‘Volgend jaar wil ik heel graag de marathon gaan lopen, daar train ik nu voor’
Loïs Steenbeek is tweedejaars student sportmarketing en management. Naast haar studie traint ze voor de marathon. ‘Sporten verbindt en je kunt het altijd en overal doen.’
‘Hiervoor deed ik mediamanagement op het mbo. Dat lag me op zich wel alleen ik zocht net wat meer en ik wilde graag verder studeren.
‘Ik ben zelf heel sportief. Ik zit op atletiek en ik wilde heel graag ook iets op het sportieve vlak erbij doen. Dus toen ik deze opleiding voorbij zag komen, was ik meteen enthousiast. Een mooie combinatie van sport en marketing, dat leek me echt wat voor mij. En dat is het ook. Het is heel divers, het gaat over allerlei sporten. Iedere dag doen we weer iets nieuws en we leren ontzettend veel.
‘Een mooie combinatie van sport en marketing, dat leek me echt wat voor mij.’
‘Op dit moment doen we een project waarin we leren werken voor een opdrachtgever. Aan de hand van een bepaald vraagstuk geven we als studenten zelf invulling aan wat de opdrachtgever wil. Daarin krijgen we enorm veel vrijheid om te onderzoeken wat het beste werkt. Dat vind ik er het leukste aan.
‘Onze opdracht is het creëren van awareness bij ouders en kinderen rond “Voetjebal”. Dat is een bedrijf wat op verschillende plekken in Nederland zit, waaronder Rotterdam, en op een speelse manier voetballessen geeft aan kinderen tussen de 2 en 5 jaar oud. Superleuk dus. Onze opdracht is om kinderen meer aan het sporten te krijgen en de naamsbekendheid van Voetjebal te vergroten. Een heel goed doel, vind ik zelf, want met sporten kun je niet jong genoeg beginnen.
‘Dat heb ik zelf ook gedaan. Toen ik 6 jaar was, ben ik op atletiek gegaan bij Leiden Atletiek. Ik deed eerst aan speerwerpen. Dat vond ik echt geweldig en ik was er ook best goed in. Maar helaas heb ik een blessure opgelopen die niet meer overgaat. Dus nu doe ik het nog lekker voor de lol. Een beetje rennen en krachttraining; dat kan gelukkig nog wel. En dat kan ik altijd blijven doen dus dat is ook hartstikke goed.
‘Ik deed eerst aan speerwerpen. Dat vond ik echt geweldig en ik was er ook best goed in.’
‘Ik ben pas tweedejaars dus ik heb nog wel even de tijd om na te denken over wat ik hierna wil gaan doen. Iets in de sportmarketing lijkt me sowieso erg leuk. Ik ben wel echt enthousiast geworden door de opleiding. Maar wat en waar precies, dat weet ik nog niet.
‘Naast mijn studie ben ik behoorlijk druk. Ik werk in een Wijnlokaal in Leiden. Studeren doe ik nu dus in Rotterdam. Dat was voor mij wel echt een nieuwe stad die ik nog niet kende. Nu ik er een tijdje zit, leer ik steeds meer leuke plekken kennen.
‘In beweging blijven is voor mij echt belangrijk. Dus daar ga ik ook lekker mee door. Volgend jaar wil ik heel graag de marathon gaan lopen. Daar ben ik nu voor aan het trainen.
‘Het mooie van sporten vind ik toch wel echt de verbintenis die het creëert. Het maakt niet uit wie je bent en wat je doet, dankzij sporten hoor je er altijd bij. Dat geldt voor iedereen. En je kunt het ook altijd en overal doen. Dat is fijn.’
Tekst en foto: Sanne van der Most
Leuk dat je volgend jaar de marathon wil gaan lopen. Ik heb m zelf in oktober 2021 voor het eerst gedaan in 3:35:04 en een half jaar later (weer in Rotterdam) in 3:29:48. Hoewel dit snel lijkt, was mijn trainingsaanpak best wel verkeerd. Door beter en anders te gaan trainen hoop ik volgend jaar april een tijd van 2:59:59 waar te kunnen maken. Net onder de 3 uur dus. Voor je eerste marathon geef ik je een paar tips.
