis vind ik allebei heel leuk. Inhoudelijk vind ik geschiedenis het interessantst, dat boeit me echt. Op de middelbare school is het altijd al mijn lievelingsvak geweest. Kijken naar het verleden, ervan leren en van daaruit redeneren over het heden vind ik superleuk om te doen. Mijn favoriete periode is het oude Egypte. Helaas krijgen ze daar tegenwoordig heel weinig over op school. Het komt wel aan bod maar niet zo uitgebreid. De Grieken en de Romeinen zijn voor onze eigen geschiedenis relevanter dus daar leren we veel meer over.

‘Kijken naar het verleden, ervan leren en van daaruit redeneren over het heden vind ik superleuk om te doen.’

‘Geschiedenis en Nederlands vullen elkaar als vak ook wel aan. Het zijn allebei talige opleidingen en ze gaan allebei over redeneren. Maar de vakdidactiek van Nederlands spreekt me het meest aan. Je bent echt bezig met het bijspijkeren van leerlingen. Nederlands gaat steeds meer achteruit onder jongeren en het is een enorme uitdaging om daar iets aan te doen.

‘Als wij als lichting afgestudeerd zijn, krijgen wij de kinderen in de klas die in groep 3 en 4 zaten in coronatijd. Daar heeft het onderwijs wel wat steken laten vallen. Hun Nederlands is slechter dan het voorheen was. Zeker in het onderwijs moeten we daar rekening mee houden en er een tandje bij zetten. Dat vind ik juist ook interessant. Ik denk dat dat vooral betekent dat we Nederlands op een nog creatievere manier moeten geven. Alles uit de kast halen om ze te stimuleren.

‘Ik denk dat dat vooral betekent dat we Nederlands op een nog creatievere manier moeten geven.’

‘Kinderen aan het lezen krijgen zou natuurlijk helemaal geweldig zijn, want ook dat gebeurt steeds minder. Niet dat we ze nu echt moeten dwingen om te gaan lezen, dat werkt niet. Sommige mensen zijn nu eenmaal geen lezers. Maar het zou mooi zijn als we ze de lol van het lezen kunnen laten inzien; samen kijken naar welk boek goed bij ze past en echt aansluiten bij de interesses. Zelf ben ik wel gek op lezen. Ik lees vooral graag psychologische thrillers, van die boeken waarbij jij als lezer de detective bent en de zaak moet oplossen.

‘Naast mijn studie en naast het lezen, fotografeer ik ook heel graag. Dat doe ik in mijn vrije tijd. Vooral natuurfotografie en lekker buiten aan de gang gaan. Maar ik wil me ook gaan specialiseren in het maken van portretten. Een goede foto van iemand maken en daarmee echt iemand laten zien. Dat vind ik mooi.’

Tekst en foto: Sanne van der Most