1. Je beginniveau – Meet eerst hoe de vorm is door een snelle 10 km te lopen. Voor je eerste marathon kun je het beste die 10 km tijd keer 5 doen om op je streeftijd uit te komen. Dus ga je voor een tijd onder de 4 uur moet je de 10 kilometer makkelijk onder de 50 minuten kunnen lopen. Kun je de 10 kilometer niet onde het uur doen, dan raad ik je hoe dan ook af om aan de start te staan. Tenzij je bijvoorbeeld op een halve marathon kan laten zien dat je op langere afstanden geen verval hebt (dus je kan 21 km net zo snel lopen als een 10 km) maar dat is meestal niet realistisch.
2. Duurlopen – Een marathon is een hele lange afstand, en daarvoor moet je ook veel afstanden trainen. Waar ik in mijn training de fout in ging was dat ik mijn duurlopen nagenoeg op beoogd marathon tempo deed. Hierdoor werden al mijn duurlopen een wedstrijdje. Ik herstelde daarom niet goed van mijn duurlopen en kon dus minder kilometers per week maken. Dat kwam mij tijdens de marathon zeker na de 35 km duur te staan. Stel dat je de marathon in 4 uur wil lopen (5:40/km) zorg dan dat je duurlopen met ongeveer 6:30/km gaan. Het moet super makkelijk aanvoelen, anders werkt de training niet. Duurlopen doe je meestal 2 maal in de week. Een keer tussen de 10 en 15 km (korte duurloop), en een keer tussen de 20 en 35 km (lange duurloop).
3. Tempo trainingen – Hier was ik altijd erg goed in omdat ik vooral een sterke 5 en 10 km loper ben. Bij een marathon zijn je tempo trainingen minder belangrijk en ook minder intensief. Stel dat je een dag pakt waarin je 8 x 1000 meter intervalt, dan mogen deze 1000tjes op marathon wedstrijd tempo. Sneller hoef je namelijk niet te gaan in je race. Dit noemen ze een extensieve interval en dat doe je 1x in de week. De andere tempotraining is intensief en die doe je op 400 meter. Hier mogen je tempo’s wat hoger liggen, maar eigenlijk nooit hoger dan je 10 km wedstrijdtempo. Bovendien maak je hier ook aanzienlijk minder kilometers. Ideaal is zo rond de 10 rondjes van 400 meter. Je begint je tempo trainingen elke keer met 2 km inlopen op duurloop tempo en 2 km uitlopen op duurloop tempo om ook deze dagen je afstanden te halen.
4. Hersteltraining – De meeste lopers doen hun 30 km loop op de zondag. De dag erna kun je dan het beste een hersteltraining doen. Een hersteltraining heeft enkel als doel om je benen los te gooien voor de nieuwe trainingsweek. Er zit dus ook geen tijdsdoel aan vast, desnoods loop je 9 min/km, maar ideaal is iets langzamer dan je duurloop tempo. Neem vooral geen horloge mee, en ga lekker rustig dribbelen. Hersteltraining is meestal tussen de 15 en 30 minuten, en als je het nodig vindt om te wandelen tussendoor mag dat in deze training uiteraard.
5. Bruggenloop – In december is de Bruggenloop. Dat is een 15 km wedstrijd door Rotterdam. De meeste lopers gebruiken deze loop als start van hun marathon training (16 weken voor de marathon). Ook hier kun je je te lopen streeftijd bepalen door de tijd van de Bruggenloop maal 3 te doen. Maar net als bij de 10 km loop geldt ook hier dat het slechts een vuistregel is.
Heel veel succes volgend jaar en ik hoop dat je het haalt!